
Waarom Shell in hoger beroep gaat
22 mrt. 2022
English translation below
Dat Shell hoger beroep in heeft gediend tegen de uitspraak van de rechtbank in Den Haag doet niets af aan Shells ambitie om tegen 2050 een energiebedrijf te zijn met netto nul uitstoot.
In maart 2022 diende Shell hoger beroep in tegen de uitspraak van mei 2021 door de rechtbank in Den Haag. In die uitspraak verplicht de rechtbank Shell om haar wereldwijde CO2 uitstoot (scope 1 tot 3) tegen 2030 terug te brengen met netto 45% ten opzichte van de hoeveelheid in 2019. Daarnaast legde de rechter Shell een ‘zwaarwegende inspanningsverplichting’ op ten aanzien van de uitstoot van toeleveranciers en afnemers (scope 2 en 3).
De rechtbank geeft Shell tot eind 2030 de tijd om de opgelegde reductie te realiseren en geeft Shell ‘volledige vrijheid om haar reductieverplichting naar eigen goeddunken na te komen’. Terwijl we de uitkomst van het hoger beroep afwachten, zet Shell actief stappen om zich te houden aan de gerechtelijke uitspraak.
Er zijn echter aspecten van het oordeel van de rechtbank die gewoon niet haalbaar - of zelfs redelijk - zijn om te verwachten van Shell, of van een ander enkel bedrijf.
In de eerste plaats vraagt de rechtbank Shell om haar emissies verder en sneller te reduceren dan zelfs de meest progressieve beleidstrajecten van beleidsmakers. Het ‘Fit for 55’ pakket van de Europese Unie bijvoorbeeld, voorziet voor de industrie- en transportsector – waar ook een fors deel van Shells scope 3 uitstoot onder valt - een veel lagere reductie tegen 2030 van 20-25% ten opzichte van 2015. Shell wordt dus gevraagd om twee keer zo snel te gaan als de EU, terwijl de EU al één van de meest ambitieuze doelstellingen van de wereld heeft.
In de tweede plaats is niet duidelijk hoe Shell verantwoordelijk kan worden gehouden voor het reduceren van uitstoot waarover het geen controle uitoefent, namelijk de uitstoot van klanten die niet een vergelijkbare wettelijke verplichting hebben om hun emissies te verminderen. De rechtbank baseerde haar uitspraak op een ‘ongeschreven zorgvuldigheidsnorm’ naar Nederlands recht. Maar als ongeschreven zorgvuldigheidsnorm zou het zo voor de hand liggend, algemeen bekend en begrepen moeten zijn dat iedereen - niet alleen landen en bedrijven, maar ook ieder persoon - weet en accepteert dat ze hun koolstofemissies tegen 2030 met 45% moeten verlagen. Dat is niet het geval.
Shell werkt er continu aan om via de producten die wij verkopen onze klanten te helpen om hun uitstoot te verminderen. Maar ondanks het feit dat Shell een grote, wereldwijd opererende producent van energie is, hebben wij alléén geen directe invloed op de energiekeuzes van onze klanten. Het is aan overheden om te komen met de juiste maatschappelijke compromissen en met beleid om het energieverbruik van de samenleving fundamenteel te veranderen. Te denken valt aan het verplichten van koolstofarme auto’s.
We vragen ons bovendien af hoe effectief de uitspraak is in het tegengaan van klimaatverandering of het verminderen van de wereldwijde koolstofuitstoot. Stel bijvoorbeeld dat Shell zou stoppen met het verkopen van benzine om de energietransitie te versnellen. Het zou er niet toe leiden dat mensen minder benzine zouden kopen. Ze stappen simpelweg over naar een ander bedrijf. De totale vraag naar fossiele brandstoffen zou niet verminderen. Wel zou Shells klantenbestand krimpen en dat zou Shell de kans ontnemen om koolstofarme brandstoffen te verkopen en er een markt voor te creëren.
We zijn het er over eens dat het noodzakelijk is om het wereldwijde energiesysteem te veranderen en dat gecoördineerde veranderingen in het aanbod van energie nodig zijn. Maar een energiesysteem met netto nul uitstoot vereist veranderingen in zowel het aanbod van als de vraag naar energie. Om deze reden, en de hierboven genoemde redenen, gaan wij in beroep tegen de uitspraak van de rechtbank.
