
Shell en Nederland door de energietransitie helpen loodsen
15 okt. 2020
Herman van der Meyden is manager overheidsrelaties voor Shell in Nederland. In de volksmond ook wel lobbyist genoemd. Samen met zijn collega’s onderhoudt hij de contacten met beleidsmakers en politici in Den Haag. De afgelopen maanden hield hij een dagboek bij om inzicht te geven in zijn werkzaamheden. “Ik wil meehelpen om Shell en Nederland door de energietransitie te loodsen.”
Februari en maart 2020: Gesprekken met Kamerleden
In mijn werk spreek ik veel mensen, ook Kamerleden. Over de energietransitie, over hoe wij aankijken tegen het Klimaatakkoord en over wat er goed loopt en wat er beter moet. Ook ben ik benieuwd hoe Kamerleden denken over belangrijke thema’s zoals offshore windparken, waterstof of opslag van CO2. Ik heb contacten met allerlei politieke partijen, vanuit alle hoeken van het politieke spectrum. Goed luisteren vind ik in die gesprekken erg belangrijk. Open en in het moment. Zonder verdere bedoelingen. Vanuit een oprechte interesse in de persoon en zijn of haar denkbeelden. Ik heb wel eens een Kamerlid gesproken dat zei dat Nederland beter af zou zijn zonder Shell. Dat kun je vinden. Ik deel die mening niet. Ik denk dat we juist een grote rol kunnen spelen in de energietransitie. Maar ik ben altijd benieuwd naar waarom iemand de opvattingen heeft die hij heeft.
Vaak, al pratende, kom je erachter dat je veel analyses met elkaar deelt. Dat je dezelfde rapporten hebt gelezen, dat je hetzelfde denkt over klimaatverandering en hoe snel dat gaat, en de scenario’s waarin veranderingen kunnen plaatsvinden. Je deelt de visie over het einddoel van een nul emissie wereld. Maar waar je ook achter komt, is dat je de risico’s in de wereld anders weegt. Er is vaak ook een ander beeld van de potentie van de oplossingen en hoe die te bereiken. Dat zijn fundamentele verschillen. Maar door de dialoog te voeren, leer je elkaar wel begrijpen. Ik heb door die gesprekken zelfs respect gekregen voor politieke partijen die Shell bekritiseren. Ik zie hoe diepgravend ze te werk gaan in het klimaatdebat, en begrijp daardoor ook beter de politieke keuzes die ze maken en de felheid waarmee ze die standpunten verdedigen. Voor mij en mijn collega’s zijn het waardevolle gesprekspartners. Ik hoop andersom ook.
Wat mij motiveert om bij Shell te werken, wat ik in de meeste gesprekken met Kamerleden ook vertel, en wat ik werkelijk doorleef, is de impact die ik hier kan maken. Het is ergens gemakkelijker om voor een bedrijf als Tesla te werken, of voor een milieuorganisatie, dan ben je de groene held op verjaardagsfeestjes. Mijn idee is toch, overigens niet vrij van twijfel, dat als je een van de grootste energiebedrijven één graad kan bijdraaien, dat dat voor een enorme milieuwinst zorgt. Een veel grotere winst dan wanneer je een klein bedrijf negentig graden bijdraait. Ik ben een ingenieur, dus numeriek ingesteld. Als ik een slinger geef aan een CO2-opslagproject in de Rotterdamse haven, en het project slaagt, dan zorgt dat voor 2,5 Megaton minder CO2-uitstoot per jaar. 2,5 Megaton! Ga d’r maar aan staan. Daarover kan ik zeggen, als ik later met pensioen ben: dat project heb ik toch een aantal noodzakelijke zetten in de goede richting gegeven.
Als je hier bij Shell iets doet en het gaat door de bocht, dan gaat het hard en dan gaat het op schaal. Wij kunnen hier zo veel denkkracht samenbrengen, van over de hele wereld. De snelheid en kennis die we de afgelopen jaren hebben gebruikt voor de winning van olie en gas, gaan wij ook inzetten om al die nieuwe duurzame installaties te bouwen. Daar ben ik van overtuigd. Het tegengeluid is vaak dat Shell geld gaat verdienen aan het oplossen van de problemen die ze zelf heeft veroorzaakt. En dat dat onrechtvaardig is. Ik zie het anders: de samenleving heeft van de fossiele energie geprofiteerd en tegelijk het klimaatprobleem veroorzaakt. Over die hobbel moeten we heen stappen. We moeten gaan voor de oplossing. Die brug wil ik slaan in de dialoog met politiek Den Haag. Het is echt noodzakelijk om de energietransitie door te kunnen.
