ETCA

Co-creatie aan 't IJ

Al meer dan honderd jaar doet Shell in Amsterdam aan onderzoek en ontwikkeling voor de eigen activiteiten. Maar de koers is verlegd. Shell zet de deuren open voor onderzoekers van universiteiten, start-ups en andere bedrijven. Samen kan je meer vaart maken.

Door Erik te Roller op 02 jun. 2022

Het voormalige Shell Technology Centre (STCA) aan het Amsterdamse IJ is een van de drie grote regionale onderzoekscentra van Shell. Sinds kort draagt het onderzoekscentrum de naam Energy Transition Campus Amsterdam (ETCA). Om de energietransitie te versnellen moet je het probleem centraal stellen, niet het bedrijf. Daarom staan de deuren open voor samenwerking met anderen.

“We stellen de campus open om onze ambities voor de energietransitie letterlijk en figuurlijk een plek te geven. Als geen ander beseffen we dat vraag en aanbod van energie vanwege de klimaatdoelstellingen de komende jaren sterk zullen veranderen en nieuwe technologie snel ontwikkeld moet worden”, verklaart ETCA-campus manager Ferry Winter.

Lage drempel

In Amsterdam heeft Shell jarenlange ervaring met het uitwerken van ideeën tot technologieën die op grote schaal toepasbaar en commercieel haalbaar zijn, legt Winter uit. De energietransitie is echter zo breed, dat er ook kennis en kunde van andere partijen nodig is om te kunnen versnellen. “Daarom zijn we met de open innovatiecampus begonnen. Die zal een belangrijke rol gaan spelen bij het ontwikkelen van nieuwe technologie, niet alleen voor Shell, maar ook voor andere bedrijven en de maatschappij in het algemeen.” Onderzoekers van verschillende partijen bij elkaar op een campus laten werken heeft zo zijn voordelen. “De drempel om elkaar te ontmoeten is veel lager: je komt elkaar vaker tegen, kunt gemakkelijker bij elkaar binnenlopen, bijeenkomsten organiseren en teams vormen. Daardoor wisselt iedereen kennis en ideeën veel sneller uit. Hoe meer onderlinge ‘botsingen’ er zijn hoe beter”, stelt Winter.

Sneeuwbaleffect

Het streven is om de Energy Transition Campus Amsterdam in de loop van 2024 tot 2025 voor 60% bevolkt te laten zijn met onderzoekers van Shell en voor 40% met onderzoekers van andere partijen. “We zijn nu bezig te werven en hopen dat er met de komst van nieuwe partijen een sneeuwbaleffect ontstaat”, aldus Winter.

ETCA verwelkomt bij voorkeur onderzoekers van universiteiten, start-ups en bedrijven die actief zijn in zeven transitiesectoren waaronder circulariteit van kunststoffen, waterstoftechnologie, elektrificatie en brandstoffen gemaakt uit hernieuwbare bronnen. Mocht er op enig moment een nieuwe baanbrekende technologie opkomen, dan zal die worden toegevoegd.

“Maar niet al het onderzoek hoeft in het straatje van Shell te passen, zolang het maar aansluit bij de energietransitie in het algemeen”, aldus Winter. Binnen het campus-gebouw van dertien voetbalvelden groot werken op het ogenblik rond de 1.000 mensen uit meer dan 50 landen in laboratoria, testhallen en kantoren. Voor nieuwkomers is er nog genoeg ruimte. “Dat kan omdat we niet uitgaan van een verdeling in vierkante meters maar van een gezamenlijk functioneel gebruik van ruimten en faciliteiten. Bij Shell laten we bijvoorbeeld na het afsluiten van projecten opstellingen in een laboratorium soms ongebruikt staan. Daar kunnen anderen dan gebruik van maken”, licht hij toe.

