De natuurlijke oplossing

Versnellen kan alleen als we het samen doen

Ze komen van twee totaal verschillende werelden, maar hebben samen één doel: Nederland krijgt vijf miljoen nieuwe bomen. In Nationaal Park Hollandse Duinen spreken Marjan van Loon, president-directeur Shell Nederland en Sylvo Thijsen, directeur Staatsbosbeheer, met elkaar over de bijzondere samenwerking.

Door : LBL/ANNETTE PRINS, MONIKA JAK – Beeld: Eloy Millennia Gotjé, Laurie Karine, Loïs Koelewijn, Frank Ruiter op 04 apr. 2019

De komende twaalf jaar investeert Shell 17,4 miljoen euro in de onafhankelijke stichting Buitenfonds. Met dat geld gaat Staatsbos­beheer in Nederland vijf miljoen bomen planten om de zogeheten essentaksterkte tegen te gaan. Hoe vreemd dit ook kan klinken: Shell en Staatsbosbeheer hebben dezelfde agenda.

Van Loon: “Dit vind ik één van de allerleukste kanten van de energietransitie: onverwachte samenwerkingen met partners die we nog niet kennen. Je zoekt elkaar op omdat je allebei actief bent in de keten van klimaat­beheersing en elkaar misschien kunt helpen bij het bereiken van de doelstellingen. Was Staatsbosbeheer niet verbaasd dat uitgerekend Shell aanklopte voor een samenwerking?”

Thijsen: “Integendeel! We werken al jaren samen met veel verschillende bedrijven die vanuit hun MVO-visie natuurprojecten steunen. (MVO staat voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen/red) Ze sponsoren activiteiten, lespakketten, natuur­herstelprojecten, bezoekers­centra, noem maar op. Maar ik begrijp je vraag. Wij zijn van de natuur, jullie van de energie. Hoe kan dat samengaan? Ongetwijfeld zijn er mensen die hun wenkbrauwen fronsen, of regelrecht vinden dat Staatsbosbeheer niet kán samenwerken met verstrekkers van fossiele energie. Onze overweging is dat het Nederlandse bos in deze samenwerking uiteindelijk de grote winnaar is. Zonder de steun van Shell kunnen wij eenvoudigweg geen vijf miljoen bomen aanplanten. De samenwerking is misschien onverwacht, maar op de lange termijn alleen maar positief. Hoe zie jij dat?”

Shell en Staatsbosbeheer bieden de samenleving een prachtig langetermijnperspectief

Van Loon: “Kritiek is onvermijdelijk als je het grootste bedrijf van Nederland bent. Iedereen hoort vooral wat er niet goed gaat. Daarom blijf ik vertellen wat er ook wél goed gaat. Bijvoorbeeld dat het klimaat hoog op de agenda van Shell staat. We willen naar een energievoorziening die steeds minder CO2 uitstoot en onze bestaande activiteiten op termijn van andere brandstoffen voorzien. Daarin doen we al veel. De restwarmte van onze raffinaderij in Rotterdam bijvoorbeeld, voorziet de wijk Katendrecht van verwarming. We financieren zonne- en windparken; de chemiefabriek in Moerdijk krijgt aansluiting op 76.000 zonnepanelen. En Shell steunt bosprojecten in het buitenland. Daar is trouwens de kiem gelegd voor deze samen­werking. Onder onze medewerkers groeide de wens om ook projecten in Nederland te steunen. Dat maakt het zichtbaarder.”

Thijsen: “Buitenfonds kon die wens direct koppelen aan het grote vraagstuk rond de essentaksterfte. Die ziekte heeft zich de afgelopen jaren veel sneller uitgebreid dan we verwachtten. Er zijn duizenden hectare bos besmet, een deel is al teloorgegaan. Herplanting brengt hogere kosten mee dan Staatsbosbeheer alleen kan dragen, maar bij de overheid vonden we geen gehoor. Terwijl Nederland het zich niet kan veroorloven om bos te verliezen. Het is zó belangrijk dat we CO2 vastleggen. We zijn ontzettend blij dat Shell dat inzicht deelt en het mogelijk maakt daadwerkelijk bos te vernieuwen.”

Essentaksterfte

Essentaksterfte is een agressieve schimmel­ziekte die in hoog tempo overal in Nederland de es aantast. De boosdoener luistert naar de naam Hymenoscyphus fraxineus; in gewoon Nederlands ‘vals essenvlieskelkje’. De schimmel verspreidt zich via sporen, door de lucht. De infectie begint bij het blad, groeit door naar twijgjes en tast daarna ook de takken aan, die vervolgens afsterven en afbreken. Vanaf de takken trekt het de stam in. Eenmaal geïnfecteerd gaat de es gegarandeerd dood. Preventief inenten helpt niet.

Het vermoeden is dat de oorsprong van het kwaad in Azië ligt. Op de een of andere manier is de schimmel via Oost-Europa, al dan niet gemuteerd, naar Nederland gemigreerd en heeft zich genesteld in ‘onze’ es – de Fraxinus excelsior.

Staatsbosbeheer beheert ruim 4.600 hectare essenbos. Hiervan is tachtig procent aangetast. Sinds 2010 wordt naarstig gezocht naar een resistente soort. Het goede nieuws is dat in Nederland zo’n honderdvijftig resistente essen geïdentificeerd zijn. De vraag is wel: hoe kan het dat ze resistent zijn? En zijn de afstammelingen dat ook? Vragen die onderwerp zijn van onderzoek dat in volle gang is. Uitsluitsel laat nog op zich wachten omdat bomen nu eenmaal langzaam groeien. De hoop is dat over vijf tot tien jaar weer gezonde, resistente essen aan te planten zijn.