13 november 2019: een warmtenetproject begraven
Op sommige momenten maak je ook grote teleurstellingen mee. Ik kan het niet mooier maken. Dit was de dag dat we een project begroeven, een ambitieus warmtenetproject in Moerdijk. Met alle betrokken partijen kwamen we op deze dag bij elkaar om het af te sluiten. Een domper, maar die horen er ook bij. De weken ervoor hebben we het project nog proberen te repareren, maar het was kansloos. Ik vond het belangrijk dat wij met opgeheven hoofd de onderhandelingen zouden verlaten. En dat we er alles aan gedaan hadden om het project te laten slagen.
Het project was een mooi en duurzaam plan om de restwarmte van onze Shell-fabriek in Moerdijk in te zetten voor de verwarming van acht naburige tuinbouwbedrijven. Zo’n 40 MW zouden we kunnen leveren aan een kassengebied dat groeit naar 200 hectare. De verwarming van de kassen gebeurt nu met warmtekrachtcentrales die op gas draaien. Die zorgen voor elektriciteit, warmte en voor CO2. De meeste tuinders hebben het alle drie nodig. Die CO2 gebruiken de bedrijven voor de groei van de gewassen. Maar ook de tuinbouw moet CO2-uitstoot en gasverbruik verminderen. Een warmtenet is een duurzaam alternatief voor een warmtekrachtcentrale en een volgende stap in de energietransitie.
Het plan was om een warmtebuis aan te leggen van de fabriek naar de kassen van 17 kilometer lang. Daardoor stroomt het warme water van Shell naar de kassen. Een buis naar de andere kant voert het afgekoelde water weer terug. Voor de CO2 zou ook een leiding worden aangelegd. Plus een extra fabriek om de CO2 te ontdoen van andere restgassen.
Omdat de overheid nog geen goede regelingen heeft voor dergelijke warmtenetten, moesten we samen een sluitende businesscase maken. Dat leek lange tijd goed te gaan. De bedrijven zouden zo’n 20 jaar warmte afnemen. De netbeheerder wilde de leiding wel aanleggen, mits die afnemers zou hebben. De provincie Brabant financierde een deel mee. Shell zou de warmte leveren. Daar hoefden we op zich niets voor te hebben, want die warmte hebben we gewoon over. Maar we wilden wel een vergoeding voor de investeringen die we zouden moeten doen. Ook moesten we een goede inschatting maken van de risico’s die we zouden lopen. Als er iets zou misgaan met bijvoorbeeld een warmtewisselaar, dan zou het kunnen zijn dat onze fabriek tijdelijk zou moeten stoppen. En dat gaat al snel in de miljoenen lopen. Het was een flinke puzzel, die businesscase.
We waren een eind op weg, maar op het laatste moment bleken er toch een paar stukjes te ontbreken. Tijdens de onderhandelingen heb ik nog even gedacht: wij als Shell kunnen er toch best iets bij inschieten? Maar daar ben ik voor mezelf van teruggekomen. Duurzame projecten moeten gewoon goede businesscases hebben, voor alle betrokken partijen, anders komen de investeringen in toekomstige duurzame projecten gewoonweg nooit op gang. We moeten ook aan de toekomst denken. Ik heb gezocht naar externe financiering om het project rond te krijgen. En ik heb nog gewerkt aan een samenwerkingsovereenkomst. Op een zaterdag heb ik tot twee uur ’s nachts achter mijn pc gezeten.
Het mocht niet baten. Binnen zeer korte tijd daalden de gasprijzen. Daardoor bleek de bestaande gasgestookte warmtekrachtcentrale voor de tuinders financieel aantrekkelijker te zijn dan het nieuwe gasloze warmtenet. Eerst kreeg ik een mailtje van de tuinders met het slechte nieuws, daarna een telefoontje. Ik wist al snel: foute boel. Ik durf te zeggen dat het niet aan ons heeft gelegen. Het hele Shell-team wilde dit project. Het is dan verleidelijk bij zo’n teleurstelling om te denken: het ligt aan de tuinbouwbedrijven. Maar dat is het niet. Er zijn ook gewoonweg te weinig overheidsprikkels om dit soort projecten te financieren. Dat moet aangepakt worden, anders kan de transitie niet door. We gaan nu kijken hoe we onze restwarmte toch goed kunnen inzetten in West-Brabant. Dat is ook de energietransitie: vallen en weer opstaan.
