Terugkijkend op het afgelopen jaar ziet hij verschillende hoogtepunten, zo geeft Ben van Beurden aan vanuit zijn werkkamer in Den Haag. “Binnen Upstream was bijvoorbeeld het besluit om door te gaan met het Appomattox-diepzeeproject in de Golf van Mexico een belangrijke mijlpaal. Zakelijk gezien een zeer verstandig besluit, ook bij een lage olieprijs. 

We hebben echt hard gewerkt om het project zeer kosteneffectief te maken. Daarnaast zijn we begonnen met de derde fase van ons Bonga-diepzeeproject voor de kust van Nigeria. Dat voegt waardevolle productie toe.”

Downstream profiteerde van de lagere olieprijzen; ze stuwden de raffinagewinsten. “Dit onderstreept nog maar eens het voordeel van het zijn van een geïntegreerd energiebedrijf. Ook onze focus op kostenefficiëntie werpt zijn vruchten af.” Belangrijk voor Downstream waren daarnaast de besluiten om fors te investeren in de Shell Pernis-raffinaderij en de chemische fabriek in het Amerikaanse Geismar, aldus Van Beurden.

Als hij er één hoogtepunt uit zou moeten kiezen, dan was het de aanbevolen combinatie met BG. “We liggen op schema om de deal begin dit jaar te kunnen afronden. Er is een belangrijke strategische fit op het gebied van diepwater en vloeibaar aardgas en we voorzien een sterkere focus, kasstroom en winstgevendheid dankzij de combinatie.” 

Over de dieptepunten hoeft hij niet lang na te denken. “Dat zijn de incidenten waarbij we collega’s verliezen en helaas was dat het afgelopen jaar het geval. En door een brand bij een van onze vestigingen in Singapore liep een aantal medewerkers ernstige brandwonden op. Ja, dergelijke incidenten vormen altijd de dieptepunten van een jaar. Niets is belang- rijker dan veiligheid.”

De voorgestelde BG-combinatie is een van de grootste deals ooit in de energiesector. Maar de aandelenkoers van Shell is sinds de bekendmaking achtergebleven bij die van de bedrijfstak. 

Waar ligt dit aan denkt u?

“De aandelenkoers heeft voor een groot deel mee- bewogen met de rest van de olie- en gassector. Onze bedrijfstak heeft het in de ogen van beleggers moeilijk, vooral vanwege de scherpe daling van de olieprijs. Maar inderdaad, je zou kunnen stellen dat de beurskoers van Shell nog iets verder is gedaald. 

Veel bedrijven hebben ingrijpende maatregelen getroffen, met forse kostenbesparingen en aanzienlijk banenverlies. Ook wij nemen veel maatregelen, waaronder het terugschroeven van kapitaaluitgaven, het reduceren van operationele kosten en zelfs het stopzetten van projecten die niet-concurrerend en onbetaalbaar zijn geworden. We reageren weloverwogen.”

Heeft uw voortdurende inspanning om Shell concurrerender te maken het bedrijf in deze periode geholpen?

“Het is een lastig jaar geweest. Maar onze grote, financiële kracht vóór de neergang heeft ons door de moeilijke marktomstandigheden van het afgelopen jaar heen geholpen. In deze periode van lage energieprijzen is de tering naar de nering zetten onze belangrijkste focus geweest. In 2015 hebben we onze uitgaven met elf miljard dollar weten terug te brengen, door te besparen op operationele kosten en onze kapitaaluitgaven te verminderen. 

Een sterk concurrentievermogen is in de huidige omgeving nog belangrijker. We hebben hard gewerkt om onze kosten terug te dringen en onze operaties concurrerender te maken. In sommige gevallen hebben we moeten besluiten om ons terug te trekken uit bepaalde activiteiten, om te kunnen investeren in gebieden waar we sterker zijn. Het gaat dus niet alleen om kostenbesparingen, het gaat om verstandig investeren. Het draait allemaal om een zo concurrerend mogelijk portfolio.”

Bent u in de loop van 2015 van mening veranderd over hoe de energieprijzen zich op termijn kunnen ontwikkelen?

“Nee. Ik geloof nog steeds dat de bevolkingsgroei, de stijgende levensstandaard en het voorzien in de basisbehoeften van de toenemende, stedelijke bevolking de vraag op lange termijn zal aanjagen. Tegelijkertijd zal de hoeveelheid olie en gas uit bronnen waarop de wereld vandaag de dag vertrouwt afnemen. 