In de kaart kijken

Winter is niet bang dat Shell zich voor wat betreft eigen ontwikkelingen in de kaart zal laten kijken door de nieuwkomers. “Natuurlijk nodigen we niet onze keiharde concurrenten uit om hier in Amsterdam te komen werken. Om gevoelige zaken af te schermen kunnen we de toegang tot bepaalde ruimten of complete vleugels van het gebouw beperken.”

Over het gebruiken en patenteren van kennis worden meteen afspraken gemaakt. “Afhankelijk van de fase waarin een ontwikkeling verkeert en de vorm van samenwerking, sluiten we specifieke overeenkomsten. Er moet een goed klimaat voor co-creatie zijn en daarvoor moet alles goed zijn geregeld. Anders werkt het niet”, voegt Winter eraan toe.

Zonder de S

Bij co-creatie valt te denken aan samenwerking met start-ups, waarbij Shell bijvoorbeeld helpt met het opschalen van de technologie en het neerzetten ervan in de markt. Maar partijen op de campus kunnen er ook voor kiezen om zonder Shell iets voor de energietransitie te ontwikkelen. Vandaar ook dat de ‘S’ in de naam ETCA ontbreekt. “Dit is niet langer uitsluitend een campus voor Shell alleen, maar een energietransitie-campus in het algemeen”, verklaart Winter. De financiering voor de technologieontwikkeling zal uit verschillende bronnen komen, zoals nationale en Europese subsidies en durfkapitaal. “Het lijkt me fantastisch als Shell en de andere partijen elkaar hier kunnen versterken en waarde creëren en de energietransitie daardoor sneller zal verlopen”, aldus Winter. 

Oude bekende en nieuwe bewoner

Co-creator 1: IPSS Engineering 

  • Ontwerpen, engineering en constructie van R&D installaties
  • Sinds 2005 actief voor Shell Amsterdam
  • Vestigingen in Wageningen, Bennekom en Amsterdam
  • Op 1 maart op de ECTA begonnen met team van zes engineers

IPSS Engineering is sinds 1 maart de eerste nieuwe bewoner van de Energy Transition Campus (ETCA), maar voor Shell geen onbekende. In 2007 hielp het bureau met de verhuizing van procesinstallaties van het oude naar het nieuwe researchlaboratorium aan het IJ in Amsterdam. In de jaren daarna volgden opdrachten voor ondersteuning bij het ontwerp en de engineering van procesinstallaties voor de R&D van Shell. Om die reden opende IPSS Engineering ook een vestiging aan de Asterweg in Amsterdam, vlak bij het onderzoekscentrum.

“Afgelopen jaar kwam de uitnodiging om op de campus aan de energietransitie te komen werken. Wij hebben ons toen ingeschreven, werden uitgenodigd voor een gesprek en constateerden dat we gezamenlijke ambities hebben. Hierdoor mogen wij ons nu voorstellen als nieuwe bewoner. Daar zijn wij uiteraard ontzettend blij mee”, zegt Gerrit Gerritsen de directeur-eigenaar van IPSS Engineering.

Shell wil het bedrijf graag om twee redenen op de campus hebben. “De eerste is, dat we al een aantal jaren werken op de campus van Wageningen University & Research. Daar doen we ook de engineering voor R&D-installaties in samenspraak met de onderzoekers. Met de ervaring die we daarmee opgedaan hebben, zijn we van toegevoegde waarde zijn voor Shell en alle andere partijen die nog binnen moeten komen”, aldus Gerritsen.

De tweede reden is, dat samenwerken binnen hetzelfde gebouw veel gemakkelijker is. “Het gekke is, dat we al op de Asterweg zaten, ongeveer twee minuten lopen van het Shell-gebouw. Toch blijkt het voor veel mensen een drempel te zijn om de deur uit te gaan en informatie mee naar buiten te nemen. In het ETCA-gebouw is het veel gemakkelijker om even ergens binnen te lopen. Het vergemakkelijkt de communicatie en samenwerking”, verklaart Gerritsen.

