
GTL wint terrein in de binnenvaart
Met ruim vijfduizend kilometer bevaarbare waterwegen en zevenduizend binnenvaartschepen heeft Nederland een vooraanstaande positie binnen de Europese binnenvaart. Een derde van het goederenvervoer vindt zijn weg over Hollandse rivieren en kanalen. Maar ook deze sector moet groener. Een van de schone alternatieven is varen op GTL (Gas-to-Liquids).
GTL is een synthetische, vloeibare brandstof gemaakt van aardgas en doet zijn intrede in de binnenvaart. De eerste reacties zijn positief. Inmiddels zijn vier riviercruiseschepen van rederij Scylla overgestapt op Shell GTL Fuel Marine. “Onze gasten stellen zeer hoge eisen aan comfort”, vertelt Scylla-CTO Robert Reitsma in het kantoor van scheepstimmerbedrijf Da Capo, gelegen langs de Merwede.
Timmerlieden leggen er de laatste hand aan het binnenwerk van de Grace, het nieuwste cruiseschip dat dit voorjaar in de vaart gaat. Familiebedrijf Scylla, opgericht in 1973, bezit een vloot van 24 zeer luxe riviercruiseschepen, met als bestemming de Europese hoofdsteden en landschappen. Touroperators van luxe riviercruises wereldwijd zijn Scylla’s klanten.
“En die hoge eisen mag je ook verwachten, bij een vijfsterrenhotel op het water, met een gemiddelde kamerprijs tussen de vijf- en zeshonderd euro per nacht. We richten ons echt op het luxe segment, met veel vermogende gasten uit de Verenigde Staten en Azië”, zegt Reitsma die samen met zijn broer en vader de leiding heeft over het internationale bedrijf met duizend medewerkers.
“Het is dan ook niet meer dan logisch dat we continu werken aan het verbeteren van onze producten en dienstverlening aan onze gasten.”
De in Basel gevestigde rederij houdt daarom graag zelf de regie in handen bij de bouw van haar schepen. “Wij weten immers het beste wat onze
klanten willen. Het wordt als het ware een custom build schip voor onze touroperators.” Uiteraard zijn de schepen gebonden aan een aantal maximale afmetingen, die nauw samenhangen met de bestemming, zoals bruggen, diepgang en sluizen.
“Maar daarbinnen bepaal je zelf de inhoud. Voor de Duitse markt varen we bijvoorbeeld met vijfsterrenschepen, waarop zo’n 220 gasten kunnen verblijven. Terwijl de Grace hier, gericht op het hoogste (Amerikaanse) segment, maar zo’n 130 gasten ontvangt. Hier heb je bijvoorbeeld alleen maar suites.”
“Kijk, daar gaat ze…”, wijst Reitsma, terwijl de Grace de haven van Da Capo uit manoeuvreert. “Onze nieuwste aanwinst die volledig op GTL gaat varen.” De Grace is op weg naar buurman Neptune Shipyards iets verder westwaarts langs de Rivierdijk in Hardinxveld-Giessendam. Daar gaat ze het dok in, voor de laatste controles.
“Voor ons is de luchtkwaliteit belangrijk. Voor onze gasten, maar als bedrijf wil je je lokale emissies ook zoveel mogelijk beperken”, geeft Reitsma aan. Via Vidol Marine, de distributeur van Shell GTL Fuel Marine, hoorde hij over de nieuwe brandstof. Zonder aanpassingen of investeringen is de synthetische brandstof direct geschikt voor gebruik in bestaande dieselmotoren, dus ook in scheepsdiesels.
De brandstof verbrandt efficiënter dan conventionele, op aardolie gebaseerde, standaarddiesel. Met als grootste voordeel dat er minder lokale emissies zijn en minder roet. “Geen dikke rookpluimen boven de Grace. Ik werd hier direct enthousiast van”, zegt Reitsma. “Bovendien spreekt het principe om de milieuwinst al bij de bron te pakken, me zeer aan, in plaats van achteraf te werken met katalysatoren en roetfilters. Wat je er aan de voorkant niet in stopt, hoef je er aan de achterkant niet uit te halen.”
Deze zomer zijn de eerste drie cruise-schepen van Scylla al overgestapt van traditionele gasolie op GTL. Plus nu de Grace, het eerste riviercruiseschip dat vanaf zijn tewaterlating honderd procent op Shell GTL Fuel Marine vaart. De eerste officiële resultaten van het emissie-onderzoek komen in het voorjaar van 2016, maar de verwachtingen bij Reitsma zijn hoog gespannen.