De wereld heeft dus grote en voortdurende investeringen in nieuwe olie- en gasontwikkelingen nodig om alleen al de vraag bij te houden.Het investeringsscenario voor olie en gas blijft dus sterk, ondanks de groei van duurzame energie en alle benodigde verbeteringen in energie-efficiëntie.”

Hoe moeilijk was het om Alaska te verlaten na zeven jaar en miljarden dollars aan investeringen? Was het een teleurstelling of een opluchting? 

“Het was echt een teleurstelling. We hadden gehoopt en verwacht veel olie in Alaska te vinden. Dat was niet het geval. Vervolgens was het geen moeilijke beslissing om te stoppen. Ik heb altijd duidelijk aangegeven dat we onze operaties daar snel en veilig zouden staken op het moment dat we onvoldoende zouden ontdekken. 

Overigens denk ik dat de wereldeconomie op termijn olie uit de Arctic nodig heeft. Vergeet ook niet dat de wereld momenteel al veel Arctische olie en gas gebruikt. Wat Shell betreft? We hebben ons uit Alaska teruggetrokken en ik zie ons niet op korte termijn terugkeren.”

Wat vindt u het lastigste aspect van het leiden van een groot energiebedrijf?

“Het moeilijkste is te worden erkend als een waardevolle partner in de discussie over hoe we klimaatverandering kunnen tegengaan en er tegelijkertijd voor kunnen zorgen dat mensen toegang hebben tot de energie die ze nodig hebben. Het lijkt er soms op dat de mensen die het energiesysteem het beste kennen, in de ogen van het publiek weinig of geen geloofwaardigheid hebben als het gaat om de wijze waarop de omschakeling naar een koolstofarme samenleving realistisch te verwezenlijken is. 

Filmsterren en andere beroemdheden lijken daarentegen ironisch genoeg volkomen geloofwaardig als zij erover praten. Ik denk dat dit voortkomt uit de overtuiging dat er twee groepen mensen zijn: degenen met goede bedoelingen voor de aarde en mensen met kwade bedoelingen. En raad eens in welke groep wij worden geplaatst? Ik maak daar bezwaar tegen, want we hebben echt dezelfde goede bedoelingen. Ik wil ook het beste voor de aarde en voor de mensen.

Spijtig genoeg is het gevolg dat sommigen nu ten onrechte geloven dat klimaatverandering op een heel eenvoudige manier op te lossen is. De mensen die het energiesysteem begrijpen weten dat dat niet kan. Het zal een enorme inspanning, vastberadenheid en complexe maatregelen vergen om het tij te keren. 

Het probleem is dat wij als bedrijfstak in de ogen van het publiek ook veel aan geloofwaardigheid hebben verloren. Die geloofwaardigheid naar ons als bedrijf terugbrengen, te worden gezien als een waardevol onderdeel van de oplossing en een speler die een cruciale bijdrage kan leveren – dat vind ik het moeilijkste.”

Is dat de reden waarom u en negen andere topmensen gezamenlijk de VN-klimaattop in Parijs hebben opgeroepen een effectief akkoord te sluiten om de CO2-uitstoot te verminderen?

“Ja. Maar we moeten als samenleving verder gaan dan alleen afspraken over emissiereductie-doelstellingen. Doelstellingen afspreken kan sommige mensen tevredenstellen, maar je bereikt er eigenlijk niets mee. Er is krachtig beleid nodig. Beleid dat deze doel- stellingen echt dichterbij haalt. Zo zouden overheden een effectieve prijs moeten verbinden aan de CO2-uitstoot, zodat zowel het bedrijfsleven als de consument wordt aangemoedigd om te investeren in koolstofarme technologieën of om hun energiegebruik te veranderen.”

Dus hoe ziet de juiste weg naar een duurzame toekomst er volgens u uit?

“Ten eerste moeten we de energie-intensiteit van de economie terugdringen, met behulp van meer efficiency en betere producten. Het is evident dat we ook meer duurzame energie nodig hebben. In feite zullen we daar zoveel mogelijk van moeten hebben.Maar je kunt fossiele brandstoffen niet zomaar wegdenken. 

Ze zullen nog geruime tijd nodig zijn. Daarom moeten we deze essentiële energiebronnen voor miljarden mensen op de wereld zo koolstofarm mogelijk maken. Bijvoorbeeld door betere technologieën te ontwikkelen, en methoden om de geproduceerde CO2 af te vangen.”

