Direct naar de hoofd inhoud

Shell reageert op de uitspraak van de rechtbank van Milaan over OPL 245

Ben van Beurden, Chief Executive van Royal Dutch Shell plc ("RDS"), heeft vandaag de volgende verklaring afgelegd nadat de rechtbank van Milaan de Onderneming heeft vrijgesproken van aanklachten in verband met Oil Prospecting Licence (OPL) 245 in Nigeria:

"We zijn blij met de beslissing van de rechtbank in Milaan vandaag. We hebben altijd gesteld dat de schikking van 2011, die bedoeld was om een tien jaar durend juridisch geschil op te lossen en de ontwikkeling van het OPL 245-blok mogelijk te maken, wettig was. Tegelijkertijd is dit voor ons een moeilijke leerervaring geweest. Shell is een integer bedrijf en wij werken er elke dag hard aan om ervoor te zorgen dat onze acties niet alleen naar de letter en de geest van de wet zijn, maar ook voldoen aan de bredere verwachtingen die de samenleving van ons heeft."

Achtergrond van de OPL 245-schikking van 2011 (de Resolutieovereenkomst)

In 2011 bereikte Shell een overeenkomst met de federale regering van Nigeria en Eni om een geschil en arbitrage van bijna tien jaar met betrekking tot OPL 245 te schikken. Dit was een nooit eerder geziene situatie, waarbij de federale regering van Nigeria hetzelfde blok afzonderlijk had toegewezen aan twee verschillende partijen: Shell en Malabu.

De Resolutieovereenkomst van 2011, waarover op het hoogste niveau van de betrokken regeringsdepartementen was onderhandeld, had tot doel de langlopende geschillen over het blok op te lossen en de ontwikkeling ervan mogelijk te maken, waarbij economische activiteit en inkomsten gegenereerd zouden worden waarbij alle partijen baat zouden hebben. Helaas is het blok nog steeds niet ontwikkeld.

Zakelijke integriteit bij Shell

Zakelijke integriteit is een van onze kernwaarden. Wij blijven hard werken om de normen op dit gebied te verhogen, met een voortdurende focus op het verankeren van een ethische mentaliteit en cultuur, en het handhaven van strenge controles die wij regelmatig evalueren en benchmarken. Wij beseffen dat de verwachtingen van de samenleving ten aanzien van ons gedrag blijven toenemen en evolueren, en dat wij daarop moeten reageren.

Om dit te bereiken hebben wij de afgelopen tien jaar meer middelen ingezet: ons anti-omkoping- en -corruptieteam (ABC) is verviervoudigd, er is een speciaal intern screeningteam opgericht en er werden regionale materiedeskundigen ingezet. Wij hebben ook een reeks nieuwe initiatieven ingevoerd, van een speciaal ABC-comité tot een verplicht programma voor ethisch leiderschap voor alle senior managers. We hebben een kader ontwikkeld om onze medewerkers te helpen op waarden gebaseerde, ethische afwegingen te maken bij belangrijke zakelijke beslissingen. Wij hebben een panel van onafhankelijke deskundigen gevraagd dit initiatief te beoordelen en hun aanbevelingen worden nu geïncorporeerd terwijl dit kader wordt uitgerold en intern wordt verankerd.

Noot voor de redactie (met onder meer de achtergrond van het proces in Milaan, de geschiedenis van het OPL 245-blok, andere juridische onderzoeken en procedures, en ethiek en compliance bij Shell): 
  1. Het proces in Milaan: Op 20 december 2017 heeft de rechter op de inleidende hoorzitting van de rechtbank van Milaan in Italië de Onderneming en vier van zijn voormalige medewerkers naar de rechtbank verwezen wegens vermeende strafbare feiten in verband met Oil Prospecting Licence (OPL) 245 in Nigeria. De Onderneming heeft zich tegen deze aanklachten verweerd en stelt dat er geen grond is om de Onderneming of zijn voormalige medewerkers te veroordelen. Dit was de conclusie van een uitgebreid onderzoek onder leiding van het internationale advocatenkantoor Debevoise & Plimpton LLP.