Ondertussen heeft Staatsbosbeheer een ‘taskforce essentaksterfte’ opgericht voor een gecoördineerde aanpak van getroffen essenbossen en -beplantingen. Op lege plekken in bossen worden verschillende soorten jonge bomen aangeplant. Het landelijk platform VBNE (Vereniging van Bos- en Natuurterreineigenaren) heeft een praktijkadvies opgesteld dat een leidraad geeft voor beheermaatregelen.

Omdat het zo belangrijk is potentieel resistente bronnen veilig te stellen, roept het Centrum voor Genetische Bronnen Nederland van de Wageningen University & Research de hulp van het publiek in bij de zoektocht naar de nog gezonde essen. Mensen die de ziekte waarnemen, kunnen dat doorgeven via www.essentaksterfte.nu. Daar is ook te lezen hoe essentaksterfte te herkennen is.

Van Loon: “Ik vond onze gesprekken daarover heel leerzaam. Alle klimaat­rapporten vertellen dat we in onze natuur moeten investeren, met name in bossen, om de opwarming van de aarde onder de twee graden te houden. Maar hoe dat precies werkt, wist ik eigenlijk niet. En ik denk dat veel mensen niet weten welke belangrijke rol bomen spelen in de klimaatbeheersing.”

Thijsen: “Je bedoelt dat bomen CO2 uit de lucht halen en gebruiken om te groeien? Het komt weer vrij als wij het hout verbranden. Daarom is het ook zo belangrijk dat we het hout na de kap duurzaam gebruiken.

Van Loon: “Over honderd jaar pas, kun je je dat voorstellen? We hebben afgesproken dat Staatsbosbeheer een eeuw lang het bos verzorgt.”

“Het Nederlandse bos is in deze samenwerking de grote winnaar”

Thijsen: “Ik vind dat fantastisch! Shell en Staatsbosbeheer bieden de samenleving daarmee een prachtig langetermijnperspectief. En het wordt nog mooier, want Nederland heeft straks niet alleen méér bos, maar ook beter bos. We gaan bomen aanplanten die meer CO2 opslaan dan essen, en door de optimale menging van soorten is het bos minder vatbaar voor ziektes. Het nieuwe bos draagt nadrukkelijker bij aan onze klimaatdoelstellingen.”

Van Loon: “Hoe vreemd dit ook kan klinken: Shell en Staatsbosbeheer hebben dezelfde agenda. Een actieve bijdrage leveren aan het klimaatvraagstuk, ook al zijn we nog niet helemaal groen. Want terwijl we in transitie zijn, stoten we nog steeds veel te veel CO2 uit.”

Thijsen: “Dat is de duurzaamheidparadox. We willen allemaal vergroenen, maar realiseren ons hoe afhankelijk we zijn van zaken waar we uiteindelijk vanaf willen, zoals fossiele brandstoffen. Dat geldt ook voor Staatsbosbeheer.”

Van Loon: “Shell compenseert zijn CO2-uitstoot zo veel mogelijk met investeringen in de natuur. We maken ons eigen vervoer energieneutraal via buitenlandse bosprojecten en bieden onze medewerkers en businessklanten al meer dan een jaar de mogelijkheid vrijwillig internationale CO2-credits te kopen. Binnenkort krijgen consumenten ook die kans. We gaan niet wachten op een besluit van de overheid, maar nemen zelf het initiatief.”

Thijsen: “We hebben onze mobiliteit, land­bouw, woningbouw en energievoorziening gewoon niet van slag op stoot veranderd. Maar onze samenleving is wel op een keerpunt gekomen. Wereldwijd beseffen mensen dat we stappen moeten zetten.”

Van Loon: “We kunnen de energietransitie alleen versnellen als we het grootser aanpakken. En dat kan als we elkaar helpen. Het zou enorm fijn zijn als meer bedrijven zich bij ons aansluiten.”

Thijsen: “Het mooie is dat de urgentie onze creativiteit en innovatiedrang vergroot. Ik denk dat er een heel interessante periode aanbreekt, inclusief bijzondere samenwerkingen. Dit is er daar alvast één van.”

Staatsbosbeheer

Als het gaat om sterke overheidsmerken staat Staatsbosbeheer – zo blijkt uit onderzoek – met stip op drie. De organisatie, die dit jaar 120 jaar bestaat, moet alleen de brandweer (nummer 1) en de politie voor zich dulden. Sinds 1998 is Staatsbosbeheer een zogenoemde Rechtspersoon met een Wettelijke Taak (RWT); een zelfstandig bestuursorgaan van de Rijksoverheid. Haar wettelijke taak - het beheren en duurzaam tot maatschappelijk nut brengen van de haar toevertrouwde terreinen - is geborgd in de Wet Verzelfstandiging Staatsbosbeheer (1998).

Staatsbosbeheer beheert 265.000 hectare natuur, een infrastructuur van duizenden kilometers paden en wegen en biedt werk aan 1.246 professionals ondersteund door ruim zesduizend vrijwilligers. Minder dan de helft van de inkomsten zijn afkomstig van Rijk en provincies. De rest komt uit subsidies en de markt: verkoop van hout en biomassa, recreatie, pachtinkomsten. Sinds 2015 werft Staatsbosbeheer private fondsen via de stichting Buitenfonds. Deze dragen bij aan specifieke projecten waar geen andere financiering voor is. Kijk voor meer informatie op de website van Staatsbosbeheer