
Wie doun ’t zulf
De gaswinning in Noord-Nederland heeft littekens achtergelaten, maar de Groningse gedeputeerde Nienke Homan gelooft in een prachtige toekomst voor haar provincie. Niet omdat het kan, maar omdat het moet. “Wij begrijpen als geen ander de noodzaak om vaart te maken met de transitie naar duurzame energie. En dan kan je maar beter de koppositie innemen. Dat doen we op onze eigen, noordelijke manier.”
Door Michel Reinders & Carolien Terlien – Beeld Desiree Schippers op 18 okt. 2018
Van ‘snakgebrek’ naar leading lady van de energietransitie
Homan, 39 jaar oud, schenkt zelf voor al haar gasten koffie in. Wie doun ’t zulf is niet voor niets een Groningse uitspraak. Die zelfstandigheid is volgens Homan de kracht, maar ook de valkuil van het noorden. De gedeputeerde is vastberaden het eigenwijze van de noorderling optimaal te gebruiken in haar streven om van het noorden de energieregio bij uitstek te maken.
Dat begint met de plannen van de provincie. “Dit college, volgens mij een van de jongste van Nederland, heeft een groen en sociaal programma. En onze plannen zijn zodanig opgezet dat we het met de regio en onze inwoners zoveel mogelijk zelf doen.”
Homan, ‘ergens diep in Oost-Groningen geboren’, trad 3,5 jaar geleden aan als gedeputeerde met als portefeuille (onder meer) energietransitie, energie en milieu. Ze was naar eigen zeggen ‘een totaal onbekende in de energiesector’, maar de GroenLinks-bestuurder, met een achtergrond in de jeugdzorg, voelde zich niet geremd door een gebrek aan energiekennis. De druk twitterende en vloggende gedeputeerde ging enthousiast met het beladen dossier aan de slag. “Wat anderen ervan vinden, daar heb ik lak aan. De gaswinning moest verrekte snel naar beneden en er moest een goed perspectief komen voor Groningen. De rest was bijzaak.”
Dat perspectief voor Groningen is voor Homan inmiddels duidelijk: “Het noorden moet de koploper – de leading lady – worden in de transitie naar duurzame energie. Dat kan volgens mij omdat Groningen door de aardbevingen de noodzaak voor deze omschakeling het beste voelt van heel Nederland. Naast deze mentale bereidheid voor verandering, heeft Groningen alles in huis om dit in de praktijk voor elkaar te krijgen. We hebben door onze jarenlange gasgeschiedenis ontzettend veel kennis en kunde op het gebied van energie. Met grote kennisinstellingen, een uitstekend netwerk en een handige geografische positie, bijvoorbeeld voor offshore-windenergie op de Noordzee en samenwerking met Duitsland. Door een koplopersrol in de energietransitie op te eisen, leveren we ook een waardevolle bijdrage aan de nationale energie-ambities. Daarnaast zorgen we dat het aantal banen in de duurzame energiesector in onze provincie blijft groeien.”

Daar is het perspectief weer. Want Groningen als de leading lady van de energietransitie klinkt mooi, maar er moet ook gewoon brood op de plank komen. Banen dus. “Als je wilt voorkomen dat arbeidskrachten wegtrekken, moet je ze een goed alternatief bieden op het gebied van duurzame energie. Daarom moeten wij zorgen dat de productie van nieuwe energie hier plaatsvindt, dat duurzame productiemiddelen zoals offshore-windmolens hier worden gebouwd of geassembleerd en dat de kennis en kunde zich hier verder ontwikkelen.” Zo heeft de provincie twintig miljoen euro geïnvesteerd in kennisinstelling Energy Academy Europe, met daaraan gelieerd de New Energy Coalition, waarin onderzoek, overheid en industrie samenwerken.
“Veel Groningers voelden in het verleden dat de baten en de lusten van ‘ons gas’ naar de rest van Nederland zijn gegaan. Nu is het belangrijk dat de opbrengst hier blijft. Daarvoor hebben we in onze plannen helder bepaald wat we zelf kunnen doen, want als je afhankelijk bent van anderen, moet je wachten tot die anderen in actie komen. Onze manier van denken is nieuw, een nieuwe mindset.”