Over Shell in Den Haag
Het onderhouden van goede relaties met de maatschappij is cruciaal voor ieder bedrijf. De overheid is daarin een belangrijke speler, maar zeker niet de enige. Energie is in de meeste landen een zaak van nationaal belang. De activiteiten en projecten van Shell zijn vaak direct van invloed op de leveringszekerheid van energie, de betalingsbalans en ook, steeds nadrukkelijker, de CO2-balans. Daarom heeft Shell een team dat de taak heeft om de dialoog te voeren met de nationale overheden waar we te gast zijn. Soms wordt om beleid gevraagd dat nodig is om energieprojecten succesvol te maken, soms gaat het andersom. Dan zorgen de managers overheidsrelaties ervoor dat Shell handelt naar de verwachtingen van overheid en de bredere maatschappij.
14 oktober 2019: de beslissing om samen CO2 op te slaan
Een belangrijke dag voor CO2-opslag in Nederland. Vandaag tekenden zeven partijen een overeenkomst om in de toekomst CO2 op te slaan in lege gasvelden in de Noordzee. Air Liquide, Air Products, ExxonMobil en Shell zijn bedrijven die CO2 uitstoten en willen afvangen. Voor het transport en de opslag zijn drie overheidspartijen betrokken; EBN, GasUnie en het Havenbedrijf Rotterdam, verenigd in het consortium Porthos. Gezamenlijk tekenden we voor het ontwikkelwerk dat moet worden gedaan voor het daadwerkelijke project om CO2 op te slaan. Het ontwikkelwerk alleen al gaat om fors geld, tientallen miljoenen. Er moeten namelijk allerlei onderzoeken worden gedaan. Denk aan geotechnische onderzoeken, geologische onderzoeken, buurtbijeenkomsten, vergunningstrajecten, ingenieurskosten, enzovoort. Daar moet je niet lichtzinnig over denken. Na de beslissing om ontwikkelwerk te doen, is er eigenlijk geen weg meer terug. Gelukkig zijn er wereldwijd meerdere CO2-opslagprojecten waar we veel van hebben geleerd.
Kort daarvoor was het nog even spannend: zouden alle partijen wel tekenen? Net op dat moment ging ik een lang weekend weg met vrienden, naar Italië. Voordat ik ging, lag alles nog open. Ik heb achterin de auto nog flink moeten overleggen over de overeenkomst. Met de Gotthardtunnel en allerlei andere obstakels van dien. Tja, het is niet anders. Het moest door. Gelukkig hadden mijn vrienden er wel begrip voor dat ik er af en toe even tussenuit moest. Ik was blij dat ik met vrienden op pad was en niet met mijn gezin. Want hoe leg je een kind van drie uit dat je echt dat telefoontje moet doen over CO2-opslag….
Zo’n overeenkomst voor het ontwikkelwerk voor de opslag van CO2 komt er nooit zonder een gedegen voorbereiding. En een goede samenwerking. In het project moet de CO2 van meerdere fabrieken worden samengebracht in een leeg gasveld voor de kust. Dat moet je technisch goed uitwerken. Wat gebeurt als de verschillende stromen bij elkaar komen? Wat als de stroom wordt stilgezet en afkoelt op de zeebodem? Hoe krijg je die dan weer op gang? Gelukkig zitten er veel ervaren bedrijven in het project, en kunnen we de experts van die bedrijven inzetten om zeker te stellen dat het technisch allemaal klopt. Ik moest in augustus flink aan de bak om de juiste Shell-experts op de hoogte te brengen van de laatste stand van zaken en hun advies erbij te krijgen.
