Ze oogt als een vrolijke Brabantse met frisse krullen als ze in de zonnige haven van Makkum aan boord stapt van het Koopmans-zeiljacht Aquamarijn, een schip van puur Hollandse makelij. Naast bemannen en schipperen is er tijd om te praten. Over de nieuwe plannen van Shell, over wat duurzaam is en over de te maken keuzes.

Maar ook over een nieuwe baan en de ‘nieuwe energie’ die je daar als topvrouw bij nodig hebt en die Van Loon graag opdoet tijdens een avond spelen op haar tenorsaxofoon in een theaterorkest, hardlopen met vriendinnen of een middagje scheuren met de catamaran op de Noordzee.

Nieuwe werkplek

Na jaren voor Shell te hebben gewerkt in Australië, Maleisië en Rijswijk is Den Haag Van Loons nieuwe werkplek. Aanvankelijk ging ze gewoon op de fiets, maar omdat ze veel afspraken in het land heeft, doet ze het kleine stukje van haar huis in Scheveningen naar kantoor tegenwoordig ook wel met de auto. Met chauffeur, al moet ze daar nog steeds een beetje om lachen, net als haar twee kinderen.

En zo zijn er nog wel meer dingen die met de nieuwe baan meekomen waar Van Loon met lichte verbazing over vertelt. De serieuze schilderijen van zeventiende-eeuwse zeeslagen bijvoorbeeld op haar nieuwe werkkamer en in het Shell-archief. Dat bleken cadeaus te zijn uit de tijd dat Shell nog een dubbele board had.

“De besturen wisselden over en weer zeeslagen uit met vooral veel zinkende schepen”, vertelt Van Loon. De Engelsen brachten dan een zeeslag mee met zinkende Hollandse schepen en vice versa.

“Het is mooi, die historie van Shell, ik kom het veel tegen in deze baan. Maar deze schilderijen waren zo somber dat ik vond dat ik ze wel kon vervangen door iets luchtigers, iets waar je wel Nederland ziet, maar dan met frisse kleuren”, zegt Van Loon.

De nieuwe baan is verder veel ‘Nederlandser’ en vooral heel breed, zo heeft Van Loon de eerste vijf maanden gemerkt. De week is gevuld met overleg. Met andere directeuren uit de industrie, maar ook met de politiek. En dat is nieuw. Dat betekent lobby­werk, in twee richtingen, maar in de woorden van Van Loon: “Vooral ook samen kijken welke veranderingen eraan komen en zoeken naar een gezamenlijke weg naar voren.”

En er is haast bij. Als de Nederlandse samenleving in 2050 tachtig tot 95 procent van de CO2-uitstoot wil verminderen, is er geen tijd te verliezen. Van Loon: “Nog geen zes procent van de energie die we nu gebruiken is duurzaam. Nederland staat daarmee internationaal gezien onderaan de lijst.”

Dus moet het echt anders. Niet alleen efficiënter, maar vooral ook schoner. Zoals dit zeilen vandaag, dat is schone energie, puur op de wind. Lachend: “Al moet je je natuurlijk dan ook wel afvragen hoe ‘groen’ dit schip ooit is gebouwd.”

Na het hijsen van de zeilen neemt Van Loon de helmstok over van de schipper over en koerst ze richting het IJsselmeer-stadje Hindeloopen. Het is duidelijk dat hier een ervaren zeilster aan het roer staat. Al is het wel een hobby die, net als surfen, vooral met haar man is meegekomen. De wind speelt voor Van Loon zowel privé als zakelijk een belangrijke rol.

Nederland moet veel meer gebruik maken van die wind, zegt Van Loon en dus kiezen voor windenergie. “Windenergie is voor Nederland de enige logische keuze”, zegt Van Loon.

“Samen kunnen we er genoeg van opwekken om een groot gedeelte van de Nederlandse energiebehoefte af te dekken.” Gas kan dan gaan dienen als aanvulling. Maar een tiende van het totaal dat we verbruiken in onze gebouwen en huizen is elektriciteit, de rest is gas. In de toekomst kunnen we volgens Van Loon voor een groot deel onze gebouwen met windenergie verwarmen. “Zelfs de industrie kan die deels gaan gebruiken.”

Wereldwijd is lang gesproken over klimaat­verandering, maar voor Van Loon is het duidelijk dat zo’n grote en alomvattende aanpak niet zal gaan werken. “Dat krijgen we gewoon niet voor elkaar.”

Klimaat­verandering heeft voor alle landen zoveel verschillende consequenties dat het opgepakt moet worden als lokaal probleem. “Hoe meer je lokaal kunt doen, hoe beter.” Dat moet ook wel, want elektriciteit kan je niet over grote afstanden vervoeren. Stroom moet je dus dichtbij de gebruiker opwekken. En wat je niet met stroom kan doen, moet dus komen van energiedragers zoals olie, aardgas of biobrandstof en waterstof.

‘Wind van zee‘-realiteit

De keuze voor wind van zee zal veel gevolgen hebben. Shell moet daarin niet per se de leiding nemen, vindt Van Loon. “We hebben geleerd dat wij in ons eentje te klein zijn om een grote verandering alleen te kunnen inzetten. Tegelijkertijd kunnen we natuurlijk wél veel betekenen en hebben we veel kennis in huis, ook op bijvoorbeeld het gebied van het verhandelen van energie.”

