In 2004 moest Shell haar organisatie flink vereenvoudigen. De twee toenmalige moedermaatschappijen werden samengevoegd: de N.V. Koninklijke Nederlandse Petroleum Maatschappij en The Shell Transport and Trading Company, plc.

Shell stond destijds voor de keuze om het nieuwe hoofdkantoor in Nederland te plaatsen of in het Verenigd Koninkrijk. Probleem was dat Nederland wel dividendbelasting heft en het Verenigd Koninkrijk niet. Daarom creëerden wij een structuur met A- en B-aandelen. De B-aandelen werden uitgegeven aan de aandeelhouders van de voormalige Britse moedermaatschappij. Zij hoeven over dividenden betaald op deze aandelen geen dividendbelasting te betalen. Dit maakte de weg vrij voor een hoofdkantoor in Den Haag. 

Deze oplossing is volledig in lijn met de fiscale wet- en regelgeving in Nederland, zoals bevestigd door de Belastingdienst. Het recht om dividendbelasting te heffen op dividenden betaald aan aandeelhouders van de voormalige Britse moedermaatschappij heeft nooit bestaan in Nederland. Het effect van de gekozen oplossing was simpelweg dat deze situatie na de samenvoeging van de moedermaatschappijen werd voortgezet.

In tegenstelling tot wat SOMO schrijft, is de oplossing met A- en B-aandelen een zegen voor de Nederlandse schatkist. Zonder deze oplossing was het niet duidelijk of het hoofdkantoor van Shell in Nederland zou komen. Met dat hoofdkantoor draagt Shell veel bij aan de Nederlandse economie. Bovendien hebben onze buitenlandse aandeelhouders sinds de keuze voor deze oplossing miljarden aan dividendbelasting afgedragen. En dat blijft zo, nu de politiek heeft besloten dat de dividendbelasting niet wordt afgeschaft. Als Shell had gekozen voor een hoofdkantoor elders, zou de Nederlandse schatkist nul euro dividendbelasting van onze buitenlandse aandeelhouders (hebben) ontvangen.

Dit alles laat onverlet dat Shell de afschaffing van de dividendbelasting nog altijd zou verwelkomen. Afschaffing is belangrijk voor het aantrekken en behouden van multinationals die bijdragen aan investeringen, banen en het ecosysteem van grote, middelgrote en kleine bedrijven. Zie hier voor een nadere toelichting.