Shell Biogas

Shell Biogas begon in 1979 als Nature Energy in Denemarken met een gemeentelijk gasdistributiebedrijf, om huishoudens van gas te voorzien. In 2015 werd de eerste groengasinstallatie opgezet in Denemarken. Daarna groeide het bedrijf uit tot de grootste producent van groen gas van het land. In februari 2023 voltooide Shell de aankoop van Nature Energy en in 2025 wordt de naamsverandering naar Shell Biogas doorgevoerd.

De Deense ervaring en expertise stelt Shell Biogas in staat om installaties te ontwikkelen die goed functioneren en passen binnen de omgeving. Shell Biogas kan zo op meer plekken bijdragen aan de energietransitie. Daarom verbreedde het bedrijf al voor de overname door Shell haar horizon naar andere landen,  waaronder Nederland. Vandaag de dag heeft Shell Biogas zo’n 500 medewerkers en vijftien operationele groengasinstallaties in Europa.

De werknemers van Shell Biogas Nederland wonen en werken in Nederland. Het lokale team heeft vele jaren ervaring in energieprojecten en de agricultuur in Nederland. Deze achtergrond heeft geleid tot een uitgebreid netwerk en diepgaande kennis van de Nederlandse markt.

Groen gas heet ook wel biogas en is gas dat is gemaakt van biomassa dat daarna verwerkt is tot dezelfde kwaliteit als aardgas. Biomassa bestaat uit bijvoorbeeld plantenresten of mest. Groen gas kan in het gewone gasnet worden (bij)gemengd. Er kan van groen gas brandstof worden gemaakt voor zwaar wegtransport en de scheepvaart.

Groen gas bestaat vooral uit 50% tot 70% methaan (CH₄) en 30% tot 45% koolstofdioxide (CO₂).

Groen gas kan worden ingevoerd op het normale gasnet en is bruikbaar voor iedereen met een gasaansluiting. Omdat groen gas dezelfde eigenschappen heeft als aardgas, is het niet nodig apparaten aan te passen. Er hoeft alleen een aansluiting te worden gemaakt naar het bestaande gasnet.

Het geproduceerde groen gas zal door de trading-afdeling worden verkocht. Een mogelijkheid is dat het groen gas aan energieleveranciers wordt verkocht voor de bijmengverplichting, waardoor de huishoudens in Nederland gebruik zouden kunnen maken van het groen gas. Dit zal verder worden onderzocht.

Groen gas kan moeilijk te verduurzamen sectoren helpen met het verlagen van hun CO₂-impact. Denk aan een deel van het zware wegvervoer, scheepvaart en de zware industrie.

Biogas wordt geproduceerd uit hernieuwbare bronnen, zoals GFT-afval, mest of rioolwaterslib. In Nederland ontwikkelen we in Den Helder een co-vergistinginstallatie (met meerdere bronnen) en in Coevorden een mono-vergistinginstallatie (100% mest). Het biogas wordt vervolgens gezuiverd en gedroogd en op dezelfde kwaliteit als aardgas gebracht. Na deze bewerkingen mag het “groen gas” of “biomethaan” heten en is het een duurzaam alternatief voor fossiel aardgas. Groen gas en biomethaan zijn dus hetzelfde en worden gemaakt uit biogas.

Groen gas is net zo veilig als aardgas dat van fossiele oorsprong is. Netbeheerders stellen strenge eisen aan de kwaliteit van het gas dat op het gasnet komt en voeren daarom vaak kwaliteitscontroles uit. Daarbij controleren ze of groen gas veilig en schoon is. Voor de veiligheid wordt er een geurstof aan groen gas toegevoegd. Groen gas heeft daardoor dezelfde kenmerkende gaslucht als aardgas. De installaties voor het opwerken van biogas tot groen gas worden vaak en grondig gecontroleerd. Groengasinstallaties hebben net als aardgasinstallaties beperkte risico’s.

Groen gas kan worden ingevoerd op het normale gasnet en is bruikbaar voor iedereen met een gasaansluiting. Omdat groen gas dezelfde eigenschappen heeft als aardgas, is het niet nodig apparaten aan te passen. Er hoeft alleen een aansluiting te worden gemaakt naar het bestaande gasnet.

In het geval van mono-vergisting, en soms bij co-vergisting, is er zelfs een positief effect op het broeikaseffect. Dat komt omdat vervuilende stoffen zoals methaan en CO₂ in een groengasinstallatie afgevangen worden en gebruikt worden voor de productie van groen gas. In de stal zouden deze gassen ook vrijkomen, maar dan gelijk in de lucht komen en dus direct bijdragen aan het broeikaseffect. Win-win dus: duurzame energie om fossiele energie te vervangen én minder methaanemissies op locatie.

Vergisting wordt bij veel voedselbereidingsprocessen gebruikt, bijvoorbeeld bij het brouwen van bier of de productie van kaas en brood. Bacteriën eten bij de vergisting organisch materiaal op. Voor groen gas betekent dit dat de reststromen omgezet worden in onder andere het gas methaan (CH₄).