“De eerste ervaringen zijn veelbelovend. Voor ons een nieuwe stap in het verder verbeteren van onze milieuprestaties. Natuurlijk willen we voorkomen dat gasten die in de zon op het bovendek in de jacuzzi liggen, de kans lopen op een verdwaald roetdeeltje in hun glaasje prosecco. Maar daarnaast willen we de milieubelasting in de plaatsen waar we aanmeren zoveel mogelijk beperken. Zo liggen we in hartje centrum Parijs, maar varen we ook door kwetsbare natuurgebieden in Noord-Duitsland.”
In dichtbevolkte stedelijke gebieden, waar steeds vaker milieuzones verschijnen, zijn bedrijven al langer bekend met GTL als brandstof, zoals OV-organisaties en afvalophaaldiensten. “Dat het ook een schoner alternatief is voor de binnenvaart, is eigenlijk pas recent‘ontdekt’”, geeft Marcel van den Berg, Key Account Manager Commercial Fuels Shell Nederland, aan.
Een belangrijke driver hiervoor zijn de steeds strengere milieunormen die (gaan) gelden voor de binnenvaart. Vanaf 2007 moeten binnenvaartschippers zich houden aan CCR2, een milieunorm opgesteld door de Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR). Een nieuwe Europese normering die aanvankelijk in 2016 van kracht zou worden, is uitgesteld tot na 2020.
De sector moet dus op zoek naar schonere oplossingen. En met name voor de wat kleinere schepen van vaak ouder dan twintig jaar, is de situatie urgent. Door de oudere motoren liggen de emissiewaarden boven de normen van CCR2. En dan heb je het al snel over een groep van duizend binnenvaartschepen”, legt Van den Berg uit.
“Oplossingen kan je zoeken in de vorm van aanpassing van de hardware, zoals nieuwe motoren of katalysatoren. Maar dit is voor veel scheepseigenaren – vaak familiebedrijven – geen optie. Die hebben niet de financiële kracht om te investeren in een nieuwe motor, een nabehandelings- of roetfiltersysteem.”
GTL is voor deze groep een laagdrempelige en directe oplossing om toch te kunnen voldoen aan de strengere CCR-eisen. Aanpassingen aan bestaande dieselmotoren zijn namelijk niet nodig. Uit metingen van Vidol Marine, blijkt dat de deeltjesuitstoot met Shell GTL Fuel Marine in een CCR0- en CCR1-binnenvaartmotor tot wel 58 procent afneemt, zonder nabehandeling. “En daarmee kan je in één keer voldoen aan de geldende milieueisen”, zegt Mark Snoek, bij Vidol Marine verantwoordelijk voor de distributie van Shell GTL Fuel Marine in Nederland voor de scheepvaart.
“De milieueffecten van GTL hangen nauw samen met het soort schip, de motor en de afstelling ervan”, zegt Snoek. Naast de harde cijfers, ervaren schippers ook echt het verschil. “Ze merken vrijwel unaniem dat de rook significant is verminderd. De typische diesellucht is verdwenen, het wasgoed aan dek blijft schoon, de vlag wordt niet groezelig, kleren stinken niet meer en de longen blijven schoon.
Ook geven ze aan dat GTL ‘rustiger vaart’ en stiller is (minder ‘tokkelen’). Als ze eenmaal zijn overgestapt, willen ze niet meer terug.”
En niet onbelangrijk, de motoren van een binnenvaartschip dat op Shell GTL Fuel Marine vaart, blijven veel schoner. “We denken dat voor de lange termijn het onderhoudsplaatje aanzienlijk vriendelijker wordt voor de portemonnee, dan nu”, zegt Snoek, die zijn carrière is gestart bij de binnentankvaartvloot van Shell.
Een ander voordeel van GTL is dat het product tot twintig graden onder nul beveiligd is.
“Bovendien valt water er dwars doorheen. Dat is voor schepen heel belangrijk, aangezien ze veel last hebben van condensvorming”, aldus Snoek. Verder is een belangrijke eigenschap dat het een niet giftig product is, dat bovendien biologisch afbreekbaar is. Dat betekent veel minder schade aan het milieu bij een calamiteit.