Ook het samenstellen van contracten voor de opslag van CO2 is nieuw in Nederland. Voor het gastransport bestaan er al wel goede contracten. Voor de opslag van CO2 ligt het net wat anders allemaal. Als het moeilijk wordt om zo’n contract rond te krijgen, dan moet je weer gaan afpellen. En jezelf de cruciale vraag stellen: waarom zitten we hier in dit project met zijn allen? Omdat we iets met die uitstoot willen. We kunnen niet wachten. De energietransitie vraagt om dit soort nieuwe samenwerkingen. Je moet elkaar suf bellen om elkaars hand maar vast te blijven houden om de volgende fase in te kunnen. Dat is anders dan de traditionele manier van zaken doen, waarin veel structuren al vast staan. De energietransitie is technisch nieuw, commercieel nieuw, organisatorisch nieuw… Dat is mooi. En uitdagend.
8 oktober 2019: Brief aan de Tweede Kamer helpen schrijven voor duurzame warmte uit elektriciteit
In onze fabrieken willen we de uitstoot van CO2 beperken. Dat kan door met duurzaam opgewekte elektriciteit warmte te maken die we nodig hebben voor onze productie. Voor een deel kan dat op windenergie, maar als het niet waait, wat dan? Daar zijn zogenaamde Garanties van Oorsprong voor bedacht. Dat zijn bewijstukken die de afkomst van duurzaam geproduceerde energie aantonen.
Samen met de andere industriële partijen hebben we hiervoor de mogelijkheden besproken, in de werkgroep Power to Heat. Want koppel je windparken direct met een windmetertje aan een boiler op een fabriek? Of gebruik je het weerbericht om te kijken of er duurzame stroom is? Of werk je met certificaten als bewijsmiddel? Gezamenlijk zijn we naar Den Haag gegaan, om met ambtenaren te praten of er goede regelingen gemaakt kunnen worden. Ook proberen we via de politiek deze manier om CO2-uitstoot te reduceren onder de aandacht te brengen. Bijvoorbeeld met een brief aan de Tweede Kamer. Ik heb geholpen met het schrijven ervan. Via brancheorganisaties is deze verstuurd naar de energiewoordvoerders van de Tweede Kamer.
De dagen kort voor 12 september 2019: Shell Nederland steunt het Klimaatakkoord
12 September 2019 was een zeer belangrijke dag voor Shell Nederland; de dag waarop president-directeur van Shell Nederland Marjan van Loon en voorzitter van het klimaatberaad Ed Nijpels samen op de foto gingen wegens Shells steun aan het Nederlandse Klimaatakkoord. Voor de buitenwereld was dit een herkenbaar moment. Voor mij waren vooral de dagen ervoor spannend. Of eigenlijk nog eerder. Toen ik op zomervakantie was, kreeg ik al een berichtje van een collega: ‘Herman, rust nog even goed uit, als je terugkomt wordt het feest.’ En dat werd het, in augustus van 2019. We zaten vol in de interne besprekingen om de haalbaarheid van steun door Shell Nederland aan het Klimaatakkoord te onderzoeken. Daarbij moesten de mening en inzichten van de complete wereldwijde organisatie worden meegenomen. We zouden ons gaan uitspreken om, als eerste industriële partij van Nederland, de doelen uit het akkoord te onderschrijven. Dat is niet niks.
Heetste hangijzer uit het Klimaatakkoord is natuurlijk de belasting op de uitstoot van CO2. Die moest er komen, zeker. Ook wij willen dat die uitstoot wordt teruggedrongen. Ik heb zelf meegewerkt aan de totstandkoming van het akkoord, via de klimaattafel industrie. Na de presentatie van het Klimaatakkoord op 28 juni 2019 zijn wij nogmaals gaan rekenen hoe wij aan de verwachtingen van ons deel het akkoord konden voldoen. Daar hebben we specialisten voor binnen Shell. Die hielp ik met het interpreteren van het akkoord. Ook toetste ik met de industrieonderhandelaars of zij de tekst net zo hadden begrepen. Vervolgens hebben we dat door een onafhankelijk deskundige laten controleren. In augustus werd steeds duidelijker dat we het akkoord zouden kunnen ondersteunen.