Er werkt nu een team van zes engineers van IPSS Engineering op de campus, waaronder Gerritsen als projectmanager. Hij verwacht dat het team snel zal groeien. “Onze aanwezigheid op het ETCA helpt bij het aangaan van nieuwe samenwerkingen én het intensiveren van bestaande. Meer dan ooit is de energietransitie een hot item. We moeten ons samen sterk maken om te durven investeren in duurzame en innovatieve oplossingen. Bij het ETCA heb ik daar het volste vertrouwen in. Ik kijk ernaar uit hier samen aan te werken”, aldus Gerritsen.

“Wat mij aanspreekt is, dat de campus moet uitgroeien tot een community van bedrijven die elkaar toegevoegde waarde bieden. Samen zijn we in staat om bijvoorbeeld een installatie voor waterstof te bouwen, maar ook een voor zonnepanelen of biobrandstoffen. We kunnen straks het hele spectrum van de energietransitie bestrijken”, aldus Gerritsen. 

Versnellen met data

Co-creator 2: Databricks

  • Platform voor data-analyse en AI (Artificial Intelligence)
  • Opgericht in 2013 
  • Werkt sinds 2016 voor Shell
  • Sinds april 2022 actief op de ETCA
  • Wil met data-analyse bijdragen aan snellere energietransitie

Begin april is een team van zeven mensen van Databricks op de Energy Transition Campus Amsterdam (ETCA) komen werken. Ze gaan Shell en andere partners ondersteunen met het analyseren van data om eerder tot nieuwe inzichten te komen en zo sneller te kunnen innoveren.

Databricks, opgericht in 2013, werkt sinds 2016 met Shell samen “Wij bieden een dataplatform, waarop Shell snel en eenvoudig data kan analyseren, en ook artificial intelligence en machine learning kan toepassen”, verklaart Paul den Dekker, Global manager Shell bij Databricks, dat diverse vestigingen in de wereld heeft en een hoofdkantoor in San Francisco.

Het gaat onder meer om het analyseren van data over bijvoorbeeld de inkoop en verkoop van producten. Dit levert inzichten op aan de hand waarvan het Shell sneller betere beslissingen kan nemen. Ook helpt de analyse van data van energiestromen om efficiënter met energie om te gaan en de CO2-emissie te beperken. Verder kan de analyse van procesdata inzicht geven in waar zich problemen voordoen. “Doordat ons platform direct toegang heeft tot de data in de cloud van Shell, kunnen we heel snel analyseren en informatie aanleveren voor dagelijkse rapportages”, aldus Den Dekker.

Databricks werkt vooralsnog een jaar op de campus. Als alles goed gaat, blijft het team daar werken. “We willen de energietransitie samen met Shell tot een succes maken, en dat is niet in een jaar gebeurd”, licht Den Dekker toe. Hij wijst erop, dat Shell in lijn met het Klimaatakkoord van Parijs in 2050 netto geen CO2 meer wil uitstoten. “Om dat te kunnen bereiken wil Shell in snel tempo hernieuwbare energiebronnen ontwikkelen. Daarvoor brengen wij onze expertise in en dat kunnen we het beste doen door dicht bij de mensen van Shell en zijn partners te zitten. Samen kunnen we de energietransitie versnellen”, verklaart Den Dekker.

Als voorbeeld geeft hij aan dat Databricks zich graag wil aansluiten bij de ontwikkeling van synthetische brandstoffen voor onder meer de luchtvaart. Die leveren netto geen CO2-uitstoot op. “De experimenten en testen met die brandstoffen gaan gepaard met veel data. In de ETCA kunnen we daar veel sneller op acteren en zo de ontwikkeling van de synthetische brandstoffen ondersteunen”, aldus Den Dekker. 

