Direct naar de hoofd inhoud
verminderen uitstoot

Wat Shell doet om uitstoot te verminderen

Shell wil in 2050 een energiebedrijf zijn met netto nul uitstoot

, in lijn met de stappen die de samenleving zet om de doelstelling te behalen van het Klimaatakkoord van Parijs.

Op die manier zullen we bijdragen aan een wereld met netto nul uitstoot, een wereld dus waar de samenleving stopt met het toevoegen van broeikasgassen aan de bestaande hoeveelheid in de atmosfeer. Bovendien ondersteunen we zo de ambitieuzere, in het Klimaatakkoord van Parijs vastgelegde, doelstelling om de stijging van de gemiddelde mondiale temperatuur te beperken tot 1,5° Celsius.

Ons doel om een energiebedrijf met netto nul uitstoot te worden, betekent dat we de uitstoot verminderen van onze activiteiten, fabrieken bijvoorbeeld, en de uitstoot verminderen van de energieproducten, die we aan onze klanten verkopen, denk aan brandstoffen. De dan nog resterende emissies compenseren we of vangen we af en slaan we op met behulp van technologie.

De huidige bedrijfsplannen van Shell zullen ons nog niet brengen waar we uiteindelijk willen zijn. Dat betekent dat onze bedrijfsplannen in de loop van de tijd moeten veranderen, zoals ook de maatschappij en onze klanten veranderen om de doelstellingen van het Klimaatakkoord van Parijs te halen.

Onze aanpak

We geloven dat onze wereldwijde emissies in 2018 een piek bereikten en we werken eraan om ze verder terug te dringen. Dit houdt in dat we de emissies van onze eigen activiteiten, zoals bij de productie van olie en gas, verminderen door de energie-efficiëntie te verhogen en de resterende emissies af te vangen of te compenseren.

Dan zijn we er niet. De uitstoot van onze eigen activiteiten bedraagt minder dan 10% van onze totale uitstoot. De meeste van onze emissies zijn afkomstig van het gebruik van de energie die we verkopen. Een voorbeeld. Stel, iemand tankt bij een Shell-tankstation benzine. Om deze benzine te maken heeft Shell uitstoot veroorzaakt. Maar het overgrote deel van de broeikasgassen komt vrij op het moment dat de automobilist de benzine gebruikt.

Dit betekent dat we onze klanten, wanneer ze de energie gebruiken, ook moeten helpen om hun emissies te verminderen. Onze aanpak

omvat daarbij niet alleen emissies van de energie die we zelf produceren en verwerken, maar ook de emissies van alle energieproducten die anderen produceren en die wij verkopen aan onze klanten.

Tot zover de hoofdlijnen. Laten we nu in detail ingaan op onze verandering aan de hand van de drie rollen die we hebben in de energiesector.

1. We zijn een energieleverancier

Een netto emissievrij bedrijf worden, betekent klanten meer en schonere producten plus diensten aanbieden, van hernieuwbare elektriciteit en biobrandstoffen tot het opladen voor elektrische voertuigen en waterstof. Ons doel is de CO2-intensiteit van de energieproducten die we verkopen tegen 2050 met 100% te verminderen ten opzichte van 2016. Dit inclusief compensatie door de klanten zelf en in lijn met wat de samenleving verwacht en doet. Met CO2 bedoelen we dan CO2 en soortgelijke gassen zoals methaan. Met CO2-intensiteit bedoelen we de totale broeikasgasuitstoot van elke eenheid energie die onze klanten gebruiken. Dit is dus alle uitstoot van de productie, verwerking, transport en het gebruik van onze producten.

Doelstellingen voor de korte en lange termijn

We hebben ons tot doel gesteld om de absolute emissies tegen 2030 met 50% te verminderen ten opzichte van het niveau van 2016. Dit zijn emissies afkomstig van onze eigen activiteiten (Scope 1) en van de energie die we kopen om onze activiteiten uit te voeren (Scope 2). Voor scope 2 geldt dat het activiteiten betreft onder Shell’s operationele controle.

We hebben daarnaast doelstellingen voor de korte, middellange en lange termijn vastgesteld om de CO2-intensiteit van de energieproducten die we verkopen te verminderen, in lijn met wat de samenleving verwacht en zelf doet. Deze streefcijfers worden gemeten met behulp van onze metriek en Net Carbon Footprint methode (PDF)

.

Onze doelen (PDF, 15 MB)

om op de korte termijn onze koolstofintensiteit ten opzicht van 2016 te verlagen zijn:

  • 2-3% in 2021
  • 3-4% in 2022
  • 6-8% in 2023

Op de middellange en lange termijn zijn deze doelen:

  • 20% in 2030
  • 45% in 2035*
  • 100% in 2050*

* Onze doelstellingen voor 2035 en 2050 houden niet alleen rekening met de maatregelen van Shell zelf, maar ook met die van haar klanten.