Snoek ziet vooral kansen voor de wat kleinere binnenvaartschepen met een volume tot 150 kuub. “Dat zijn de schepen die nog een beetje vet op de botten hebben. Die kunnen zich de luxe van een iets duurdere brandstof permitteren.” Daarmee snijdt Snoek een belangrijk punt aan; eigenlijk is er maar één groot nadeel aan GTL: de prijs.
Die ligt op dit moment nog boven de prijs voor traditionele brandstoffen. Van den Berg geeft daarbij aan dat er nog wel een slag gemaakt kan worden in de optimalisatie van de distributie. “We zitten met GTL duidelijk in een kip-ei-situatie, kenmerkend voor deze marktfase. Pas bij grotere volumes, kan je die supply chain (leveringsketen, red.) verder optimaliseren. Maar dat ga je pas doen als je zeker weet dat de volumes stijgen.”
De beschikbaarheid van GTL is inderdaad nog een puntje van aandacht, geeft ook Scylla-eigenaar Reitsma aan. Op dit moment levert Vidol Marine vanuit het depot in Arnhem met tankwagens aan zeven bunkerstations Shell GTL Fuel Marine. Daarmee is de belangrijkste driehoek in Nederland gedekt. De binnenvaartschepen passeren echter ook de landsgrenzen, en daarbuiten is GTL nog niet beschikbaar.
Van den Berg: “Daar werken we hard aan. Voor een internationale klant als Scylla is het een belangrijke voorwaarde om over te stappen op GTL, en dat is begrijpelijk.” Shell heeft voor een periode van een jaar toestemming om GTL te kunnen bunkeren (scheepvaartjargon voor tanken, red.) in Frankrijk, waar nu drie cruiseschepen van Scylla varen. “Wellicht een eerste begin van een nieuwe afzetmarkt”, zegt Van den Berg.
Inmiddels varen naar schatting vijftig binnenvaart-schepen en één zeeschip op GTL. “Dat is nog pril, maar het is een echte groeimarkt, zeker als de strengere milieunormen van kracht worden”, zegt Snoek.
“Ik hoop dat ik over vijf jaar kan zeggen dat tussen de vijf tot tien procent van de markt op GTL is overgestapt. Dat is ambitieus, maar dat ga ik proberen. Ik geloof er in, en ik zie gewoon dat schippers het roken van die motoren als hinderlijk ervaren, dat ze alleen al voor het comfort willen overstappen. En de binnenvaart is één grote familiekliek; mond-tot-mondreclame werkt daar heel sterk. Het kan dus rondgaan als een lopend vuurtje.”
Tachtig procent van de Europese binnenvaart is in handen van Nederland. Deze vooraanstaande positie heeft ons land vooral te danken aan zijn ligging, en uiteraard aan de aan- en afvoer vanuit Rotterdam naar het achterland. Nederland is in feite één grote doortrekroute, van waterwegen en watersnelwegen, waarvan ruim vijfduizend kilometer bevaarbaar is.
Alles wat niet over de weg kan, gaat over het water. In Nederland varen bijna zevenduizend binnenvaartschepen, met een totaal laadvermogen van 8,8 miljoen ton.
Daarmee beschikt Nederland over de grootste en modernste vloot van Europa. Het grootste binnenvaartschip kan tot 16.000 ton vervoeren (gelijk aan 660 vrachtwagens), het kleinste schip kan 362 ton (veertien vrachtwagens) vervoeren.
De markt van passagiersschepen groeit hard. Inmiddels varen ruim negenhonderd passagiersschepen onder Nederlandse vlag en per jaar komen er vijftien nieuwe schepen bij. Het jaarlijkse brandstofverbruik (vloeibare gasolie) van de binnenvaart bedraagt circa 1,1 miljoen ton. De CO2-uitstoot van de binnenvaart ligt echter tot drie keer lager dan het wegvervoer, omdat binnenvaartschepen meer lading per keer vervoeren.
Per tonkilometer stoten schepen drie tot zes maal minder CO2 uit dan vrachtwagens (bron: Bureau Voorlichting Binnenvaart).
Zie ook
Geloofwaardig en cruciaal
Shell-CEO Ben van Beurden loodst Shell door een moeilijke periode voor de energiesector.
Olie en gas opnieuw ‘uitgevonden’
De energiesector zal zijn innovatietempo fors moeten opvoeren. En dat is precies wat de Oil & Gas Reinvented Community probeert te realiseren.