
Geen woorden maar daden
Havenbedrijf pakt voorstrekkersrol bij energietransitie
De Belgen noemen Rotterdam altijd een 'oliehaven', omdat overslag en industrie er sterk verknoopt zijn met fossiele grondstoffen. Nederland en omliggende landen streven er echter naar het gebruik van ‘fossiel’ binnen dertig jaar te minimaliseren. Zal het de grootste haven buiten Azië lukken tijdig over te stappen naar een duurzame toekomst en de economische motor draaiende te houden?
Een interview met Allard Castelein CEO van het Havenbedrijf Rotterdam
Vanuit zijn kantoor heeft Allard Castelein, CEO van het Havenbedrijf Rotterdam, een prachtig uitzicht over de Nieuwe Maas, de havens en het centrum van Rotterdam. De stad herinnert hem er telkens aan, dat hij niet alleen het belang van de rederijen en de bedrijven in de haven dient, maar ook dat van de inwoners, voor wie werkgelegenheid van het allergrootste belang is. Daarom, zo legt hij uit, heeft hij overheid en bedrijfsleven zover gekregen dat ze de handen ineen slaan om de haven zo snel mogelijk te verduurzamen.
Hij erkent dat alle partijen voor de enorme opgave staan de CO2-uitstoot binnen twaalf jaar met tweederde terug te brengen. Immers: in 2016 stootten stad en haven ruim 33 miljoen ton CO2 uit, ongeveer veertig procent meer dan in 1990. Om te voldoen aan de regeringsdoelstelling moet de uitstoot in 2030 op een niveau uitkomen dat 49 procent lager is dan in 1990, ofwel twaalf miljoen ton CO2. In 2050 moet de uitstoot zijn teruggebracht tot een à twee miljoen ton CO2.