Ontdek meer over hoe we onze uitstoot definieren en meten, evenals voorbeelden van de stappen die we nemen om deze aan te pakken in deze video met Shell CEO Ben van Beurden

.

2. We zijn een energiegebruiker

Ons doel is om netto nul uitstoot te bereiken voor al onze activiteiten. Dit geldt ook voor de energie die we daarbij zelf nodig hebben, bijvoorbeeld bij de fabricage van onze producten. In de eerste plaats gaan we deze uitstoot proberen te vermijden. Als dat niet kan of lukt, dan zullen we deze uitstoot afvangen en opslaan met hulp van technologie of compenseren via de natuur, denk aan het beschermen en planten van bomen.

Koolstof afvangen en compenseren

Klimaatwetenschappers laten er geen misverstand over bestaan: de natuur gebruiken om koolstof op te nemen en op te slaan, speelt een cruciale rol in de energietransitie. Wij ondersteunen het verantwoord gebruik van compensatie via de natuur, zoals het beschermen en planten van bomen. We streven daarnaast naar uitbreiding van onze capaciteit voor koolstofafvang en -opslag (CCS).

Bekijk onze projecten

voor afvangen en compenseren.

Mijlpalen

We nemen maatregelen om de uitstoot van onze bestaande olie- en gasactiviteiten te voorkomen, verminderen en te compenseren of af te vangen.

  • We geloven dat onze jaarlijkse olieproductie in 2019 een piek bereikte en dat onze totale olieproductie tot 2030 met 1-2% per jaar zal dalen;
  • Aardgas is de soort fossiele energie die in principe over de hele levenscyclus het minste CO2 uitstoot en de minste luchtvervuiling genereert. We verwachten dat het percentage van de totale gasproductie in onze portefeuille geleidelijk zal stijgen tot 55% of meer in 2030;
  • Tegen 2030 zullen we een einde maken aan het bij onze operaties routinematig affakkelen van gas, wat tot koolstofemissies leidt;
  • Tegen 2025 verwachten we de intensiteit van de methaanemissies van door Shell gebruikte middelen als productielocaties, onder de 0,2% te hebben gehouden;
  • We hebben het loon van meer dan 16.500 medewerkers gekoppeld aan onze doelstelling om de koolstofintensiteit van onze energieproducten tegen 2023 met 6-8% te verminderen ten opzichte van 2016.

De omvang van de verandering

Als we onze doelstelling bereiken, verandert Shell ingrijpend. Zo zou het kunnen betekenen dat:

- we in 2030 twee keer zoveel elektriciteit verkopen als nu;

- we wereldwijd voldoende hernieuwbare elektriciteit leveren voor 50 miljoen huishoudens;

- we wereldwijd meer dan 2,5 miljoen laadpalen exploiteren voor elektrische voertuigen;

- de hoeveelheid biobrandstoffen en waterstof in de transportbrandstoffen die we verkopen oploopt van 3% nu naar meer dan 10%.

Dit ter illustratie van de omvang van de aankomende verandering. Hoe we ons bedrijf uiteindelijk veranderen, hangt af van de behoeften van onze klanten.

3. Wij helpen anderen te veranderen

We helpen onze klanten om de broeikasgasemissies te verlagen die ze veroorzaken als ze producten gebruiken die ze bij ons hebben gekocht. We helpen onze klanten ook bij het vinden van andere manieren om zo hun totale CO2-voetafdruk te verminderen.

Samenwerken met anderen omvat het ondersteunen van overheidsbeleid om de CO2-uitstoot te verminderen, sector voor sector. Zo trokken en trekken we in Nederland samen met onze partners op bij onder meer de productie van de eerste 500 liter duurzame, synthetische kerosine voor de luchtvaart, de ontwikkeling van bio-LNG voor zwaar weg- en watertransport, de bouw van waterstofvulpunten en het opzetten van een landelijk dekkend netwerk voor elektrisch laden met 100% groene stroom. Ook willen we onder meer fabrieken bouwen om groene waterstof te produceren voor onder meer de industrie.

Wat we al doen in Nederland is te vinden op onze Nieuwe Energiekaart.

