Shearwater-platform in de Noordzee

Derde jeugd voor de Noordzee

Lang leek de Noordzee een plek waar steeds minder aardgas gewonnen zou gaan worden. Met het terugschroeven van de Russische gastoevoer naar Europa en de scherp hogere energieprijzen is het beeld gekeerd. De Noordzee is voor de derde keer terug in beeld als bron van olie en gas.

Door Rob van 't Wel, met bijdrage van Shell Norway, op 30 nov. 2022

Wie op internet de zoekwoorden ‘Noordzee’ en ‘offshore’ intikt, krijgt als eerste zoekresultaten een keur van hits over windparken en de vaarroutes daar omheen. Als ware het een illustratie van de wereldwijde energietransitie op het beeldscherm voor je neus. Het zegt iets over het toegenomen belang van de windenergie als duurzame energiebron. En het zegt tegelijkertijd iets over de afgenomen aandacht voor de olie- en gaswinning op zee.

Het kan verkeren. Lang leek de winning van olie en gas op de Noordzee een voorbeeld van een bedrijfstak die tot uitsterven gedoemd was. De ‘grote jongens’ uit de energiesector bouwden op de Noordzee hun activiteiten af en lieten de kruimels achter voor de kleinere spelers die nog brood zagen in het opruimen en winnen van de laatste restjes. Dat beeld is als gevolg van de oorlog in Oekraïne in rap tempo aan het kantelen. De hoge energieprijzen openen mogelijkheden voor nieuwe, winstgevende activiteiten. Daarnaast zijn overheden op zoek naar een vermindering van de afhankelijkheid van onbetrouwbare leveranciers.

Map of Noordzee with platforms
Kaart van de Noordzee met offshore platforms. Blauwe secties markeren gasvelden, roze zijn olievelden en groen zijn geplande en aangelegde windparken. Situatie in 2022.

Rode draad

Het is de rode draad voor de ontwikkeling van de Noordzee als winningsgebied van olie en gas. De eerste golf van investeringen gaat terug tot het najaar van 1956 als de Suezcrisis uitbreekt. Hoewel er een reeks aan redenen is waarom de spanningen destijds groeien, vormt de nationalisering van het Suezkanaal door de Egyptische president Gamal Abdel Nasser de directe aanleiding voor een gewapend conflict. Als gevolg hiervan komt de olieexport van het Midden-Oosten richting Europa in het nauw.

Die afhankelijkheid is de aanzet voor het zoeken naar alternatieven en zo komt de Noordzee in beeld. Maar van wie is die potentiële rijkdom? Alle olie-activiteiten beginnen daarom aan de tafels van diplomaten. Twee jaar na de Suezcrisis wordt in het Zwitserse Genève het zogenoemde Verdrag inzake het continentale plateau gesloten. De overeenkomst legt de grenzen vast voor de verdeling van de Noordzee en daarmee de rechten voor exploratie en productie van de fossiele bodemschatten.

Mede door de olie- en gasvondsten op het omliggende vasteland, met als parel in de kroon de vondst van het Groningenveld in 1959, ontstaat er in de loop van de jaren 60 op zee een felle jacht op olie en gas. Met matig resultaat overigens, wat leidt tot een afname van het enthousiasme. Dat verandert in december 1969 als in het Noorse deel van de Noordzee het Ekofisk-gasveld wordt aangeboord. In diezelfde maand wordt ook een behoorlijk olieveld in de Schotse wateren gevonden.

Bevoorradingsschip naar een offshore platform in de Noordzee
Bevoorradingsschip naar een offshore platform in de Noordzee

Bonanza

Het Verenigd Koninkrijk en Noorwegen blijken de belangrijkste winnaars van de offshore bonanza. Daar vinden dan ook de grote investeringen plaats, al verandert dat door een volgende onzekere periode van olieleveranties: de energiecrises van 1973 en 1979. Die zijn het gevolg van opnieuw opgelopen spanningen in het Midden-Oosten en het dichtdraaien van de oliekraan door belangrijke Arabische producenten.

