meeting in conference room

“We hebben veel mensen ongerust gemaakt en vinden het belangrijk om onnodige onrust weg te nemen. Ik ga pas weg als alle vragen beantwoord zijn,” zei General Manager Shell Pernis, Jos van Winsen aan het begin van de informatieavond voor omwonenden op Shell Pernis. Ruim twee uur later waren naar eigen zeggen de meeste vragen van de 200 aanwezige buren naar tevredenheid beantwoord. En waar dat niet het geval was, werden deze in een informele sessie na afloop in een-op-een gesprekjes doorgenomen.

Aan de informatieavond namen naast Shell, vertegenwoordigers van de brandweer van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond (VVR) en van toezichthouder DCMR deel. “Het is geen Shell-feestje,” zei onafhankelijk facilitator Suzanne Mulder.

De buren van Shell Pernis waren kritisch en spraken hun ongerustheid uit over de twee incidenten op de raffinaderij gedurende de afgelopen anderhalve week : het fakkelen als gevolg van het gecontroleerd uit bedrijf nemen van het merendeel van de fabrieken na een brand in een elektriciteitsstation in het weekend van 29 en 30 juli en de lekkage van waterstof fluoride op maandagavond 31 juli.

Communicatie

Onduidelijke communicatie, vooral rond het tweede incident, op een tijdstip dat de meeste mensen wilden gaan slapen, was de grootste bron van onrust zo bleek uit de eerste reeks vragen. Overheidsinstanties hebben direct na de melding van de lekkage van het giftige waterstof fluoride metingen uitgevoerd en geen schadelijke concentraties gemeten. Maar voor de buren was veel onduidelijk gedurende de rest van de nacht. Moesten ramen gesloten blijven, moest men zich op evacuatie voorbereiden?

Waarom is er geen gebruik gemaakt van NL Alert of andere social media, was een veelgehoorde vraag. Ook als er geen direct gevaar is, is de onrust bij omwonenden niet weggenomen. Jolanda Trijselaar, directeur brandweer van de VVR, en haar collega Arnout Koper namen deze suggesties serieus op. “We proberen met een mix van communicatiemiddelen zoveel mogelijk bewoners in de regio te bereiken, en hebben plannen klaarliggen als er gevaar dreigt. Dat was in beide gevallen gelukkig niet nodig, maar wellicht kunnen we meer doen om ongerustheid weg te nemen.” Op de website www.rijnmondveilig.nl wordt altijd de laatste informatie gegeven. 

Veiligheid

“Hoe kunt u de veiligheid van burgers borgen?” Voor Jos van Winsen en Jan van Nies van DCMR viel er veel uit te leggen over de betrouwbaarheid van de installaties en de overtuiging dat het met het geleidelijk opstarten van de fabrieken over de komende weken wel goed zal gaan. Was er immers in 2005 ook al niet een algehele stroomstoring op de raffinaderij? Hoe kon dit nu weer gebeuren? Dit zijn ook vragen die de toezichthouder DCMR aan Shell stelt en worden onderzocht. 

Jos van Winsen legde uit dat het verschillende incidenten betreft. “In 2005 moesten alle fabrieken op het hele terrein door een stroomstoring uit bedrijf. Op 29 juli raakte de stroomstoring een deel van ons terrein en hebben we uit veiligheidsoverwegingen de fabrieken over het gehele terrein veilig en gecontroleerd uit bedrijf genomen. Onderzoek is volop gaande maar we weten dat beide incidenten niet zijn veroorzaakt door achterstallig onderhoud.” Shell Pernis heeft op permanente basis 120 inspecteurs op het terrein actief om installaties, leidingwerk etcetera te inspecteren en controleren.

Shell werkt nauw samen met DCMR en andere autoriteiten om de raffinaderij stapsgewijs weer helemaal op te starten. Pas als DCMR een ‘state of fitness’ afgeeft aan het opstartplan van elke afzonderlijke fabriek op het ABC terrein, kunnen deze gecontroleerd een-voor-een in werking worden gesteld. Vanaf donderdag wordt weer met fakkelen begonnen, maar omdat er dit keer stoom ingezet kan worden, zal er geen overlast zijn van roet. Jos van Winsen zei: “Het gaat de goede kant op. Wij hopen binnen een aantal weken weer terug te zijn als normale buren. Het spijt ons dat het fout is gegaan en we willen leren van wat er is gebeurd. We willen hier zeker nog 50 jaar een goede buur zijn met een niet aflatende aandacht voor veiligheid en we doen er alles aan om zoiets als dit in de toekomst te voorkomen.”