
Monteur schaarser dan ingenieur
Tekst Freuke Diepenbrock
Technisch personeel is steeds lastiger te vinden. De sector kampt met een toenemend aantal vacatures waar veel te weinig werknemers voor zijn. En niet iedereen die van een technische studie komt, kiest vanzelfsprekend voor een baan in de techniek.
“Het gaat voor bedrijven de komende jaren echt heel lastig worden om technische mensen te vinden”, zegt Ruud Gerards, onderzoeker aan het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) van de Universiteit van Maastricht. Werkgevers zullen volgens prognoses van het ROA zeker de komende vier jaar rekening moeten houden met nijpende tekorten aan technisch geschoold personeel.
Gerards noemt het imago van de technische sector als een belangrijke reden dat vacatures lastig zijn in te vullen. “Er zijn prachtige banen te krijgen in de techniek, maar de sector heeft te maken met een imagoprobleem. Wie er nooit een kijkje heeft genomen, denkt al snel dat het werk ‘vuil’ en ‘zwaar’ is. Dat houdt mensen tegen en draagt eraan bij dat te weinig scholieren kiezen voor techniek. Daardoor blijft het aanbod van technische schoolverlaters achter bij de vraag. Ook kiezen nog altijd weinig meisjes op de middelbare school voor techniek”, legt hij uit.
Mannenwereld
“Een beetje vuil is soms ook juist wel leuk hoor”, zegt Saskia Klaassens, die al jaren werkt als operator bij Shell op de raffinaderij in Pernis. “De producten waarmee we werken, zijn niet schoon, dat klopt, maar alles eromheen is dat wel. Daar zijn ook strenge regels voor.”
Klaassens begon op haar achttiende bij Shell. Zij wist al wat het beroep inhield door de ervaringen van haar vader, die tot zijn pensioen operator was bij Shell. Tot nu toe werken weinig vrouwen als operator bij Shell Pernis. “Dat is natuurlijk erg jammer”, zegt Klaassen. “Voor mij is het werken in een mannenwereld inmiddels heel normaal, dat was op de opleiding natuurlijk ook al zo. Ik weet niet beter.”
Gerards heeft de afgelopen jaren de ‘mannen’-cultuur ook in de rest van de sector al wel langzaam zien veranderen. Hij ziet bij bedrijven ook vaker de bereidheid om te kijken naar de mogelijkheden om privé en werk beter te combineren. “De sector liep daarin altijd nog wel achter, maar inmiddels is wel iets op gang gekomen” zegt hij. “Er is ook zoveel keus als je wilt werken in de techniek; binnendienst, buitendienst, ... Het zijn heel diverse banen. Maar dat is nog niet altijd voor iedereen duidelijk.”
Daarom is het volgens de onderzoeker zo belangrijk dat de sector veel uitleg geeft over het soort werk dat er te doen is. Veel bedrijven geven voorlichting aan leerlingen op scholen en proberen ook docenten te laten zien hoe hun vak in de praktijk toepassing vindt.
Krapte
In het onderzoek dat het ROA heeft uitgevoerd in opdracht van het opleidingsfonds A+O Metalektro – waaronder een breed scala aan bedrijven valt, van metaalindustrie tot aan hightech – geeft 35 procent van de ondernemingen aan dat ze op dit moment al veel tot zeer veel problemen hebben bij het vinden van technisch personeel. Het is niet voor het eerst dat een dergelijke krapte op de arbeidsmarkt ontstaat. Er lag ooit al een piek in het tekort aan personeel in 2007/2008. Gerards: “Maar we gaan nu weer heel hard diezelfde kant op”.
Door die krapte zien bedrijven zich genoodzaakt andere oplossingen te verzinnen als vacatures te lang open staan. Dat toont ook de ernst van de situatie op de arbeidsmarkt. Bedrijven wijken bijvoorbeeld eerder af van het ideaalplaatje bij de invulling van een vacature. “Ze accepteren lager opgeleiden op een bepaalde baan en besluiten deze zelf op te leiden in eigen opleidingsinstituten”, zegt de onderzoeker.
Onderhoudstechnicus Kirsten Reedijk zit in een intern opleidingstraject bij Shell in Pernis. Reedijk begon ooit op het vmbo aan de opleiding bloembinden, maar sleutelde als tiener zoveel aan brommers dat ze toch van richting veranderde. Ze koos uiteindelijk voor een baan als onderhoudsmonteur vooral vanwege de veelzijdigheid van het werken in de raffinaderij en is daar nu heel blij mee. “Er komt veel kijken bij het onderhoudswerk, dat is heel erg leuk. Het is mooi zelf verantwoordelijk te zijn voor het eindresultaat en alles wat daar tussenin zit.”
