
"We moeten voldoen aan de verwachtingen van de samenleving"
Ben van Beurden over de nieuwe koers die Shell in het verleden heeft ingezet en de plannen voor de toekomst. “Er is echt iets in gang gezet.”
Door Michel Reinders en Robert Stiphout op 07 jan. 2020
Ben van Beurden lijkt van zijn stuk gebracht door de vraag. Of hij muziek luistert? “Ja.” Of hij kan vertellen wat bovenaan zijn meest beluisterde afspeellijst staat? “Nee. Mijn zoon heeft er geloof ik wel een voor me gemaakt.” Ja, de CEO van Shell luistert naar de Rolling Stones. Maar nee, passie voor muziek voelt hij niet. Niet echt. Zijn hart gaat uit naar zijn werk. Op zijn manchetknopen: het beeldmerk van Shell.
Het wel en wee van medewerkers, de waardering door aandeelhouders, vertrouwen en kritiek van de samenleving. Van Beurden trekt het zich allemaal “behoorlijk persoonlijk” aan. Sommige mensen dragen de wereld op hun schouders, Ben van Beurden draagt Shell. “Ik identificeer me enorm met het bedrijf.”
We zijn begonnen aan een nieuw decennium. Hoe kijkt u terug op de jaren tien van deze eeuw?
“Sommige mensen zien de afgelopen tien jaar als een kantelpunt wat betreft klimaatmaatregelen. Zelf twijfel ik, want de resultaten zijn er nog niet. Of tenminste, nog niet op de schaal die nodig is. Dat is een eenvoudige rekensom. Als je de huidige emissiedoelstellingen van alle landen bij elkaar optelt, beperkt de wereld deze eeuw de gemiddelde opwarming van de aarde niet tot twee graden Celsius boven pre-industrieel niveau, laat staan 1,5 graad. De wereld is bepaald nog niet op een snelrijdende trein gesprongen. Gelukkig is er ook goed nieuws. Want het afgelopen decennium is de wereld de opwarming van de aarde wel veel serieuzer gaan nemen. Het Klimaatakkoord van Parijs is er gekomen, de wereld heeft qua technologie enorme stappen gezet en mensen zijn veel bewuster bezig met klimaatverandering. Er is ook meer klimaatactivisme. Dat is de positieve kant. Er is echt iets in gang gezet.”
“Dus niet meer, groeit de oliesector met 2 of 3 procent? Maar: is er straks überhaupt nog groei?”

Is Shell ook veranderd de afgelopen tien jaar?
“Absoluut. Er is een enorme herbezinning geweest voor de organisatie. De wereld van de toekomst wordt anders dan de wereld zoals we die uit het verleden kennen, zeker wat betreft energie. Dit betekent dat het moeilijker is om onze strategie voor de toekomst te bepalen op basis van trends uit het verleden. Dus niet meer ʻGroeit de oliesector met twee of met drie procent?ʼ. Maar ‘Is er straks überhaupt nog groei?’. Ook hebben we goed nagedacht over wat Parijs nou eigenlijk voor ons betekent. Dat ging in stappen. Van ‘wij begrijpen Parijs’ en ‘wij omarmen Parijs’ naar ‘wij hebben een strategie die Parijs steunt’. Deze herbezinning heeft geleid tot een strategie met een ambitie om de CO2-intenstiteit van de energieproducten die we verkopen in hetzelfde tempo te reduceren als de samenleving dat doet terwijl zij de doelen van het Klimaatakkoord van Parijs probeert te halen. Dat betekent een verlaging van het gemiddeld aantal broeikasgassen per eenheid energie die we verkopen – met ongeveer 50 procent rond 2050, en zo’n 20 procent in 2035 als een tussenstap. Deze ambitie omvat de uitstoot van onze eigen operaties, van onze leveranciers en van het gebruik van onze producten door onze klanten. Uiteraard heeft Shell alleen controle over haar eigen uitstoot. Maar door de mix van energieproducten die wij leveren te verandereren, willen wij anderen ook helpen hun uitstoot omlaag te brengen. Tegelijkertijd is onze strategie voor de toekomst ook gericht op financiële groei. Dus: de CO2-intensiteit van onze energieproducten omlaag en aandeelhouderswaarde omhoog.”
Wat betekent dit voor de producten van Shell?
“De wereld heeft nog jaren olie en gas nodig, daarom moeten we dat deel van ons bedrijf gezond houden en dat zijn we ook van plan. Tegelijkertijd gaan we investeren in die delen van het bedrijf die helpen bij de transitie naar een energiesysteem dat helpt de uitstoot van broeikasgassen te reduceren en de kwaliteit van de lucht die wij inademen te verbeteren, en die dichter bij de klanten staan. Denk aan gas, chemie en bovenal meer en schonere elektriciteit, waarin volgens ons grote kansen liggen.”
