Shell onderzocht de mogelijkheden om de platformen een tweede leven te geven voor onder meer CO₂-opslag en windenergie, maar hergebruik bleek geen haalbare kaart. De leeftijd van de platformen, de afstand tot de kust, de ruige omstandigheden op de Noordzee, het gebrek aan vraag naar herbruikbare platformen en de kosten van de modernisering stonden een tweede leven in de weg. Het alternatief: de productieplatformen ontmantelen; een complexe operatie. Shell stelde zichzelf daarbij ten doel om met een voorstel voor ontmanteling te komen dat rekening houdt met veiligheid, technologische grenzen, gevolgen voor het milieu en wat financieel en maatschappelijk verantwoord is.

Vanaf 2007 ging Shell in gesprek met een grote schare belanghebbenden en verkreeg zo de inbreng van meer dan vierhonderd personen bij meer dan 180 organisaties. Daaronder: milieugroeperingen, overheden, universiteiten en belangenorganisaties voor de visserij. Bovendien werden sinds 2007 meer dan driehonderd wetenschappelijke en technische studies verricht. Deze onderzoeken zijn beoordeeld door een groep van onafhankelijke wetenschappelijke experts.

De inbreng van belanghebbenden en studies resulteerde in een reeks aanbevelingen voor de ontmanteling van het Brentveld. Een van de belangrijkste was om de top van de platformen te verwijderen, maar de betonnen fundamenten en tanks te laten staan. Onderzoek en onafhankelijke toetsing van dat onderzoek leerde dat resten in deze betonnen basis geen wezenlijke hoeveelheden bevatten van niet-biologisch afbreekbare verbindingen. Deze resten kunnen de komende honderden jaren veilig in de betonnen cellen opgesloten blijven. Van alle onderzochte opties, bleek de gekozen oplossing het beste voor mens en milieu.

Meer over de aanbevelingen van Shell en de ontmanteling van het Brent Field is te vinden op deze Brent Field-site.