Als reactie daarop gaan regeringen van Noordzeelanden de investeringen op de Noordzee stimuleren. Dat leidt in Nederland al in 1974 tot het opzetten van het zogeheten kleineveldenbeleid. Het belangrijkste element daarvan is dat er voor geproduceerd Noordzeegas altijd een koper is. Die zekerheid leidt tot een nieuwe investeringsgolf, omdat Noordzeeproducenten daarmee niet meer hoeven te concurreren met bijvoorbeeld het Gronings gas, waarvan de productiekosten aanzienlijk lager liggen.

Die gloriejaren ebben over de gehele Noordzee langzaam maar zeker weg, ook omdat de eerste grote velden op het einde van hun productietijd lopen. De gemakkelijke velden zijn gevonden, over hun top, fossiel ligt onder druk en windparken vragen ruimte en investeringen. Bovendien komt er in de loop van deze eeuw steeds meer concurrerend gas uit Rusland. De Noordzee lijkt steeds meer een uitstervende energieprovincie te worden. Grote spelers verkopen hun belangen steeds vaker aan kleinere partijen die vooral gefinancierd worden met kapitaal van durfinvesteerders.

Groen licht

Opnieuw zet een ‘wereldgebeurtenis’ de Noordzee terug op de kaart en geeft de zee daarmee haar derde jeugd. Op donderdag 24 februari van dit jaar valt Rusland Oekraïne binnen. De afhankelijkheid van energieleverancier Rusland komt genadeloos aan het licht. Embargo’s en politiek gesteggel doen de rest: de prijs van energie gaat van record naar record. Het maakt dat de regeringen van de Noordzeelanden opnieuw naar de Noordzee kijken om de afhankelijkheid van andere exporteurs te verminderen.

In april maakt het Nederlandse kabinet bekend de gasproductie voor de kust te willen vergemakkelijken. Een week later klinkt hetzelfde geluid uit Denemarken, net na Groot-Brittannië. De markt omarmt die koerswijzigingen. Samen met de hoge gasprijzen die investeringen zekerder en rendabeler maken, zijn inmiddels de nodige investeringsbeslissingen genomen. Zo laat Shell eind mei weten het grote Jackdaw-veld, 250 kilometer uit de kust van Aberdeen, te gaan ontwikkelen. Eenmaal in productie is het gasveld goed voor 6,5% van de Britse gasbehoefte. 

Zo laat Shell eind mei weten het grote Jackdaw-veld, 250 kilometer uit de kust van Aberdeen, te gaan ontwikkelen.

Een van de medewerkers op de Nyhamna-gaslocatie in Noorwegen, dat voor het Ormen Lange-gasveld werd gebouwd
Een van de medewerkers op de Nyhamna-gaslocatie in Noorwegen, dat voor het Ormen Lange-gasveld werd gebouwd

Versnellingsbrief

Uit de zogeheten ‘versnellingsbrief’ die staatssecretaris van Mijnbouw Hans Vijlbrief half juli naar de Tweede Kamer stuurt, blijkt dat hij in eerste instantie vooral inzet op een versoepeling van het vergunningenproces voor nieuwe boringen. Op die manier kan de Noordzee naar zijn zeggen “een essentiële rol spelen in het beperken van onze importafhankelijkheid”. “De energietransitie”, zo schrijft hij, “is namelijk niet van de ene dag op de andere dag geregeld.”

De versoepeling van de procedures moet tot extra gaswinning op zee leiden. Gas dat, omdat het transport veel minder energie vraagt en de winning moderner is, per saldo een lagere belasting van CO₂-uitstoot heeft.

En gas dat de Nederlandse schatkist ook extra inkomsten oplevert. Afgelopen jaar kwam er in Nederland 8,9 miljard kuub aardgas van de Noordzee. Door de versnelling kan er volgens de bewindsman jaarlijks 2 tot 4 miljard kuub aan worden toegevoegd. Dat is naar zijn inschatting voor op een termijn van vijf jaar. Eerder zal de productiegroei beperkt blijven tot naar schatting 1 miljard kubieke meter aardgas extra. Overigens is het jaarlijks gasverbruik in Nederland zo’n 40 miljard kuub. Vijlbrief kondigt in zijn versnellingsbrief aan ook te kijken naar financiële prikkels voor investeringen en een andere rol van staatsbedrijf Energie Beheer Nederland (EBN). 