Hoe zagen deze investeringen eruit in 2019?
“Neem elektriciteit. We willen bij bijna elke stap in het proces betrokken zijn, van elektriciteit opwekken uit wind en zonneschijn, tot handel en de directe verkoop aan consumenten. Daarom investeerden we in 2019 in verschillende onderdelen van het elektriciteitssysteem. Zo kochten we het Amerikaanse batterijoplaadbedrijf Greenlots. Ook namen we het Duitse sonnen over, dat gespecialiseerd is in slimme energieopslag. Verder kochten we het Australische elektriciteitsbedrijf ERM Power. Om maar een paar voorbeelden te noemen.”
Waarmee was u het afgelopen jaar minder blij?
“Ik ben teleurgesteld over onze veiligheidsprestaties. We hadden meer dodelijke ongelukken dan de afgelopen jaren. Dan kan je nog zulke mooie resultaten boeken, maar dat vind ik verschrikkelijk. En dan denk ik vooral aan de mensen die dichtbij de slachtoffers staan. De familie, vrienden en collega’s. Ik weet uit ervaring hoe erg dat is. Toen ik elf jaar geleden in de chemie werkte, overleed een van onze aannemers door een ongeluk op een constructieproject in Singapore. Het slachtoffer was een Maleisische man, net dertig, met zes kinderen. Je blijft nog heel lang denken: 'Wat had ik anders kunnen doen om dit te voorkomen?'. Die gedachte blijft lang hangen. We werken nu aan een nog betere veiligheidscultuur, een volgende stap die volgt op de voortgang die we het afgelopen decennium geboekt hebben.”
“Of we echt het beste energiebedrijf zijn. Die twijfel vat ik persoonlijk op”
U sprak net over Shells strategie om tegelijkertijd de CO2-intensiteit van de energieproducten te verlagen en de aandeelhouderswaarde te verhogen. Komt die boodschap goed over?
“Nog niet genoeg. Ook dat heeft met maatschappelijke veranderingen van de afgelopen jaren te maken. De samenleving kijkt met meer wantrouwen naar de energiesector. Het is nu lastiger om de wereld duidelijk te maken wat we doen en waarom we dat doen. Dat moeten alle energiebedrijven eigenlijk opnieuw leren. Zo ook Shell. We hebben goede, heldere ideeën over wat nodig is om de energietransitie te versnellen. Misschien moeten we die ideeën met wat meer nadruk vertellen.”
Vat u dat persoonlijk op?
“Absoluut. Dat geldt voor het vertrouwen van de samenleving als geheel, maar ook voor specifieke groepen. Neem bijvoorbeeld ons aandeel. Shell biedt een goed rendement, in een tijd van negatieve rentes. Maar investeerders vragen zich af of we wel altijd zo financieel gedisciplineerd blijven. Of we de transitie naar minder CO2 echt kunnen maken zoals we aankondigen. Of we echt het beste energiebedrijf zijn. Die twijfel vat ik persoonlijk op. Als ik naar de waarde van ons aandeel kijk, kan ik niet anders concluderen dan dat investeerders kennelijk minder vertrouwen in mij hebben dan ik in mezelf heb. Ik vind dat ik dat beter moet doen. Maar goed, dat is volgens mij ook wat mijn baan behelst, vertrouwen in het bedrijf vergroten. Niet alleen van investeerders, maar überhaupt van de samenleving, van iedereen.”
Kunt u eigenlijk afschakelen als u naar huis gaat?
“Daar heb ik best wel moeite mee. Ik neem dingen vaak persoonlijk. Zo ben ik ook altijd geweest. Ik denk niet dat ik dat kan veranderen. Maar dit is ook een kracht, een motivator. Als het me allemaal niks zou uitmaken, zou ik mijn werk niet goed kunnen doen. Ik laat dingen niet voorbij gaan. Ik doe iets.”
Wat heeft u het afgelopen jaar gedaan om het vertrouwen in het bedrijf te vergroten?