  2. Andere juridische onderzoeken en procedures: In oktober 2019 heeft het Amerikaanse Department of Justice (DoJ) ons ervan in kennis gesteld dat het zijn onderzoek naar Shell met betrekking tot OPL 245 heeft gesloten. Wij hebben begrepen dat dit is gebaseerd op de feiten waarover het DoJ beschikt, waaronder lopende juridische procedures in Europa. In april 2020 heeft de Securities and Exchange Commission ons ervan in kennis dat het zijn onderzoek naar Shell met betrekking tot OPL 245 heeft gesloten.

    In december 2018 diende de Federale Republiek Nigeria (FRN) met betrekking tot OPL 245 een civiele vordering in tegen Royal Dutch Shell plc bij het Engelse Hooggerechtshof. In mei 2020 heeft het Engelse Hooggerechtshof zich onbevoegd verklaard en geoordeeld dat de FRN niet gerechtigd is om deze vorderingen in Engeland in te stellen. In september 2020 heeft het Hof van Beroep het verzoek van de FRN om tegen de uitspraak van het Hooggerechtshof in beroep te mogen gaan, afgewezen.

    In Nigeria blijven wij ons verweren tegen aanklachten in verband met OPL 245.

    Er is geen update beschikbaar over het onderzoek van het Nederlandse Openbaar Ministerie in deze zaak.

  3. De geschiedenis van het OPL 245-blok: Meer informatie over de geschiedenis van de OPL 245-bloklicentie en de procedures die hebben geleid tot de Resolutieovereenkomst van 2011 vindt u hier (PDF, 470 kB) en in de briefings van de Dag van de Verantwoordelijke Investeerder van de Onderneming.

    Shell heeft sinds 2011 in zijn jaarverslagen nauwkeurig verslag uitgebracht over de OPL 245-schikking. De betaling door Shell Nigeria Ultra Deep Limited aan de Nigeriaanse regering als onderdeel van de Resolutieovereenkomst van 2011 werd in 2012 bekendgemaakt aan het Nigeria Extractive Industries Transparency Initiative (NEITI).

    In het tweede kwartaal van 2020 hebben wij besloten om de economische waarde van de OPL 245-licentie en aanverwante activiteiten af te waarderen. Dit was een van een aantal bijzondere waardeverminderingen.

  4. Ethiek en compliance bij Shell: Shell heeft duidelijke regels inzake omkoping en corruptie en heeft die opgenomen in onze Gedragscode voor alle medewerkers. De Code is te vinden op onze website, samen met ons Handboek inzake Ethiek en Compliance dat praktisch advies biedt over de naleving van wet- en regelgeving. Van alle medewerkers wordt verwacht dat zij de Gedragscode naleven en als zij dit niet doen, zal dit leiden tot gevolgen die ook ontslag kunnen omvatten. Interne onderzoeken bevestigden 252 schendingen van de Gedragscode in 2020. Als gevolg daarvan hebben we het dienstverband of contract beëindigd van in totaal 54 medewerkers en inleenpersoneel. Wij rapporteren deze cijfers al meer dan tien jaar in ons Duurzaamheidsverslag. Hierbij moet worden opgemerkt dat de meeste schendingen van de Gedragscode niets te maken hebben met omkoping en corruptie, maar wel met bescherming van eigendommen, belangenconflicten en intimidatie. Om deze cijfers in de juiste context te plaatsen: wij hebben ongeveer 80.000 medewerkers, inleenkrachten niet meegerekend. Kijk hier voor meer informatie.