In de tussentijd nemen de activiteiten weer toe. Jackdaw betekent nieuwe initiatieven in het Britse deel. In Noorwegen blijft Shell een stabiele en betrouwbare gasleverancier voor Europa, als partner in Troll en als uitbater van Ormen Lange – de grootste gasvelden op het Noorse continentale plat. In het Nederlandse deel van de Noordzee zijn er alleen al in de eerste zes maanden van dit jaar zes proefboringen geweest.

Meer gas dan gedacht graphic

Gasreserves in het Nederlandse deel van de Noordzee

De potentieel winbare gasreserves onder het Nederlandse deel van de Noordzee zijn groter dan gedacht. Dat bleek dit voorjaar uit onderzoek door TNO in opdracht van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Voor een deel komt dat omdat bestaande producenten, mede door de veranderde omstandigheden, hebben aangegeven langer dan gedacht gas te blijven winnen uit velden waar ze al actief zijn.

Bovendien is het aantal boringen naar nieuwe velden in vergelijking met de afgelopen jaren behoorlijk toegenomen. Hierdoor kan de ingezette daling van de productie op de Noordzee worden gestabiliseerd of beperkt, zo is de verwachting. De lagere levensduur van bestaande gasvelden helpt op een termijn van een of twee jaar. Voor de middellange en lange termijn moeten de nieuwe proefboringen ook commercieel winbare gasreserves gaan opleveren.

English version

Third life for the North Sea

Text by Rob van 't Wel, with a contribution of Shell Norway

For a long time, extracting natural gas from the North Sea seemed to be a winding down business. With the cuts of Russian gas flowing to Europe and spiking energy prices, the waters that connect the Netherlands, Belgium, the United Kingdom, Norway, Denmark, and Germany are back in the picture as a potential source of oil and gas.

Search the internet with keywords “North Sea” and “offshore”, and depending from where you log in, there is big chance wind farms and the shipping routes around them pop up. It is an illustration of the global energy transition we are in, and it tells the tale of the increased importance of wind as a sustainable energy source. At the same time, it says something about the reduced attention for oil and gas extraction at sea.

Things may change. For a long time, the extraction of oil and gas in the North Sea seemed to be an example of an industry that was doomed to extinction. The 'big boys' from the energy sector built up their activities in the North Sea and left the crumbs for the smaller players to get the last scraps.

As a result of the war in Ukraine, and its side effects, that image is rapidly changing. The high energy prices welcome opportunities for new, profitable activities at sea. In addition, governments are looking to reduce dependence on unreliable suppliers. It is a common thread in the development of the North Sea as an oil and gas extraction area.

Suez crisis

The first wave of investments into the North Sea for fossil energy production comes in the autumn of 1956 during the Suez crisis. Although there are reasons why tensions were growing at the time, Egyptian president Gamal Abdel Nasser's nationalization of the Suez Canal is the direct cause of armed conflict. As a result, oil exports from the Middle East to Europe are in jeopardy.

This dependence is the impetus for the search for alternatives and that is how the North Sea attracts attention. But who owns that potential wealth? Therefore, all oil activities begin with diplomatic talks. Two years after the Suez crisis, the so-called Convention on the Continental Shelf is concluded in Geneva. The agreement sets the limits for the division of the North Sea and thus the rights for exploration and production of fossil mineral resources.

A fierce hunt for oil and gas at sea is on in the 1960s, with the oil and gas discoveries on the surrounding mainland – including the Groningen field in the Netherlands in 1959 – as an extra incentive. But the results are moderate at best, which leads to a decrease in enthusiasm. Until December 1969, when the Ekofisk gas field is found in the Norwegian part of the North Sea, followed by a considerable oil field in Scottish waters.