Het Internationaal Energieagentschap stelt dat de technologie voor de opvang en opslag van CO2 (CCS) in 2050 een zesde van de vereiste emissiereducties voor zijn rekening kan nemen. Maar de ont­wikkeling van CCS blijkt traag te verlopen. Zal deze technologie ooit ten volle ­worden benut?

“Ook Shell ziet CCS als een cruciaal onderdeel van de oplossing voor klimaatverandering. In november hebben we in Canada een groot project voor CCS gelanceerd; het Quest-project, bedoeld om jaarlijks meer dan een miljoen ton CO2 veilig op te slaan.

We wisselen het ontwerp en de processen van Quest met anderen uit om hen te helpen deze technologie in te zetten om de CO2-uitstoot van industriële faciliteiten in de hele wereld te reduceren. 

Maar net als bij de meeste koolstofarme technologieën is een krachtig en betrouwbaar politiek draagvlak nodig om deze techniek optimaal te benutten. Daarom was het zo’n enorme teleurstelling toen de Britse regering in november de plannen afblies voor hulp bij de financiering van een groot CCS-project in de Schotse plaats Peterhead. Ons Peterhead-project zou de eerste CCS-faciliteit ter wereld zijn die is aangesloten op een bestaande, gasgestookte energiecentrale. Groot-Brittannië zou hiermee een leidende rol hebben gespeeld in deze belangrijke technologie. Nu hebben we het plan moeten laten varen.

CCS kan de emissie van gasgestookte centrales met negentig procent terugdringen en zou een goedkopere manier zijn om de CO2-uitstoot te verminderen dan bijvoorbeeld offshore windenergie. Maar de hoge kosten van het ontwikkelen van deze innovatieve projecten vereisen een betrouwbaar politiek ­draagvlak. Daarom is wereldwijd dringend krachtig overheidsbeleid nodig dat een prijskaartje hangt aan de CO2-uitstoot. Effectieve koolstofheffingen vormen voor alle bedrijfstakken een sterke stimulans om hun emissies aanzienlijk te verminderen. 

Iedereen wil een doeltreffende oplossing voor klimaat-verandering. Als je geld wilt steken in iets dat een groot verschil kan maken in het energievraagstuk en klimaatverandering kun je het maar het beste besteden aan iets dat het meeste rendement oplevert, toch?”

Hoe kan Shell nog meer helpen bij de omschakeling naar een duurzamere toekomst?

“We zouden nieuwe brandstoffen kunnen ontwikkelen, zoals biobrandstoffen. Die worden vaak over het hoofd gezien, maar zijn ook hernieuwbaar. We zijn al een grote producent van koolstofarme biobrandstof. 

Daarnaast zijn we bezig met de ontwikkeling van waterstof als brandstof, die ook op duurzame wijze te produceren is.Ik denk dat we eveneens een belangrijke rol kunnen spelen in het effectiever maken van hernieuwbare vormen van energie door ze te combineren met meer conventionele, koolstofarme energiebronnen, zoals gas. 

Er liggen geweldige mogelijkheden voor het ontwikkelen van grootschalige, geïntegreerde zonne- en gassystemen die veel minder CO2 produceren en toch zorgen voor een betrouwbare elektriciteitsvoorziening.”

Tot slot, meer op het persoonlijke vlak: in uw functie als leider van een van de grootste ondernemingen ter wereld moet u vrijwel voortdurend reizen. Hoe vindt u tijd voor uw gezin?

“Ik probeer zakenreizen in het weekend te vermijden. En wanneer ik thuis ben, haal ik zoveel mogelijk uit de kostbare tijd die ik bij mijn gezin doorbreng. Soms is dat niet mogelijk omdat ik nu eenmaal een beetje moet werken in het weekend. Maar als dat moet, sta ik vroeg op en zorg ik dat ik het doe voordat ze wakker worden.

Je moet erop letten voldoende tijd vrij te maken voor je gezin, anders wordt alles opgeslokt door je werk. Het is niet makkelijk daar het juiste evenwicht in te vinden, maar gelukkig heb ik een vrouw die me daarbij helpt.”

Zie ook

Olie en gas opnieuw ‘uitgevonden’

De energiesector zal zijn innovatietempo fors ­moeten opvoeren. En dat is precies wat de Oil & Gas Reinvented Community probeert te realiseren.