Die nieuwe manier van denken begint volgens Homan met duidelijkheid. De provincie formuleerde concrete, ambitieuze doelstellingen. Zo bedroeg het percentage duurzame energie voor elektriciteit en warmte in Groningen acht procent toen Homan begon. De doelstelling was 21 procent in 2020. Volgens huidige prognoses komt Groningen volgend jaar al uit op 34,2 procent Homan heeft de wind dus mee. “Natuurlijk, dat komt mede door de klimaatdoelen van Parijs en door het nationaal Klimaatakkoord. Maar ik ben ervan overtuigd dat het ook komt door de richting die we consequent vanaf het begin hebben aangegeven. Daarbij heeft dit college het lef gehad om voor het meest ambitieuze scenario te kiezen en dit vol enthousiasme en overtuiging uit te voeren.”
Dit ambitieuze scenario van de provincie komt neer op drie zaken: energiebesparing – met name in het bedrijfsleven – duurzame energie van windparken, zonneparken en biomassa, en de ontwikkeling van een nieuw soort energiesysteem, dat vraag en aanbod van energie op elkaar afstemt - ‘energiesysteem 2.0’. De provincie speelt daarbij meer een rol op het gebied van ruimtelijke ordening dan op het gebied van financiën.

Die nieuwe manier van denken begint volgens Homan met duidelijkheid. De provincie formuleerde concrete, ambitieuze doelstellingen. Zo bedroeg het percentage duurzame energie voor elektriciteit en warmte in Groningen acht procent toen Homan begon. De doelstelling was 21 procent in 2020. Volgens huidige prognoses komt Groningen volgend jaar al uit op 34,2 procent Homan heeft de wind dus mee. “Natuurlijk, dat komt mede door de klimaatdoelen van Parijs en door het nationaal Klimaatakkoord. Maar ik ben ervan overtuigd dat het ook komt door de richting die we consequent vanaf het begin hebben aangegeven. Daarbij heeft dit college het lef gehad om voor het meest ambitieuze scenario te kiezen en dit vol enthousiasme en overtuiging uit te voeren.”
Dit ambitieuze scenario van de provincie komt neer op drie zaken: energiebesparing – met name in het bedrijfsleven – duurzame energie van windparken, zonneparken en biomassa, en de ontwikkeling van een nieuw soort energiesysteem, dat vraag en aanbod van energie op elkaar afstemt - ‘energiesysteem 2.0’. De provincie speelt daarbij meer een rol op het gebied van ruimtelijke ordening dan op het gebied van financiën.
1 miljard voor toekomstperspectief Groningen
Minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat heeft 25 juni een akkoord op hoofdlijnen gesloten met Shell en ExxonMobil over de gaswinning uit het Groningen-veld. Hieruit komt onder meer voort dat NAM een bijdrage van vijfhonderd miljoen euro levert voor versterking van de economie en leefbaarheid in de regio. Het kabinet is voornemens minimaal eenzelfde bedrag vrij te maken. Dit betekent dat ruim een miljard euro beschikbaar komt om de economie en de leefbaarheid in de regio te versterken.
Waterstof
Om naar de koppositie in de energietransitie te manoeuvreren heeft Noord-Nederland bijvoorbeeld de groene waterstofeconomie omarmd. “Auto's, bussen en treinen kunnen er op rijden, bedrijven gebruiken het als grondstof om er andere producten mee te maken en duurzaam opgewekte elektriciteit is er mee op te slaan om die op het goede moment te gebruiken.”
In Noord-Nederland liggen allerlei waterstofplannen klaar. Er komt een leidingnet voor het transport van waterstof in Chemiepark Delfzijl. Twee stadsbussen in de stad Groningen rijden inmiddels op waterstof en in de nabije toekomst gaat een waterstoftrein rijden tussen Groningen en Leeuwarden. Ook zijn er plannen voor een waterstoffabriek in de Eemshaven.
“Maar”, zegt Homan, “een voorwaarde om de groene waterstofeconomie te versnellen, is de aanleg van nieuwe, massale windparken op zee, om te verzekeren dat de productie van waterstof groen is.” Dat lijkt te lukken. Boven de Wadden ligt al het grootste windpark van Nederland en daar komen, als het aan Homan ligt, in de toekomst nog grote windparken bij. “Het is nu tijd voor de echte game changers, om de kip-ei-situatie rondom waterstof te doorbreken. Gelukkig investeren bedrijven – waaronder Shell – inmiddels flink in waterstof. Ik geloof echt dat waterstof een zeer grote bijdrage kan leveren aan de vergroening én om van het Groningse aardgas af te komen. En de eerste die de grote stap gaat zetten, is spekkoper. Dat is het Noorden.”
