
NASA temde waterstof en vloog naar de maan
Kruimeldief, isolerende reddingsdekens en krasbestendige brillenglazen. De ruimtevaart is dichterbij dan gedacht. Maar de belangrijkste doorbraak van het Amerikaanse Apollo-programma blijft vaak buiten beeld: het temmen van de kracht van vloeibare waterstof.
Door Rob van 't Wel op 18 jul. 2019
Een hachelijk moment in de laatste minuten voor de lancering van de Apollo 11. Terwijl astronauten Neil Armstrong, Buzz Aldrin en Michael Collins instappen voor hun historische reis naar de maan, stokt het vullen van de brandstoftanks met vloeibare waterstof.
Vanuit de lift die hen naar het topje van de meer dan 100 meter hoge Saturnus V-raket brengt, hadden de astronauten halverwege technici koortsachtig kunnen zien werken. Zij proberen de brandstoftoevoer weer op gang te krijgen. Met succes. De Apollo 11 begint volgens schema op 16 juli 1969 om 9.32 uur lokale tijd aan de vlucht die niet alleen voor het eerst een mens naar de maan brengt, maar ook weer veilig terug.
Waterstof als oplossing
Waterstof heeft een sleutelpositie in de reis naar de maan. De Amerikaanse ruimteorganisatie en luchtmacht hebben vanaf de jaren vijftig heel veel geld in de ontwikkeling van waterstof als brandstof gestoken. De redenen? De ruimterace met de Sovjet-Unie winnen en de wens om spionagevliegtuigen op ongekend grote hoogte te laten vliegen. Op plaatsen dus waar zuurstof spaarzaam is en traditionele brandstoffen niet meer kunnen worden gebruikt.
Vloeibare waterstof vormde de oplossing. Het is lichter en krachtiger dan de alternatieven. Maar het veilig gebruik ervan brengt tal van uitdagingen met zich mee. Bijvoorbeeld omdat vloeibare waterstof bij een temperatuur van -251 graden Celsius wordt opgeslagen. Daar moeten tank, leidingen en alle lasnaden wel tegen kunnen. Om verbranding mogelijk te maken, moet de raket ook een tank met vloeibare zuurstof meenemen bij een temperatuur van -147 graden Celsius. Bij de verbrandingsmotor komen zuurstof en waterstof dan bij elkaar om na ontbranding ongekend veel stuwkracht te veroorzaken.
Al dat geweld moet dan ook wel weer gecontroleerd kunnen worden. Het temmen van waterstof wordt dan ook gezien als één van de grootste technologische prestaties van NASA.
Op 21 juli 1969 zet Neil Armstrong als eerste mens een voet op de maan. Aldrin volgt hem, terwijl Collins in het moederschip eenzaam cirkels om de maan draait. Drie dagen later keren zij veilig terug op aarde.