“Vooropgesteld: vertrouwen is lastig. Je kan niet zeggen: ‘Vertrouw mij nou maar, dan komt het goed’. Volgens mij vertrouwen mensen je uiteindelijk om twee redenen. Ten eerste als je eerlijk bent. Dus doen we ons niet anders voor dan we zijn. Zoals ik net al aangaf, blijft Shell nog een hele tijd in olie en gas. Daar hebben we goede redenenen voor, daar gaan we ons niet voor excuseren. Dus moeten we transparant zijn over wat we doen. Bijvoorbeeld over de vakverenigingen waarvan we lid zijn. Daarom hebben we afgelopen jaar het Industry Associations Climate Review gepubliceerd. Daarin hebben we het klimaatveranderingsbeleid van negentien vakverenigingen waarvan wij lid zijn tegen het licht gehouden. We hebben ons lidmaatschap van één vereniging niet verlengd, omdat onze opvattingen niet overeenkwamen. Ook moeten we transparant zijn over belastingen. Daarom hebben we onlangs een rapport gepubliceerd over onze belastingafdrachten.”

En wat is de tweede reden waarom mensen je vertrouwen?
“Volgens mij gebeurt dat als je verantwoordelijkheid neemt. Je moet doen wat je belooft. Sterker nog, je moet een leiderschapspositie innemen. Voor Shell betekent dit bijvoorbeeld dat we de transitie naar een schoner energiesysteem echt omarmen met onze net-carbon footprint-ambitie en onze investeringen in schonere energie. Zoals investeringen in wind- en zonneparken, waterstof en biobrandstoffen en in manieren om uitstoot te compenseren door CO2 af te vangen en op te slaan, de zogenoemde carbon capture and storage, en via het planten van bomen en het beschermen van natuur. Die verantwoordelijkheid heeft ook een financiële kant. Zo zien we in elektriciteit en een meer klantgerichte benadering enorm veel financiële kansen. Dat we dus echt, zoals wij dat noemen, een world class investment case zijn. En ja, heel langzaam begint dat door te dringen. Daar ben ik blij mee.”
U noemde net klimaatactivisme als een van de positieve ontwikkelingen van de afgelopen tien jaar. U heeft eerder gezegd dat u zelf hebt geprotesteerd toen u jong was. Hoe voelt het om aan de ontvangende kant te staan?
“Daar put ik hoop uit. Veel jonge mensen protesteren uit idealisme. En dat is goed. Meer dan goed zelfs, want idealisme zorgt voor inspiratie en vooruitgang. Zonder idealisme wordt de wereld een cynische aangelegenheid. Maar je moet idealisme koppelen aan realisme en pragmatisme. De wereld heeft ze allemaal nodig. Ook Shell heeft ze allemaal nodig. Als ik zelf geen idealist zou zijn, zou ik geen voortgang kunnen maken met de organisatie. Maar ik moet tegelijkertijd realistisch en pragmatisch zijn. Ik moet weten wat wel of niet werkt.”
Bent u het soms ook eens met activisten?
“Ja, zeker over onze gezamenlijke doelen. We willen hetzelfde voor de samenleving en de planeet. Mensen vinden dat soms moeilijk te geloven. Dan denken ze dat ik aan 'retorisch judo' doe. Dat komt omdat we het vaak oneens zijn over hoe we dat doel willen bereiken. Maar dat is iets anders. Hetzelfde doel, een andere manier. Zo zie ik in de transitie naar een schoner energiestysteem een duidelijke rol weggelegd voor grote organisaties zoals Shell. Het kan simpelweg niet enkel gedaan worden met nieuwe, kleine start-ups. We hebben op hele grote schaal succes nodig. Dat betekent een rol voor grote bedrijven met financiële slagkracht, veel ervaring en kennis en een wereldwijd netwerk. Volgens mij begint het besef te groeien dat we allemaal moeten samenwerken en dat grote bedrijven hierbij horen. De oplossing kan niet zonder ons worden bereikt.”
Dat klinkt positief. Kijkt u ook zo naar het volgende decennium?
“Zonder twijfel. Het komend decennium moet voor Shell op drie manieren baanbrekend worden. Natuurlijk financieel, maar dat is niet het enige en misschien ook wel niet het belangrijkste baanbrekende gebied voor Shell. Want Shell moet in de komende tien jaar ook successen in de energietransitie laten zien. Met een reductie van de CO2-intensiteit van de energieproducten die we verkopen en een omslag naar een energieportefeuille van de toekomst. Daarnaast moeten we voldoen aan de verwachtingen van de samenleving. We moeten vertrouwd, gewaardeerd en gesteund worden. Aan de verwachtingen van de samenleving voldoen betekent een echte bijdrage leveren. Het betekent veilig en verantwoord omgaan met de omgeving en met mensen. Producten maken die mensen willen en die ze nodig hebben. En gerespecteerd worden voor wat wij doen voor de samenleving. En als we dat allemaal doen, dan denk ik dat het gouden jaren worden voor Shell.”