Finse start-up strijkt neer

Co-creator 3: Finno Exergy

  • Als eerste getekend voor de komst naar de ETCA
  • Start-up opgericht in 2012
  • Ontwikkelt efficiëntere verbrandingstechniek voor gasturbines
  • Begint juni 2022 met testen verbrandingstechniek in gasturbine met aardgas, waterstof en mengsels daarvan
  • Verwacht in 2025 met de nieuwe pressure gain combustion technology op de markt te komen

De Finse start-up Finno Exergy tekende als eerste en zal deze zomer intrekken in het ECTA-bebouw. In oktober 2020 won het bedrijfje de New Energy Challenge. Dit is een jaarlijkse competitie voor startende ondernemers in Europa en Israël die geavanceerde technologieën en oplossingen ontwikkelen om de energietransitie te versnellen en wordt georganiseerd door vier partijen: Get in the Ring, die wereldwijd met start-up competities actief is, vroege-fase-investeerder Rockstart, Shell en hightech incubator YES!Delft.

“Sinds 2012 werken we aan een nieuw verbrandingssysteem voor gasturbines. In plaats van de gassen gewoon te laten verbranden, laten we dat pulserend gebeuren. Dat levert aanzienlijk meer druk op, waardoor gasturbines 20% minder brandstof verbruiken en 20% minder CO2 uitstoten”, verklaart Fabio Ciccateri, chief technology officer van de Finse start-up.

Met het prijsgeld van de New Energy Challenge heeft het bedrijf de bestaande verbrandingskamer kunnen upgraden tot onderdeel van een kleine gasturbine. Dit prototype draait op verschillende vloeibare brandstoffen, waaronder biobrandstoffen en benzine.

“Op de campus in Amsterdam willen we aantonen dat onze nieuwe technologie ook werkt voor aardgas, waterstof en mengsels daarvan. De campus is hiervoor een perfecte locatie, omdat we daar bestaande laboratoriumruimte kunnen gebruiken, verschillende gassen beschikbaar zijn, inclusief groene waterstof die op de locatie wordt geproduceerd. Verder is het een multi company campus, waar we behalve met mensen van Shell ook met mensen van andere bedrijven kunnen samenwerken.”

Finno Exergy is bezig met een upgrade van het prototype en brengt die in juni over naar Amsterdam, waarna het testen met waterstof kan beginnen. Ook werkt het bedrijf aan een roadmap voor het praktisch toepassen van de nieuwe technologie in bestaande gasturbines. “Als dat succesvol is, dan zullen die gasturbines zuiniger zijn, minder CO2 uitstoten en behalve op aardgas ook op waterstof kunnen draaien”, aldus Ciccateri.

De nieuwe verbrandingstechnologie houdt eveneens een belofte in voor het efficiënter maken van straalmotoren van vliegtuigen. Dat vergt wel meer tijd, omdat er op basis van Finno Exergy’s technologie een compleet nieuwe motor moet worden ontworpen, aldus Ciccateri.

Van Finno Exergy komen twee mensen voor minstens een jaar of mogelijk langer naar Amsterdam: een test engineer en Ciccateri zelf. Het project wordt voor 55% gefinancierd door Finno Exergy en voor 45% door Shell en moet ertoe leiden dat de nieuwe verbrandingstechnologie in 2025 op de markt komt.

Meer Shell

Venster

Venster is het Nederlandstalige kwartaalmagazine van Shell Nederland. Met gesprekken met senior leaders, wetenschappers en beleidsexperts binnen en buiten Shell, en diepteverhalen.

Shell viert samen met nieuwe partners de opening van de Energy Transition Campus Amsterdam

Vandaag, 2 juni 2022, vieren Shell en innovatiepartners samen de officiële opening van de Energy Transition Campus Amsterdam (ETCA), de voedingsbodem van technologische innovaties voor een volledig duurzame en circulaire maatschappij. 

Energy Transition Campus Amsterdam (ETCA)

Technologie-ontwikkeling is de kern van waar het in Shell Technology Centre Amsterdam (ETCA) om draait. ETCA is in meer dan 100 jaar uitgegroeid tot een toonaangevend instituut. Het is een van de drie grootste onderzoekscentra van Shell wereldwijd.