Bonanza

The United Kingdom and Norway appear to be the main winners of the offshore bonanza. The major investments take place in their economic zones, but a period of uncertain oil supplies lies ahead: the energy crises of 1973 and 1979. Renewed tensions in the Middle East, and the Arab oil producers closing the tap, makes North Sea countries’ governments respond with new investment stimulations in their waters. In the Netherlands the so-called small fields policy is introduced in 1974. The most important element of it: there is always a buyer for produced North Sea gas. This certainty leads to a new wave of investments, because North Sea producers no longer have to compete with e.g. Groningen gas of which production costs are considerably lower.

As the first large North Sea fields reach the end of their production life, so do the glory days of offshore production in this part of the world. All easy-to-find fields have been tapped into, have passed their top production, while fossil fuels are under pressure and wind farms require space and new money. With Russia no longer considered an enemy of “the West” in the 1990s and beginning of 2000s, ever more competitive gas finds its way to Western Europe through deals made with Moscow. As a European energy “province” the North Sea is dying. Big players are increasingly selling their interests to smaller parties financed with venture capital.

Green light

It is early 2022 when yet another “world event” puts the North Sea back into focus. On 24 February, Russia launches a full-scale invasion of Ukraine – eight years after a slow and partly hybrid war in which Russia took the Crimea peninsula and parts of the Luhansk and Donetsk regions from Ukraine.

The dependence on Russia as energy supplier shows no mercy. Add energy embargoes and political wrangling and the price of energy hits record after record. Reason for countries to, once again, eye the North Sea and reduce their reliance on Moscow.

In April, the Dutch cabinet announced its intention to facilitate gas production off the coast. Britain and Denmark follow within the week. It is very much welcomed by “the market”. Together with higher gas prices, the governments’ incentives make investments more secure and profitable.

Shell announces Jackdaw

At the end of May, Shell announces development of Jackdaw, 250 kilometres (155 miles) off the coast of Aberdeen. Once in production, this large gas field will account for 6.5% of the UK's gas demand. 

“The North Sea can play an essential role in limiting our import dependence,” writes the Netherlands’ State Secretary for Mining Hans Vijlbrief in a letter to the House of Representatives in July. His letter is meant to speed up the permitting processes, including the warning that “the energy transition is not arranged overnight”.

Cubic metres

Additional gas extraction at sea is more modern than before, even its transport requires less energy, lowering the overall CO2 emissions on the balance sheet. With speeded up processes in place, the State Secretary thinks the Dutch economic zone of the North Sea can provide in an extra 2 to 4 billion cubic metres of gas annually over the next five years, on top of the 8.9 billion cubic metres of last year. Earlier, production growth was to be capped at 1 billion cubic metres of natural gas. Note: the annual gas consumption of the Netherlands is about 40 billion cubic metres.

While energy from North Sea offshore wind is steeply growing, the fossil fuel activities are on the rise again as well. Jackdaw means new activities in the British part. In Norway, Shell remains a stable and reliable gas supplier to Europe, as a partner in Troll and as operator of Ormen Lange – the biggest gas fields on the Norwegian continental shelf. Back in the Netherlands, in the first half of the year 2022 alone, six exploratory drillings took place in the Dutch part of the North Sea.

Meer Shell

Venster

Venster is het Nederlandstalige kwartaalmagazine van Shell Nederland. Met gesprekken met senior leaders, wetenschappers en beleidsexperts binnen en buiten Shell, en diepteverhalen.

Nieuws

Lees ons laatste nieuws, download onze jaarverslagen en zie hoe u contact kunt opnemen met de persvoorlichters van Shell in Nederland.

Bouwen aan dingen die echt zijn

“Dit is geen PowerPoint hè”, probeert Frans Everts het heien te overstemmen, wijzend naar de plek waar over een paar weken een drieduizend ton zwaar fabrieksdeel op zijn plek wordt gezet. “Hier wordt echt gebouwd aan de energie van morgen.” Een eerste ontmoeting met de nieuwe president-directeur van Shell Nederland via een tocht langs verschillende Shell-locaties.