
Groeispurt in de proeftuin
Ameland gaat voor honderd procent duurzaam. Vijftien tot twintig jaar voorlopen op de milieumaatregelen van morgen. Met dat doel voor ogen slaan bestuur, burgers en bedrijven op Ameland de handen ineen. “Op een eiland wonen mensen die gewend zijn voor zichzelf te zorgen.”
De meest zichtbare plek is het hoekje bij het ‘vliegveld’, officieel Ameland Airport Ballum geheten. Het is een weidse benaming voor een grasbaan, een met hout beschoeid verkeerstorentje en een ambtenaar annex verkeersleider die in het laagseizoen drie minuten moet rijden vanaf het gemeentehuis aan de andere kant van het kleinste dorp van het Waddeneiland; op de fiets of met de auto, in tijd maakt het niets uit.
In de zuidwestelijke hoek van het vliegveld staan netjes in rijen 23.000 zonnepanelen op een oppervlakte van tien hectare, zeg maar veertien voetbalvelden. Met een gemiddelde opbrengst 5,6 miljoen kilowattuur zorgt het park voor de elektriciteitsvoorziening van 1.500 huishoudens op het Waddeneiland. Oftewel, anders berekend, twintig procent van de elektriciteitsbehoefte van het eiland, in de periode buiten het toeristenseizoen.
Tegenwind
Burgemeester Albert de Hoop zwaait sinds 2006 de scepter over het eiland. Hij weet nog wat een puzzeltocht de ontwikkeling bleek te zijn van zonnepark ameland - een samenwerkingsverband van gemeente, Eneco en de Amelander Energie Coöperatie (AEC) waarin eilanders en vakantiehuizenbezitters via een obligatielening in deelnemen.
“De ambities waren al eerder uitgesproken, plannen waren er ook genoeg, maar toch kwam het zonnepark maar niet van de grond. Het vinden van een geschikte locatie bleek het grootste struikelblok”, legt de D’66-politicus uit. “Als gemeente bezitten we namelijk geen grote stukken grond. ‘Uitgezonderd het vliegveld dan’, zo dacht ik eens toen ik het van boven zag. Maar hoe groot moet een vliegveld zijn om veilig te zijn? Passen daar zonnepanelen bij?”
Met die vraag pakte de burgemeester de telefoon om persoonlijk op zoek te gaan naar het antwoord. “Dat bleek nog niet zo gemakkelijk”, zegt De Hoop. Maar de bestuurder weet dat je tegenwind kan verwachten als je voorop wilt lopen, en zette door. Uiteindelijk konden in 2015 de werkzaamheden beginnen. De eerste zonnestroom kwam in 2016 uit het stopcontact.
“We willen het eiland niet alleen verduurzamen, we willen ook een rendabel project”, zo stelt de burgemeester. En het zonnepark is rendabel gebleken, geeft AEC-voorzitter Johan Kiewiet aan. "En niet alleen omdat het aantal zonne-uren in 2016 hoger lag dan verwacht. Er zijn zelfs plannen voor de bouw van een tweede zonnepark, al is het vinden van een goede locatie alleen maar lastiger worden."
Meer dan zon
Het zonnepark is maar een van vele, al uitgerolde, duurzame projecten op Ameland. Op 45 plaatsen staan brandstofcellen die op een hele efficiënte manier stroom maken van aardgas of groen gas. Zo is er ook stroom als de zon niet schijnt. Op nog eens tachtig andere plaatsen zijn hybride warmtepompen in huizen geplaatst. De warmtepompen verwarmen het huis grotendeels in de winter en koelen het in de zomer. De bijpassende HR-ketel verwarmt het tapwater en springt bij op hele koude dagen als de warmtepomp het huis onvoldoende kan verwarmen.
Verder rijdt de bus sinds begin dit jaar op duurzame stroom, is de straatverlichting in drie dorpen voorzien van LED-licht, staan er twee kleine warmtekrachtinstallaties, waarvan een bij het zwembad Klein Vaarwater in Buren. En twee innovatieve gaswarmtepompen – die veertig procent zuiniger zijn dan een gewone verwarmingsinstallatie – verwarmen het Natuurcentrum in Nes. Op termijn zou die laatste installatie ook op groen gas uit de vergistingsfabriek moeten kunnen werken.
Natuurlijk hek
Deze experimenten zijn de afgelopen tien jaar tot stand gebracht onder de vleugels van de grondleggers van Duurzaam Ameland (gemeente Ameland, Eneco, Gasterra, NAM en Philips).
Nu is het echter tijd voor versnelling en verbreding van de inspanningen. Onderliggende drijver is de ambitie om als eiland vijftien tot twintig jaar voorop te lopen in de energietransitie, in 2020 zelfvoorzienend te worden in duurzame energie en daardoor CO2-neutraal te zijn. Maar waarom zou Ameland dat willen? “Het snelle antwoord is ‘waarom niet?’”, zegt burgemeester De Hoop lachend. En serieuzer: “Laten we niet vergeten dat we een verantwoordelijkheid hebben ten opzichte van volgende generaties. Wat je nu kunt doen, moet je dus niet laten.”
