
Om de tafel voor Klimaatakkoord
Tekst Carolien Terlien
Een speciale minister voor Klimaat én het voornemen om de geschiedenis in te gaan als groenste kabinet; heel Nederland keek reikhalzend uit naar het klimaataanvalsplan van Wiebes. Het Regeerakkoord van het derde kabinet-Rutte sprak van een aanscherping van de klimaatdoelstellingen, wat Rutte en zijn Franse collega Macron nog eens herhaalden tijdens de Voorjaarstop van de Europese regeringsleiders. De woorden zijn groot, maar de daden bleven tot nu toe nogal achter; Nederland bungelt in de onderste regionen van de Europese duurzaamheidslijstjes. Maar daar wil het nog relatief jonge kabinet dus verandering in brengen. Aan Wiebes de eer die ambities om te zetten in klinkende resultaten.
Tonnenjacht
Heel lang nam hij de tijd er niet voor. Slechts vier maanden na de start van Rutte-III, op 23 februari, lanceerde Wiebes zijn ‘tonnenjacht’, de oplossing om te komen tot een breed gedragen Klimaatakkoord. Daarbij grijpt Wiebes terug op een bewezen Hollandse methode: het poldermodel. Alle relevante partijen die iets doen met of denken over energietransitie gaan met elkaar in gesprek aan vijf zogenoemde sectortafels. Hier brengen ze in kaart wat ze zelf gaan doen om de benodigde transitie te realiseren en waar ze ondersteuning nodig hebben van andere partijen. Daarbij zijn vijf sectoren gedefinieerd: Elektriciteit, Gebouwde omgeving, Industrie, Mobiliteit en Landbouw en landgebruik. Daarmee knipt Wiebes het Klimaatakkoord op in kleinere doelstellingen.
150 tafelgenoten
Elke sectortafel heeft zijn eigen voorzitter, die verantwoordelijk is voor de organisatie van de tafel en voor de wijze waarop afspraken tot stand komen. Daaronder kan sprake zijn van subtafels of werkgroepen, waaraan ook partijen kunnen deelnemen die geen plaats hebben aan de hoofdtafel. Daarnaast schuiven afgevaardigden van decentrale overheden aan om samen met het Rijk en maatschappelijke partners te werken aan een uitvoeringsagenda. Wiebes selecteerde hiervoor ongeveer 150 organisaties. De voorwaarden om mee te mogen doen, zijn een concrete bijdrage leveren aan de energietransitie, kennis hebben over de sector en beschikken over een mandaat om afspraken te maken.
Wat gaan ze bespreken?
Elke sectortafel behandelt een aantal specifieke thema’s - zoals innovatie, financierbaarheid, werkgelegenheid, belemmering door wet- en regelgeving - met als doel een zelfstandig inhoudelijk akkoord, waarbij kostenefficiëntie leidend moet zijn. Wiebes stuurt daarbij aan op drie sporen. Ten eerste moet de meeste winst in CO2-reductie komen van de uitrol van reeds bewezen maatregelen die op korte termijn effect hebben. Hiermee zijn direct snel meters te maken, met het oog op het streefdoel in 2030. Ten tweede zijn proefprojecten nodig voor maatregelen en technieken waarvan de kosten nu nog hoog zijn, maar die naar verwachting een grote rol zullen spelen richting 2050. Het derde spoor bevat technologieën die nog in de onderzoeksfase zitten.
Klimaatraad
Boven de vijf sectortafels staat de overkoepelende ‘coördinatietafel’, de zogeheten Klimaatraad, geleid door Ed Nijpels, voormalig Milieuminister en voorzitter van de Borgingscommissie van het huidige Energieakkoord. Nijpels houdt in de gaten of de sectortafels de deadlines wel halen en of ze voldoen aan de randvoorwaarden van het Klimaatakkoord, bijvoorbeeld of de sectortafels wel binnen de financiële grenzen blijven en voldoende werkgelegenheid genereren. Daarnaast is een belangrijke taak van de Klimaatraad het bevorderen van bestuurlijk en maatschappelijk draagvlak in de samenleving. Het Planbureau voor de leefomgeving (PBL) berekent en controleert ten slotte de te realiseren emissiereductie.
Uitrol
Haast is geboden want het streven is om in de zomer van 2018 al te komen tot een Klimaat- en Energieakkoord op hoofdlijnen voor de periode tot 2030. In het derde en vierde kwartaal van 2018 schrijft elke sectortafel dan een plan van aanpak, dat ook de bestaande initiatieven zal omvatten. Vanaf 2019 gaan de eerste maatregelen van het plan van aanpak in uitvoering.
Waarom deze haast? Wiebes hoopt dat de eerste maatregelen met budgettaire gevolgen al mee kunnen in de begroting van 2019. Daarnaast moet Nederland eind 2018 een concept Integraal Nationaal Energie- en Klimaatplan (INEK) indienen als onderdeel van de Europese Energie Unie.
Klimaatberaad
Voorzitter: Ed Nijpels
Functies
- Bewaken van de voortgang van het proces aan de vijf sectortafels.
- Borgen van de samenhang en integraliteit van de afspraken.
- Begeleiden van de doorrekening van de afspraken van de sectortafels door het Planbureau voor de leefomgeving (PBL).
- Ontwikkeling van een voorstel voor governance (bestuur/red) en borging voor de uitvoering.
- Bevorderen bestuurlijk en maatschappelijk draagvlak in de samenleving.
Sectortafel Gebouwde omgeving
Voorzitter: Diederik Samson
Alle gebouwen in Nederland zijn in de toekomst verwarmd en verlicht zonder aardgas. Daarvoor is overschakeling nodig op elektriciteit, aardwarmte, stadsverwarming, biogas en andere duurzame bronnen. Daarnaast moet winst behaald worden met energiebesparing.
Sectortafel Elektriciteit
Voorzitter: Kees Vendrik
Hernieuwbare energiebronnen voor de opwekking van energie vervangen kolen en gas. Naast wind- en zonne-energie zijn ook kleine projecten nodig. Ook is er behoefte aan een flexibeler elektriciteitsnetwerk en aan manieren op elektriciteit op te slaan.
Sectortafel
Industrie
Voorzitter: Manon Janssen
De industrie kan veel minder broeikasgassen uitstoten door technische aanpassingen, door schonere en zuinigere productietechnieken en door slim hergebruik van producten. Maar ook door het gebruiken van duurzaam opgewekte energie en duurzame grondstoffen.
Sectortafel Landbouw en landgebruik
Voorzitter: Pieter van Geel
Bij de productie van voedsel en het beheer van het landschap komen veel broeikasgassen vrij. Dat kan en moet beter. Ook kunnen de landbouw en het landgebruik andere sectoren helpen de klimaatdoelstellingen te halen, met de opslag van CO2 in de grond en in planten, met nieuwe grondstoffen voor de industrie en met het opwekken van duurzame energie.
Sectortafel Mobiliteit
Voorzitter: Annemieke Nijhof
Benzine en diesel gaan verdwijnen als brandstoffen voor vervoer. In de plaats daarvan komen elektriciteit, waterstof en biobrandstoffen. Dankzij het dichte wegennet, hoogwaardige industrie en het verbeteren van de logistiek kan de verandering snel en soepel verlopen in Nederland.