En laten we duidelijk zijn: dit verandert niets aan ons stevige commitment om een leidende rol te spelen in de energietransitie via onze investeringen, onze projecten, onze innovatie en onze partnerschappen. We versnellen Shells Powering Progress strategie om een bedrijf met netto nul uitstoot te worden tegen 2050. En we hebben een absoluut klimaatdoel ingesteld om de emissies uit onze operaties tegen 2030 op netto basis te halveren ten opzichte van 2016.1
Lees meer over de voortgang van Shell in de energietransitie in de volgende rapporten en op de volgende webpagina’s:
Energy Transition Progress Report 2021
1 Op Netto basis, dwz, met inbegrip van carbon capture and storage en nature-based solutions
English translation
Why Shell is appealing
Appealing the District Court of the Hague’s ruling does not change Shell's goal to become a net-zero emissions energy company by 2050.
In March 2022, Shell filed its appeal to the District Court of The Hague’s ruling from May 2021 ordering the company to reduce its worldwide aggregate carbon emissions across Scopes 1 to 3 by net 45% by 2030, compared to 2019 levels. The court imposed a “significant best efforts obligation” for Scopes 2 and 3.
The court order gives Shell until the end of 2030 to achieve the emissions reduction obligation and grants Shell broad discretion to determine how this reduction should be achieved. As we await the outcome of our appeal, we are taking active steps to comply.
However, there are aspects of the court’s judgment that are just not feasible, or even reasonable, to expect Shell – or any single company – to achieve.
Firstly, the court is asking Shell to reduce emissions further and faster than even the most progressive pathways set by policymakers. For example, the European Union’s “Fit for 55” policy package foresees a much lower 20-25% emissions reduction by 2030 (against 2015 levels) for the industrial and transportation sectors, which account for a significant proportion of the Scope 3 emissions that Shell reports. Shell is therefore being asked to go twice as fast as the EU, while the EU has one of the most ambitious pathways in the world.
Secondly, it is not clear how Shell can be ordered to reduce emissions it does not control from customers who are not under a similar legal obligation to reduce their emissions. The court based its ruling on an “'unwritten standard of care” under Dutch law. To be an unwritten standard of care, it would need to be so obvious, and so widely known and understood that everyone – not just countries and companies, but every person – knows and accepts that they must lower their carbon emissions by 45% by 2030. This is not the case.
Shell continually works to help our customers reduce their emissions through the products we sell. But despite being a major global energy producer, Shell alone cannot directly influence the energy choices made by its customers. It is for governments to determine the right trade-offs for society and to put in place the policies that bring about fundamental changes in the way society consumes energy, for example by mandating the sale of cars that run on low-carbon energy.
We also question how effective the judgment is in addressing climate change or in reducing global carbon emissions. For example, if Shell decided to stop selling petrol to accelerate the energy transition, it would not mean that people would buy less petrol. Customers would buy it from other companies, and total demand for fossil fuels would not change – it would only shrink Shell’s customer base. That in turn would deny Shell the ability to sell lower-carbon products and create a market for them.
We agree there is an urgent need to change the world’s energy system, and that coordinated changes in energy supply are necessary. But achieving a net-zero emissions energy system requires changes in both energy supply and demand. It is for this reason and those we mentioned above that we are appealing the District Court’s ruling.
But let's be clear, this does not change our firm commitment to play a leading role in the energy transition, through our investments, projects, innovation and partnerships. We are accelerating Shell’s Powering Progress strategy to become a net-zero emissions business by 2050, and have set an absolute climate target to halve emissions from our operations by 2030, compared to 2016 levels, on a net basis.
Read more about the progress Shell is making on the energy transition in the following reports and web pages:
Meer Shell
Shell en de klimaatzaak
Op 22 maart hebben we ons hoger beroep ingediend tegen de uitspraak in de klimaatzaak door de rechtbank Den Haag. Lees in ons dossier over de zaak waarom we in beroep gaan, hoe we werken aan een toekomst met schonere energie en wat we doen én gaan doen voor de Nederlandse energietransitie.
Wat er tot nu gebeurde
In 2019 dagvaardden Milieudefensie en andere organisaties Shell. Wat gebeurde er sindsdien? Plus: alle ingediende juridische documenten van Shell.
Veelgestelde vragen over de klimaatzaak van Milieudefensie
Shell heeft beroep aangetekend tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van mei 2021, waarin Shell plc ("Shell") wordt opgedragen haar wereldwijde gezamenlijke CO2-uitstoot tegen 2030 met netto 45% te verminderen ten opzichte van het niveau van 2019. De oorspronkelijke rechtszaak werd tegen Shell aangespannen door Milieudefensie, andere ngo's en een groep particulieren.