Van Loon beaamt dat een overgang naar zo’n nieuwe ‘wind van zee‘-realiteit nogal wat betekent voor een land en dat vraag om een duidelijke beleidslijn. “Dat is zo, de overheid speelt daar een belangrijke rol in. Die moet bijvoorbeeld zorgen dat de infra­structuur er komt. Maar ik geloof in samenwerken, we moeten het samen aanjagen. Daar zijn we dan ook met meerdere partijen over in gesprek.”

Shell zal zich in Nederland, naast de bestaande activiteiten, in elk geval vast op windenergie en gas gaan richten. “Voor ons is dat de ambitie en ook noodzaak als we als bedrijf een lagere CO2-uitstoot willen realiseren en tegelijk economisch zinvol bezig willen zijn.”

Zonne-energie heeft lang een alternatief geleken en zal volgens Van Loon in sommige landen ook best groot worden, maar voor de Nederlandse situatie blijft het een kleiner aandeel. “Het is misschien wel zonnig vandaag op het IJsselmeer, maar als het gaat om het vervullen van de Nederlandse energiebehoefte hebben we er gewoon niet genoeg van”, zegt zij.

De eerste concrete stap daarbij is de inschrijving op een tender van de overheid voor de bouw van twee windmolenparken voor de Nederlandse kust, samen met Eneco en baggeraar Van Oord. Dit consortium heeft gekozen voor het Deense bedrijf Vestas als leverancier van de windturbines.

Voor een bedrijf dat gewend is de brandstof­keten te beheersen, van exploratie, productie tot handel en distributie, wordt het dus nog behoorlijk pionieren. “Het wordt een zoektocht inderdaad, want we weten nog niet precies hoe die keten er in de toekomst uit gaat zien. Hoe brengen we energie straks naar de gebruiker?

Heeft iedereen straks nog een auto of delen we die in de toekomst? Hoe verwarmen we straks ons huis? Met gas, waterstof of elektriciteit? Er is geen masterplan. We weten alleen dat we een onderdeel willen zijn van de oplossing en we willen natuurlijk over vijftig jaar nog bestaan.”

Persoonlijk vindt Van Loon het wel prettig dat haar opdracht zo ruim is. “Het is toch geweldig als ze tegen je zeggen ‘ga maar leren’. Ik vind dit echt een mooie klus. Ik verheug me er ook op dat we over een jaar kunnen zeggen dat we echt stappen hebben gezet, stappen hebben gezet, dat we betrokken zijn met de realisatie van nieuwe windparken, bijvoorbeeld.”

NLdoet-dag

En dat ze dat voor elkaar gaat krijgen, staat vast. Van Loon: “Ik hou ervan om dingen vooruit te trekken. Maar heel vaak werkt het ook heel goed om juist aan de achterkant een beetje te duwen.”
Daarbij komt het goed van pas als je als topvrouw toegankelijk bent, daar is Van Loon van overtuigd. “Ik heb toch eigenlijk een zelfde soort carrière gehad als veel anderen bij Shell”, zegt ze bescheiden.

Van Loon straalt als ze vertelt over de NLdoet-dag waar ze onlangs niet alleen een speech hield voor ouderen uit de omgeving van Den Haag, maar waar ze uiteindelijk ook hielp met koffieschenken en de dag dansend eindigde met iemand met een rollator. “En het aller-leukste is dat ik nu ook de kantinedames ken en ze naar me zwaaien als ik langsloop.”

Dat ze als eerste vrouw als president-directeur is gevraagd, doet haar niet zoveel. “Ik wil best een rolmodel zijn, maar voor mij heeft het nooit zo gespeeld.” Het was aanvankelijk eigenlijk niet eens de bedoeling om fulltime te blijven werken na de geboorte van de kinderen.

Maar bij het vertrek naar Australië, waar ook haar man ging werken voor Shell, werd Van Loon eigenlijk bij toeval leading partner. Achteraf was dat een omslagpunt: “Ik werd ineens binnengehaald als serieuze dame, veroorzaakt door het simpele feit dat mijn man langer op zijn werk­vergunning moest wachten. Dat is essentieel geweest.”

Als op de terugweg van de zeiltocht de wind behoorlijk toeneemt en het water door de gangboorden loopt, komt het gesprek op het ‘ingenieur zijn’. Voelt de in Eindhoven opgeleide chemisch technoloog zich eigenlijk nog wel ingenieur, of is ze inmiddels meer manager, topvrouw misschien?

Van Loon: “In denken ben ik echt een techneut. Als we iets van alle kanten hebben bekeken, vind ik dat we kunnen beslissen. Ik bekijk het heel inhoudelijk.”

Vanuit die inhoudelijke kant is het soms ook best lastig om de politieke processen aan te voelen die tegenwoordig bij haar nieuwe rol horen, bekent Van Loon na het zeilen terugblikkend in de haven bij een glas port.

“Voor mij is dat best wennen. In de politiek speelt vaak het hier en nu mee en gaat het ook over andere dingen dan de inhoud. Ik kijk vanuit Shell op een bepaalde manier naar dingen en hoe vernieuwend die ook zijn, bij ons gaat het altijd vooral om de lange termijn.”