Dat geldt echter voor iedereen. Wat maakt Ameland zo speciaal? “Het is mijn overtuiging dat je innovaties op energiegebied het beste op een eiland kan uitproberen. Een eiland is een omsloten geheel en er wonen mensen die gewend zijn voor zichzelf te zorgen. Je kunt op een eiland de uitkomsten zuiver meten. Het water fungeert als een natuurlijk hek. Dat voordeel is inmiddels ook Europees gezien en vastgelegd in het door de Commissie in Brussel gesteunde Smart Island Statement. Dingen die je in het klein uitprobeert, kan je daarna extrapoleren in de grote wereld buiten.”
En er is meer. “Het past natuurlijk ook in de pr van het eiland en het is goed voor het toerisme. Dat geeft een extra stimulans. We willen dat gasten hier met een goed gevoel komen, hier netjes kunnen verblijven en tevreden weer weggaan.”
Om die ontwikkeling te versnellen is aan het begin van de zomer het aantal partners van Duurzaam Ameland formeel uitgebreid. Aan de wetenschappelijke kant zijn TNO (Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek/red) en Hanzehogeschool Groningen/EnTranCe toegetreden. En misschien nog wel belangrijker is het aanschuiven van netbeheerder Liander.
Slim koppelen
Voor het waarmaken van de eerder door de gemeenteraad vastgelegde ambities – en daar waar mogelijk een stap extra te zetten – moet de transitie sneller verlopen. Om in de buurt van de doelstelling te komen, is het nodig alle losstaande initiatieven via een slim netwerk (smart grid) aan elkaar te koppelen.
Bijvoorbeeld omdat waar mogelijk wordt overgestapt van gas naar stroom. Bijvoorbeeld omdat productie en verbruik van stroom met elkaar in evenwicht gebracht moeten worden. En bijvoorbeeld omdat NAM, die ten noorden van het waddeneiland gas produceert, de ambitie heeft de installatie te elektrificeren (zie kader).
“Daarom is het essentieel dat we nu ook kennisinstellingen als TNO en Hanzehogeschool Groningen/EnTranCe aan boord hebben”, zegt burgemeester De Hoop. “Ik heb in het verleden wel eens op de TU Delft met de rector gesproken. Toen heb ik hem gevraagd: ‘doen jullie ook aan toegepaste wetenschap?’. Een beetje pijnlijke opmerking, maar dat is precies wat TNO en EnTranCe aan dit project gaan bijdragen. Meten, testen in het laboratorium en dan gecontroleerd toepassen hier op het eiland.”
Elektrificeren
De bijdrage van nieuwkomer Liander is een heel ander verhaal. Met de verdere elektrificatie van het wonen en werken op Ameland moet ook het stroomnetwerk ingrijpend worden aangepast, zeker als verschillende energiebronnen aan elkaar worden gekoppeld. Bovendien zal de vraag naar elektriciteit op het eiland grofweg verdubbelen als NAM op het productieplatform overschakelt van gas naar stroom.
“Experimenteren gaat in tegen de natuur van een netbeheerder”, legt programmamanager Harold Veldkamp van Liander uit. “De ambities van Ameland stellen ons echt voor grote uitdagingen. Hoe kan je nieuwe slimmigheden combineren met de opdracht een betaalbaar en betrouwbaar netwerk aan te bieden.
Hoe voorkom je het ontstaan van tekorten of overschotten? Wat betekent dit allemaal voor je netwerk? Er loopt nu een elektriciteitskabel door de Waddenzee naar Ameland, en een reservekabel met een vergelijkbaar vermogen. Zouden we die kabel ook kunnen gebruiken voor het opvangen van schommelingen?”
Liander zet de vragen en mogelijke oplossingen momenteel op een rijtje en stelt scenario’s op. Die zal de netbeheerder bespreken met alle betrokkenen - overheid, burgers en bedrijven. Over ruim een jaar moeten die scenario’s de basis geven voor het starten van tastbare werkzaamheden en investeringen in het nieuwe, slimme netwerk. Gemakkelijk gaat het niet worden, weet Veldkamp. Hij laat er zich niet door uit het veld slaan. “Alles is gericht op de wens om in 2021 op Ameland een CO2-vrij energiesysteem te hebben.”
Ook burgemeester Albert de Hoop weet dat er nog een lange weg te gaan is. “Maar weet je wat het leuke is? Het geeft energie om bezig te zijn met energietransitie.”
Gasplatform wil over op stroom
NAM wil de offshore productiefaciliteit ten noorden van Ameland elektrificeren. Nu nog gebruikt het bedrijf circa tien procent van de productie als krachtbron voor het laten werken van onder meer de compressoren. Op termijn moet de gehele installatie over op aandrijving door stroom.
Die ambitie heeft NAM (50% Shell, 50% ExxonMobil) begin van deze zomer uitgesproken. Het betreft de productielocatie Westgat, drie kilometer voor de kust van Ameland. NAM wint daar sinds 1986 aardgas. Met zeven productieputten produceert de maatschappij daar jaarlijks vierhonderd miljoen kubieke meter aardgas. “Onze ambitie is om in 2021 volledig geëlektrificeerd te zijn”, zegt Martijn Kleverlaan, projectmanager bij NAM. “En natuurlijk willen we daar dan liefst duurzaam opgewekte stroom voor hebben”, voegt hij er voor de volledigheid aan toe.
Als NAM overschakelt naar stroom betekent dat een verdubbeling van de vraag naar elektriciteit op Ameland.