The companies in which Royal Dutch Shell plc directly and indirectly owns investments are separate legal entities. In this content “Shell”, “Shell Group” and “Group” are sometimes used for convenience where references are made to Royal Dutch Shell plc and its subsidiaries in general. Likewise, the words “we”, “us” and “our” are also used to refer to Royal Dutch Shell plc and its subsidiaries in general or to those who work for them. These terms are also used where no useful purpose is served by identifying the particular entity or entities. “Subsidiaries’’, “Shell subsidiaries” and “Shell companies” as used in this content refer to entities over which Royal Dutch Shell plc either directly or indirectly has control. Entities and unincorporated arrangements over which Shell has joint control are generally referred to as “joint ventures” and “joint operations”, respectively. Entities over which Shell has significant influence but neither control nor joint control are referred to as “associates”. The term “Shell interest” is used for convenience to indicate the direct and/or indirect ownership interest held by Shell in an entity or unincorporated joint arrangement, after exclusion of all third-party interest.

This content contains forward-looking statements (within the meaning of the U.S. Private Securities Litigation Reform Act of 1995) concerning the financial condition, results of operations and businesses of Royal Dutch Shell. All statements other than statements of historical fact are, or may be deemed to be, forward-looking statements. Forward-looking statements are statements of future expectations that are based on management’s current expectations and assumptions and involve known and unknown risks and uncertainties that could cause actual results, performance or events to differ materially from those expressed or implied in these statements. Forward-looking statements include, among other things, statements concerning the potential exposure of Royal Dutch Shell to market risks and statements expressing management’s expectations, beliefs, estimates, forecasts, projections and assumptions. These forward-looking statements are identified by their use of terms and phrases such as “aim”, “ambition”, “anticipate”, “believe”, “could”, “estimate”, “expect”, “goals”, “intend”, “may”, “objectives”, “outlook”, “plan”, “probably”, “project”, “risks”, “schedule”, “seek”, “should”, “target”, “will’’ and similar terms and phrases. There are a number of factors that could affect the future operations of Royal Dutch Shell and could cause those results to differ materially from those expressed in the forward-looking statements included in this content, including (without limitation): (a) price fluctuations in crude oil and natural gas; (b) changes in demand for Shell’s products; (c) currency fluctuations; (d) drilling and production results; (e) reserves estimates; (f) loss of market share and industry competition; (g) environmental and physical risks; (h) risks associated with the identification of suitable potential acquisition properties and targets, and successful negotiation and completion of such transactions; (i) the risk of doing business in developing countries and countries subject to international sanctions; (j) legislative, fiscal and regulatory developments including regulatory measures addressing climate change; (k) economic and financial market conditions in various countries and regions; (l) political risks, including the risks of expropriation and renegotiation of the terms of contracts with governmental entities, delays or advancements in the approval of projects and delays in the reimbursement for shared costs; (m) risks associated with the impact of pandemics, such as the COVID-19 (coronavirus) outbreak; and (n) changes in trading conditions. No assurance is provided that future dividend payments will match or exceed previous dividend payments. All forward-looking statements contained in this content are expressly qualified in their entirety by the cautionary statements contained or referred to in this section. Readers should not place undue reliance on forward-looking statements. Additional risk factors that may affect future results are contained in Royal Dutch Shell’s Form 20-F for the year ended December 31, 2020 (available at www.shell.com/investors

and www.sec.gov). These risk factors also expressly qualify all forward-looking statements contained in this content and should be considered by the reader. Each forward-looking statement speaks only as of the date of this content, May 20, 2021. Neither Royal Dutch Shell plc nor any of its subsidiaries undertake any obligation to publicly update or revise any forward-looking statement as a result of new information, future events or other information. In light of these risks, results could differ materially from those stated, implied or inferred from the forward-looking statements contained in this content. We may have used certain terms, such as resources, in this content that the United States Securities and Exchange Commission (SEC) strictly prohibits us from including in our filings with the SEC. Investors are urged to consider closely the disclosure in our Form 20-F, File No 1-32575, available on the SEC website www.sec.gov

Also, in this content we may refer to Shell’s “Net Carbon Footprint”, which includes Shell’s carbon emissions from the production of our energy products, our suppliers’ carbon emissions in supplying energy for that production and our customers’ carbon emissions associated with their use of the energy products we sell. Shell only controls its own emissions. The use of the term Shell’s “Net Carbon Footprint” is for convenience only and not intended to suggest these emissions are those of Shell or its subsidiaries. Shell’s operating plan, outlook and budgets are forecasted for a ten-year period and are updated every year. They reflect the current economic environment and what we can reasonably expect to see over the next ten years. Accordingly, Shell’s operating plans, outlooks, budgets and pricing assumptions do not reflect our net-zero emissions target. In the future, as society moves towards net-zero emissions, we expect Shell’s operating plans, outlooks, budgets and pricing assumptions to reflect this movement.

Meer Shell