Een van de grote technische bedrijven die ook veel aan voorlichting doen, is bouwconcern BAM. En ook die onderneming zet opleidingsprojecten op. Zo is het bouwbedrijf kort geleden samen met netbeheerder Liander gestart met een project waarbij statushouders (vluchtelingen met een verblijfstatus/red) interne scholing en na die opleiding een baan krijgen. BAM zoekt daarnaast ook gericht contact met opleidingen voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo).
Maaike Thijssen, bij BAM verantwoordelijk voor het aannemen van nieuwe werknemers, gelooft heilig in dat model. “Pas als we echt contact hebben, kunnen we vertellen en laten zien wat we doen. We hopen natuurlijk dat (v)mbo’ers dan geïnteresseerd raken. We zoeken daarom heel bewust aansluiting bij de groep die nog in de opleiding zit.”
Dat is ook nodig, want ook op het gebied van werving en selectie is onder bedrijven in de techniek grote concurrentie ontstaan. Thijssen: “Wij zien dat mensen steeds vaker ook met andere bedrijven in gesprek zijn over een baan, daarom is het belangrijk dar wij al een voorkeurspositie hebben bij onze doelgroepen.”
Thijssen is bij BAM ook voortdurend, het hele jaar door, bezig mensen te werven: “We leggen het zoekproces niet meer stil, we werven tegenwoordig continu. En we proberen ook zo snel mogelijk duidelijkheid te bieden in een procedure, als we met iemand serieus in gesprek zijn over een baan. We hopen dat we ons daarmee kunnen onderscheiden van andere bedrijven.”
Verder is het in de praktijk zo, volgens Thijssen, dat het veel lastiger is een goede monteur te werven dan iemand die is afgestudeerd aan een universiteit. “Door de digitalisering van de bouw kunnen we op universiteiten naar een breder pallet aan opleidingsrichtingen kijken. De klassen op het mbo zijn nog steeds vrij klein en we ondervinden daar ook veel concurrentie van andere bedrijven die ook hard op zoek zijn.”
Meer vacatures
Het huidige tekort aan technische mensen speelt zich voor een groot deel ook af in uitvoerende functies en is daar zichtbaar over de hele bandbreedte. Het gaat over werknemers van alle niveaus van het middelbaar beroepsonderwijs (mbo), maar de laatste tijd zelfs ook voor het vmbo-techniek. De vraag overtreft daar het aanbod ruim.
Volgens Thijssen van BAM komt dat gedeeltelijk doordat er tijdens de crisisjaren veel minder leerwerkplekken zijn geweest. “Daardoor zien we nu ook echt minder uitstroom uit het mbo. Er waren op dat moment minder plekken omdat er onvoldoende werk was. We hebben nu weer banen, maar we hebben de mensen daarvoor enkele jaren niet opgeleid.”
BAM heeft op dit moment driehonderd openstaande vacatures, bij 65 procent daarvan gaat het om technisch opgeleid personeel. Thijssen: “Een bepaalde krapte speelt altijd wel, maar vorig jaar zijn we het tekort echt gaan merken. We krijgen minder aanmeldingen, maar hebben meer vacatures. En wij zien het aantal vacatures niet alleen toenemen, ook de looptijd neemt toe.”
Ook in andere bedrijven tekenen de gevolgen van de krapte zich af. Volgens Gerards geven bedrijven aan dat zij door het tekort aan technische mensen al een toenemende werkdruk ervaren en dat in sommige gevallen levertijden oplopen. Dat zal voor een steeds groter aantal bedrijven gaan gelden, verwacht hij.
“Dat betekent dat de situatie op de arbeidsmarkt al zo ernstig is dat bij bedrijven al knelpunten ontstaan. Dat betekent dat de sector nu echt alles uit de kast moet halen om mensen te werven”, zegt de onderzoeker.
Voor operator Saskia Klaassen was de beslissing om in een technisch bedrijf te gaan werken snel genomen. Naast het feit dat zij Shell al goed kende, zag zij vooral het werken in ploegendienst als een groot voordeel. “Ik wilde graag fulltime blijven werken en doorgroeien binnen een bedrijf en dan is deze plek in de ploegendienst voor mij ideaal. Ik werk soms wel in de weekenden, maar ben dan doordeweeks weer drie dagen vrij. En na een nachtdienst sta ik om drie uur bij school om mijn zoon te halen. Welke moeder met een fulltime baan doet mij dat na?”