De wereld kampt met meerdere crises zoals de corona- en de klimaatcrisis. Welke rol heeft de wetenschap?
“Ik ben geen viroloog, dus laat ik mij verre houden van corona. Ik claim wel iets van chemie af te weten. Als het gaat om duurzaamheid en klimaat, is er werk aan de winkel. Met name in de maakindustrie. Die moeten we op een andere leest gaan schoeien. De petrochemie is de afgelopen honderdvijftig jaar waanzinnig succesvol geweest. Maar naast de brandstoffen voor onze auto's, vrachtwagens, schepen en vliegtuigen, draait een flink deel om de productie van basiscomponenten voor de maakindustrie van ons land. De plastics, geneesmiddelen, verven, kunststoffen, noem maar op. Ik ben ervan overtuigd dat we een nieuwe chemie kunnen ontwikkelen en een deel van de klassieke chemie gaan vervangen die nu nog is gebaseerd op hoge temperaturen en reacties in kraakinstallaties. Het moet schoner worden. Met minder afval en energieverbruik. Dat is mijn toekomstscenario.
“Dat betekent dat we andere manieren moeten vinden om bouwstenen te maken, bijvoorbeeld via elektrochemie. En alternatieven voor de bestaande petrochemische grondstoffen. We zullen niet alles kunnen baseren op biomassa, daar geloof ik niet in, maar een rol zal het zeker spelen. Verder zijn we nu waanzinnig goed in het maken van componenten zoals propeen, polypropyleen, ethyleenoxide en ethyleenglycol, wat Shell ook op grote schaal doet. Alleen het hergebruik moeten we nog onder de knie krijgen. Dat geldt ook voor recycling van zeldzame grondstoffen en materialen in producten en processen. Dus daar liggen talloze mogelijkheden voor onderzoek en ontwikkelingswerk. En dat is al gaande. Een mooi voorbeeld is de synthetische kerosine die Shell onlangs heeft ontwikkeld. Shell heeft de technologie in handen om waterstof te maken. Nu hebben ze groene waterstof gebruikt om CO2 om te zetten in synthetische kerosine. Dus CO2 uit de lucht halen en daar weer brandstof van maken voor vliegtuigen. Daarmee is het cirkeltje rond. Shell laat zien dat het kan. Ze hebben nu nog maar vijf ton geproduceerd, maar het betekent een geweldig perspectief.”
Wanneer is het realiteit denkt u?
“Dat kan ik niet voorspellen. Een Boeing gaat niet elektrisch vliegen, daar geloof ik niks van, Maar ooit vliegen we neutraal. Op synthetische kerosine, of mogelijk op waterstof. Op dit moment hebben we meerdere opties nodig. En vooral een lange adem. Kijk naar het Shell Pearl proces. Toen ik bij Shell werkte in de zeventiger jaren waren mijn collega's op de afdeling naast ons bezig in de zuurkast met een kleine opstelling om uit aardgas diesel te maken: gas-to-liquids. Ik zie het nog voor me. Hoe, op een gegeven moment – drup, drup, drup – de schone diesel eruit kwam. Zo mooi, zo zuiver. Maar hoe lang heeft het niet geduurd voordat de markt rijp was voor die toepassing? Hoe lang duurde het niet voordat Shell het technologisch zo voor elkaar had dat ze in Qatar die fabriek konden bouwen? Zoiets vergt jaren. Nu wordt jaarlijks een paar miljoen ton geproduceerd, van aardgas dat vroeger afgefakkeld werd, omdat men daar geen idee had wat ze met al dat gas aan moesten. Shell heeft daarvoor een fantastisch proces ontwikkeld. Om verschil te kunnen maken, is het motto ‘alle hens aan dek’. Overheid, industrie en de academische groepen samen. Je moet gewoon meer lef tonen. Wij kunnen echt wel het verschil maken hoor.”
Een van de vehikels om de samenwerking tussen industrie en wetenschap concreet te maken, is het in 2016 opgerichte Advanced Research Center Chemical Building Blocks Consortium (ARC CBBC). Hierin werken AkzoNobel, BASF, Nouryon en Shell samen met de universiteiten van Eindhoven, Groningen en Utrecht, met steun van de Nederlandse overheid. Het doel van die samenwerking is baanbrekende oplossingen te vinden om broeikasgasemissies tegen te gaan en duurzame processen en producten werkelijkheid te laten worden. Feringa is voorzitter van het bestuur van het consortium.