Cautionary Note

The companies in which Royal Dutch Shell plc directly and indirectly owns investments are separate legal entities. In this release “Shell”, “Shell Group” and “Group” are sometimes used for convenience where references are made to Royal Dutch Shell plc and its subsidiaries in general. Likewise, the words “we”, “us” and “our” are also used to refer to Royal Dutch Shell plc and its subsidiaries in general or to those who work for them. These terms are also used where no useful purpose is served by identifying the particular entity or entities. ‘‘Subsidiaries’’, “Shell subsidiaries” and “Shell companies” as used in this release refer to entities over which Royal Dutch Shell plc either directly or indirectly has control. Entities and unincorporated arrangements over which Shell has joint control are generally referred to as “joint ventures” and “joint operations”, respectively. Entities over which Shell has significant influence but neither control nor joint control are referred to as “associates”. The term “Shell interest” is used for convenience to indicate the direct and/or indirect ownership interest held by Shell in an entity or unincorporated joint arrangement, after exclusion of all third-party interest.

This release contains forward-looking statements (within the meaning of the U.S. Private Securities Litigation Reform Act of 1995) concerning the financial condition, results of operations and businesses of Royal Dutch Shell. All statements other than statements of historical fact are, or may be deemed to be, forward-looking statements. Forward-looking statements are statements of future expectations that are based on management’s current expectations and assumptions and involve known and unknown risks and uncertainties that could cause actual results, performance or events to differ materially from those expressed or implied in these statements. Forward-looking statements include, among other things, statements concerning the potential exposure of Royal Dutch Shell to market risks and statements expressing management’s expectations, beliefs, estimates, forecasts, projections and assumptions. These forward-looking statements are identified by their use of terms and phrases such as “aim”, “ambition”, ‘‘anticipate’’, ‘‘believe’’, ‘‘could’’, ‘‘estimate’’, ‘‘expect’’, ‘‘goals’’, ‘‘intend’’, ‘‘may’’, ‘‘objectives’’, ‘‘outlook’’, ‘‘plan’’, ‘‘probably’’, ‘‘project’’, ‘‘risks’’, “schedule”, ‘‘seek’’, ‘‘should’’, ‘‘target’’, ‘‘will’’ and similar terms and phrases. There are a number of factors that could affect the future operations of Royal Dutch Shell and could cause those results to differ materially from those expressed in the forward-looking statements included in this release, including (without limitation): (a) price fluctuations in crude oil and natural gas; (b) changes in demand for Shell’s products; (c) currency fluctuations; (d) drilling and production results; (e) reserves estimates; (f) loss of market share and industry competition; (g) environmental and physical risks; (h) risks associated with the identification of suitable potential acquisition properties and targets, and successful negotiation and completion of such transactions; (i) the risk of doing business in developing countries and countries subject to international sanctions; (j) legislative, fiscal and regulatory developments including regulatory measures addressing climate change; (k) economic and financial market conditions in various countries and regions; (l) political risks, including the risks of expropriation and renegotiation of the terms of contracts with governmental entities, delays or advancements in the approval of projects and delays in the reimbursement for shared costs; (m) risks associated with the impact of pandemics, such as the COVID-19 (coronavirus) outbreak; and (n) changes in trading conditions. No assurance is provided that future dividend payments will match or exceed previous dividend payments. All forward-looking statements contained in this release are expressly qualified in their entirety by the cautionary statements contained or referred to in this section. Readers should not place undue reliance on forward-looking statements. Additional risk factors that may affect future results are contained in Royal Dutch Shell’s Form 20-F for the year ended December 31, 2020 (available at www.shell.com/investor

 and www.sec.gov). These risk factors also expressly qualify all forward-looking statements contained in this release and should be considered by the reader. Each forward-looking statement speaks only as of the date of this release, March 17, 2021. Neither Royal Dutch Shell plc nor any of its subsidiaries undertake any obligation to publicly update or revise any forward-looking statement as a result of new information, future events or other information. In light of these risks, results could differ materially from those stated, implied or inferred from the forward-looking statements contained in this release.

Shell is not incorporating by reference into this release the content of the websites referred to in this release

We may have used certain terms, such as resources, in this release that the United States Securities and Exchange Commission (SEC) strictly prohibits us from including in our filings with the SEC. Investors are urged to consider closely the disclosure in our Form 20-F, File No 1-32575, available on the SEC website www.sec.gov.

Meer Shell