De mest en organische reststromen worden samengevoegd, bij een temperatuur van circa 50 graden Celsius gaan bacteriën hun werk doen en ontstaat na zuivering groen gas. Het restproduct wat uit de vergister komt noemen we digestaat. Dit materiaal bevat waardevolle voedingsstoffen die essentieel zijn voor een gezonde bodem. Digestaat kan worden gebruikt op het akkerland. Ook komt er CO₂ als bijproduct vrij dat gebruikt kan worden in de glastuinbouw. CO₂ komt van duurzame oorsprong, waar normale CO₂ van fossiele oorsprong komt.

Bij mono-vergisting wordt 100% mest vergist. Een co-vergister moet voor minimaal 50% met mest worden gevoed, hier mogen gewasresten of reststromen uit de voedingsmiddelenindustrie (co-producten) aan toegevoegd worden. Wat er in een vergister gaat wordt ‘feedstock’ genoemd. In Nederland ontwikkelen we in Den Helder een co-vergistingsinstallatie (verschillende bronnen) en in Coevorden een mono-vergistingsinstallatie (100% mest).

Nee, het vergistingsproces vindt plaats zonder het gebruik van toevoegingsmiddelen. De biomassa (mest en industriële restproducten) hebben vanuit de oorsprong al de bacteriën in zich die methaan en CO₂ vormen. Er is dus geen noodzaak voor toevoegingen.

Nee, er wordt enkel gebruik gemaakt van reststromen. Hiervoor volgen we de regels omtrent duurzaamheid van de Europese Unie, die voedingsmiddelen uitsluiten.

Feedstock is een term voor de grondstoffen die in de vergister gaan om uiteindelijk groen gas te produceren. Bij groen gas gaat het bijvoorbeeld om grondstoffen zoals mest en stro.

Wij werken graag in nauwe samenwerking met de agrarische sector. Een van de mogelijkheden zou zijn om de volledige mestproductie af te nemen van de veehouder, deze te vergisten en vervolgens digestaat terug te leveren. Hier trekken we lering uit hoe dit al jaren in Denemarken wordt gedaan. Op deze manier kunnen we een groot deel van de broeikasgas uitstoot die plaatsvindt vanuit de mestopslag verlagen. Verder staan wij open voor andere ideeën vanuit de sector.

Indien er geur vrijkomt, dan zal dat een uitzondering zijn. Deze geur zal organisch ruiken, een combinatie van mest en andere organische stoffen.

De installaties van Shell Biogas maken gebruik van moderne technieken en veroorzaken nauwelijks tot geen geuroverlast als de installatie in bedrijf is. Om geuroverlast te voorkomen nemen we verschillende maatregelen om geuremissies zoveel mogelijk te beperken. De lucht die uit de installatie komt, maken we daarom schoon. De volgende stappen worden hiervoor ondernomen:

• Inpandige verwerking: vrachtwagens met grondstoffen worden inpandig gelost en geladen, waardoor geuren niet naar buiten kunnen ontsnappen;
• Gesloten processen: alle processen vinden plaats in afgesloten gebouwen, die onder onderdruk staan om te voorkomen dat geur ontsnapt;
• Geurluchtbehandeling: de lucht uit de gebouwen en processen wordt via een 3-traps geurfilter en biofilters (zoals biobedden) gereinigd. Deze filters neutraliseren geuren effectief;
• Hoge schoorsteen: de gezuiverde lucht wordt via een hoge schoorsteen afgevoerd, zodat de geur op grote hoogte verspreid wordt en zo min mogelijk overlast veroorzaakt.

Een vergistingsinstallatie produceert beperkt geluid. De belangrijke bronnen zijn:

1. Een gasmotor met generator; meestal opgesteld in een geluidsisolerende container;
2. Compressoren (in geval van groengas netlevering) pompen en mixers;
3. Eventueel gebruikte ventilatoren (om de gasmotor te koelen of lucht af te zuigen van een luchtwasinstallatie);
4. Vrachtwagens en wielladers.

In de (omgevings)vergunning staan grenzen aan voor het geluidsniveau van de groen gasinstallatie. Hierin kunnen ook voorschriften in staan die gaan over vervoerstijden.

De installaties voor het opwerken van biogas tot groen gas worden regelmatig en grondig gecontroleerd. Groengasinstallaties hebben net als aardgasinstallaties beperkte risico’s. Groen gas is net zo veilig als aardgas dat van fossiele oorsprong is. Netbeheerders stellen strenge eisen aan de kwaliteit van het gas dat op het gasnet komt en voeren daarom vaak kwaliteitscontroles uit. Daarbij controleren ze of groen gas veilig en schoon is. Voor de veiligheid wordt er een geurstof aan groen gas toegevoegd. Groen gas heeft daardoor dezelfde kenmerkende gaslucht als aardgas.