Inclusie komt met uitdagingen. Wat als je doof bent?
24 okt. 2022
Stefan de Visser is doof. En toch werkt hij op Pernis in de Centrale Werkplaats, met draaiende machines en bewegende delen.
Als opgeleid onderhoudswerktuigbouwkundige reviseert hij pompen en compressors. Terwijl veel bedrijven huiverig zijn voor alleen al het bieden van een stageplaats aan een dove bankwerker, kreeg Stefan bij Shells Energy and Chemicals Park Rotterdam wel een kans.
Stefan: “Omdat ik doof ben, kostte het veel moeite op een stageplek te vinden, maar bij Shell kreeg ik de kans werkervaring op te doen in de centrale werkplaats. Dat ging overigens ook niet zonder slag of stoot. Het is aan de volharding van de manager van de werkplaats te danken, dat ik aangenomen werd.”
Dat is nu 6,5 jaar geleden, Stefan kreeg na zijn praktijktraining een vaste baan bij Shell in Pernis. “In het begin vroegen mijn collega’s zich af of ik wel mee kon draaien met het werk en in teamverband. Uiteindelijk won ik hun vertrouwen. Inmiddels zijn er collega’s die de basisgebarentaal hebben geleerd, en sommige zelfs als gevorderden.”
Voor een leek lijkt het misschien gek om een dove bankwerker in een wereld vol werkende machines te hebben. “Aanvankelijk mocht ik niet in de fabriek werken. Na 2 jaar, met veel overleg, dan toch. Ik let altijd extra goed op mijn piepers en mijn omgeving, om te voorkomen dat er iets misgaat.”
Wat betekent het eigenlijk in de dagelijkse praktijk, niet kunnen horen? “Soms beïnvloedt het mijn werk. Als er een werkoverleg of cursus in groepsverband is, moet ik zorgen voor een tolk. Maar ik ga uitdagingen aan. Ik laat mijn doofheid mij er niet van weerhouden om nieuwe dingen te leren. Collega’s betrekken mij ook bij nieuwe dingen en ik voel dat ik bij Shell kan doorgroeien.”
Voor Shell als werkgever heeft Stefan geen verbeterpunten voor het inclusief maken van een baan voor iedereen. Toch leken de veiligheidsregels geen rekening te houden met dove werktuigbouwkundigen. “In de fabriek moest ik oordoppen in, terwijl ik 100% doof ben! Nu accepteert iedereen dat ik ze niet draag. Mensen moeten niet bang zijn doven aan te spreken. Dat is nergens voor nodig. Ik vind het juist fijn als mensen proberen met mij te communiceren. Er is altijd wel een oplossing te vinden. Zoals typen op een telefoon of liplezen.”
Wie bovendien het alfabet in gebarentaal leert, heeft direct een goede basis, meent Stefan. “Dat alfabet is gewoon leuk om te leren. Zelf wil ik ook meer kennis opdoen. Wie weet word ik ooit technisch assistent in de werkplaats.”

Stefan de Visser werkt op de Centrale Werkplaats in Pernis