
Belastingen in Nederland
In Nederland onderscheiden we in het algemeen drie soorten belastingen. Directe belastingen, indirecte belastingen, en loonheffingen.
In 2023 betaalde Shell in Nederland, inclusief haar 50%-deel in NAM, 433 miljoen dollar aan directe belastingen. 314 miljoen dollar ging naar vennootschapsbelasting, royalty’s en overige heffingen, en 119 miljoen dollar werd betaald aan premies voor werknemersverzekeringen voor Shell-personeel.
Verder droeg Shell in 2022 maar liefst 5,1 miljard dollar aan overige belastingen af in Nederland. Daarvan ging 648 miljoen dollar naar loonheffingen, de overige 4,5 miljard dollar betrof indirecte belastingen (voornamelijk btw en accijnzen). Dat zijn weliswaar geen belastingen die drukken op de activiteiten van Shell zelf, maar Shell is wel verantwoordelijk voor het juist en tijdig innen en afdragen van deze belastingen.

Drie soorten belastingen
Directe belastingen drukken direct op het inkomen van Shell. Een voorbeeld is de vennootschapsbelasting, dat is een belasting die drukt op de winst van Shell in Nederland. Maar ook premies voor werknemersverzekeringen, die Shell zelf draagt en niet worden ingehouden op het loon van onze werknemers.
Indirecte belastingen zitten verwerkt in de prijzen van de producten die Shell verkoopt. Deze belastingen worden door Shell voor de overheid geïnd en afgedragen. Voorbeelden zijn BTW en accijns op brandstof: voor elke euro benzine, draagt Shell ruim 60 cent af aan de overheid. Maar denk ook aan douaneheffingen en energiebelastingen.
Loonheffingen, tenslotte, zijn de belastingen die Shell inhoudt op de salarissen van al haar medewerkers en die Shell afdraagt aan de overheid.