De eerste die de grote stap gaat zetten, is spekkoper. Dat is het Noorden.
Homan weet het zeker: “Ons beleid werkt als een magneet. In Nederland zijn maar twee plekken waar echt sprake is van waterstofactiviteiten: Rotterdam en Groningen. Daar zitten de bedrijven die het verschil gaan maken. En dat trekt weer nieuwe partijen. De drive om koploper te zijn op dit vlak is enorm. Dat geldt overigens ook voor Fryslân en Drenthe, wij willen als regio voorloper zijn op het gebied van waterstof.”
Is het dan alleen maar rozengeur en maneschijn? Homan lacht. “Nee, niet alles lukt. Ook wij worden geconfronteerd met tegenvallers. Het energieneutraal maken van dorpen en wijken is lastiger dan gedacht. Wij hebben dat in eerste instantie overgelaten aan bewonersinitiatieven. Dat was te ambitieus. We nemen die nu weer werk uit handen, met name als het technisch of juridisch te complex wordt. Verder werden we slachtoffer van ons eigen succes met de aanleg van zonneparken. Er was zoveel animo van investeerders, dat ons basisnet het niet aankon. Dat hadden we beter kunnen voorzien. Goede bedoelingen moeten niet het slachtoffer worden van de realiteit. We kunnen wel allemaal nieuwe energie willen, maar als je allemaal naar netbeheerder Enexis moet om daarvoor nieuwe kabels aan te leggen, wordt het een dure zaak. Daarom is waterstof ook zo’n kansrijk initiatief.Want dat kan met wat aanpassingen door bestaande gasleidingen en vergt niet een compleet nieuwe infrastructuur.”
Snakken
Het enthousiasme waarmee Homan het - in haar ogen - onvermijdelijke succes van deze operatie beschrijft, dringt de vraag op: wat als het lukt? Is het Noorden dan gered? Niet helemaal, want de wie doun ’t zulf-houding die voor deze successen moet zorgen, heeft ook nadelen. Zo is het niet altijd makkelijk mensen te bewegen naar de wat naar binnen gekeerde noordelijke regio te verhuizen. Hoe herstel je het beschadigde imago? “De leefbaarheid is in deze geteisterde regio inderdaad een uitdaging”, zegt Homan. “We investeren veel geld in het vergroten van die leefbaarheid. Dorpen worden mooier en voorzieningen verbeterd en in ere hersteld. Dorpscentra krijgen een opknapbeurt. Al die investeringen doen we zo veel mogelijk toekomstgericht: met digitalisering en vergroening. En bij dat laatste kom je dan vanzelf weer bij energie uit.” Daarnaast zouden Groningers volgens Homan af en toe wat meer moeten snakken. Ofwel, beter vertellen en verkopen wat je doet en dat uitdragen. “We houden hier niet zo van mooipraterij. We zijn wel trots op wat we voor elkaar krijgen, maar vervolgens gaan we gewoon weer over tot de orde van de dag. We vinden al snel iets opschepperig. Ik hoor in Den Haag vaak mensen roepen over plannen, en dan denk ik, maar dat hebben wij al lang gedaan…”
Ondanks haar noordoostelijke afkomst, is Homan een verfrissende uitzondering op deze Groningse terughoudendheid. Snakken valt haar niet zwaar. “Ik vertel graag over mijn werk. Ik zie dat als onderdeel van mijn baan. Dat is de reden waarom ik veel vlog, twitter en op vrijwel elk energiecongres op het podium sta. Ik vind het leuk mensen te enthousiasmeren en te mobiliseren. Bovendien ben ik echt trots op wat we hier in het noorden realiseren.
Door een ernstig gebrek aan snakken, weten mensen helemaal niet dat het noorden al vooroploopt in de energietransitie. En dat in een land dat internationaal onderaan alle staatjes van duurzame energie bungelt. Ik ben bezig dat beeld bij te stellen en een nieuw hoofdstuk te schrijven voor Nederland als energieland.”