Er moest natuurlijk ook een brief komen voor Ed Nijpels waarin we uitlegden dat we het Klimaatakkoord steunen. En, zoals dat bij grote bedrijven gaat, iedereen mag er zijn plasje overheen doen: de juridische afdeling, de mensen die kijken naar de beleggersbelangen, de directies van de locaties, de communicatie-afdeling… Iedereen heeft zo zijn eigen kijk, zijn eigen expertise. Zo krijg je sterke besluiten. Maar het is ook veel werk. Bijna was de brief definitief. Tot iemand twijfelde. Was de toon van de brief niet te positief? Wekten we geen al te hooggespannen verwachtingen? Buiten het feit dat we volledig achter het Klimaatakkoord staan en het ook noodzakelijk is om in actie te komen, betekenen de maatregelen uit het Klimaatakkoord nogal wat voor de industrie en voor Shell in het bijzonder. Bovendien vraagt het ook om actie van de overheid. Die boodschap moest ook in de brief. In allerijl moest ik in overleg met mijn collega’s. De afspraak met Nijpels was al gemaakt.
’s Avonds na mijn werk ging ik naar huis, een uurtje of zeven. Ik heb de kindjes nog op bed gelegd. Daarna ben ik meteen achter mijn computer gedoken. Om die boodschap erin te schrijven. Zonder de hele essentie overboord te gooien. Dat is goed gelukt. Iedereen was akkoord. De brief waarin Shell het Klimaatakkoord ondersteunt, als eerste bedrijf uit de industriesector, kon naar Ed Nijpels. Dat zijn spannende momenten.
4 September 2020: Mijn eigen Shell Newmotion laadpaal ingraven
Het is er nu echt van gekomen: ik heb mijn eerste elektrische auto gekocht. Of beter gezegd, onze eerste elektrische auto want mijn vrouw heeft ook meebetaald. Nadat ik in 2008 mijn toenmalige Volvo 240 station had verkocht uit milieu overwegingen (haalde nog geen 1:10 benzine), is dit de volgende grote stap in het opschonen van mijn prive leven.
En het goede nieuws is dat ik nog steeds Shell kan ‘tanken’, want door de aankoop van het bedrijf Newmotion twee jaar geleden heeft Shell nu ook een uitstekend aanbod op het gebied van elektrische laadpalen. Eenvoudig besteld via de website, binnen een paar dagen thuis bezorgd en onze elektricien kon aan het werk om 22 kW laadvermogen in mijn meterkast vast te knopen. Met een Shell Recharge key aan de sleutelhanger van mijn Kia E-Niro, dat is voelt nog eens vooruitstrevend.
Klein minpuntje was wel dat ik met mijn elektricien had afgesproken dat ik zelf de gleuf voor de kabel naar de laadpaal wel “even” zou graven. Nou dat valt dik tegen. Nadat de kindjes naar bed waren heb ik 3.5 uur staan spitten door heel wat oude boomwortels heen. De energietransitie kwam in dit geval letterlijk met zweet en blaren.

Over Herman van der Meyden
Herman van der Meyden studeerde politicologie in Leiden en Offshore Engineering aan de TU Delft. Sinds 2007 werkt hij bij Shell. Eerst was hij onderdeel van het team dat voor Shell toekomstscenario’s ontwikkelt. Daarna als ingenieur in Parijs en Monaco en als commercieel adviseur. Al vanaf zijn eerste jaren bij Shell hield het thema energietransitie hem bezig. Niet alleen tijdens zijn werk, maar ook daarbuiten. Hij schreef het boek ‘Het ideale energiegewicht’ met adviezen voor consumenten om energie te besparen. Ook zette hij de stichting Perspectivity op waar hij zich richtte op het ontwikkelen van serious games om sociale vraagstukken op te lossen. Vanaf de onderhandelingen voor het Klimaatakkoord in 2018 is hij onderdeel van Goverment Relations team van Shell en onderhoudt hij de contacten met Den Haag. Herman woont samen met zijn vrouw en twee kinderen in Amsterdam.
Meer Shell
Dagboek van de energietransitie
Huub, Charlotte, Marc en Herman geven een inkijkje in hun dagelijkse werkzaamheden met hun dagboek van de energietransitie.
De nieuwe energiekaart
Shell is groot in olie en gas. Maar op steeds meer plekken in Nederland werken we aan schonere energie. Benieuwd wat Shell in uw buurt of regio doet? Bekijk onze stapjes én stappen in de Nederlandse energietransitie.
Nieuws
Lees ons laatste nieuws, download onze jaarverslagen en zie hoe u contact kunt opnemen met de persvoorlichters van Shell in Nederland.