Shell bouwt een van Europa's grootste biobrandstoffenfabrieken in Rotterdam
Shell gaat een biobrandstoffenfabriek met een capaciteit van 820.000 ton per jaar bouwen op het Shell Energie- en Chemiepark Rotterdam (Shell Pernis). Eenmaal gebouwd, wordt de fabriek een van de grootste in zijn soort in Europa voor de productie van duurzame vliegtuigbrandstof (SAF) en hernieuwbare diesel uit afval. Met de hoeveelheid hernieuwbare diesel die een fabriek van dit formaat kan produceren, kan 2,8 miljoen ton CO2-uitstoot per jaar worden vermeden. Dit is gelijk aan het van de weg halen van ruim 1 miljoen auto’s* in Europa.
De nieuwe fabriek kan Nederland en de rest van Europa helpen om de internationaal bindende doelstellingen om de uitstoot te verlagen te realiseren. De investering draagt ook bij aan Shells eigen doelstelling om in 2050 een energiebedrijf met netto nul uitstoot te zijn, in lijn met de stappen die de samenleving zet richting het Klimaatakkoord van Parijs. Het is de bedoeling dat de CO2-uitstoot van het productieproces wordt afgevangen, waarna de CO2 in een leeg gasveld onder de Noordzee kan worden opgeslagen via het zogeheten Porthos-project. Het definitieve investeringsbesluit voor Porthos wordt volgend jaar verwacht.
“De aankondiging van vandaag vormt een belangrijk onderdeel van de transformatie van een van onze grootste raffinaderijen tot een energie- en chemiepark”, zegt Huibert Vigeveno, Downstream Director bij Shell. “Een energie- en chemiepark dat klanten voorziet van de koolstofarme producten die ze nodig hebben.”
Shell transformeert haar raffinaderijen (waarvan het bedrijf er in oktober 2020 wereldwijd 14 had) tot vijf energie- en chemieparken. Dit maakt onderdeel uit van de Powering Progress-strategie van het bedrijf. Shell streeft ernaar om de productie van traditionele brandstoffen in 2030 met 55% te verminderen en meer koolstofarme brandstoffen te leveren, zoals biobrandstoffen voor wegvervoer en luchtvaart, en waterstof. Het Shell Energie- en Chemiepark Rotterdam is het tweede park dat wordt aangekondigd, na de lancering van het Energy and Chemicals Park Rheinland in Duitsland in juli van dit jaar.
De Rotterdamse biobrandstoffenfabriek gaat naar verwachting in 2024 in productie. Met behulp van geavanceerde, door Shell ontwikkelde technologie, produceert de installatie koolstofarme brandstoffen uit afval zoals gebruikt frituurvet, dierlijk vet en andere industriële en agrarische restproducten.
In totaal zullen de biobrandstoffen uit de fabriek 4% bedragen van de totale productie van energie- en chemiepark Rotterdam. Onder de totale productie van het park vallen onder meer grondstoffen voor de chemische sector, brandstoffen en bitumen.
De afvaloliën en -vetten worden aangevuld met gecertificeerde duurzame plantaardige oliën als raapzaadolie, totdat er meer duurzame grondstoffen op grote schaal beschikbaar zijn. Zogenaamde virgin palmolie wordt niet als grondstof gebruikt.
Duurzame vliegtuigbrandstof (Sustainable Aviation Fuel, SAF) kan tot meer dan de helft van de capaciteit van 820.000 ton per jaar uitmaken. De rest is hernieuwbare diesel. Shell kan deze mix aanpassen aan de klantvraag.
Deze koolstofarme brandstoffen voldoen aan de groeiende vraag van de transportsector. Voor sommige branches is het moeilijk om de uitstoot te verlagen, zoals zwaar wegvervoer en luchtvaart. Van de wereldwijde vliegtuigbrandstoffen is momenteel zo’n 0,1% SAF. Met deze investering van Shell kan de productie van SAF worden verhoogd. Dit is essentieel voor verlaging van de CO2-uitstoot in de luchtvaartsector.
Marjan van Loon, President-Directeur van Shell Nederland: “Shell is op weg naar een koolstofarme toekomst. Deze investering is een belangrijk stap omdat we Shell Pernis transformeren van een traditionele raffinaderij naar een duurzaam energiepark: het Shell Energie- en Chemiepark Rotterdam. Hiermee blijft het concurrentievermogen van het complex weer vele jaren in stand. Het gaat om een investering van honderden miljoenen dollar per jaar gedurende de bouw en het project creëert honderden banen.”
Disclaimer
Disclaimer
De ondernemingen waarin Royal Dutch Shell plc direct en indirect aandelen bezit, zijn afzonderlijke rechtspersonen. In deze aankondiging worden de benamingen “Shell”, “Shell Group” en “Groep” soms gemakshalve gebruikt als verwijzing naar Royal Dutch Shell plc en haar dochterondernemingen in het algemeen. Zo worden ook de woorden “wij”, “ons” en “onze” soms gebruikt om Royal Dutch Shell plc en haar dochterondernemingen in het algemeen aan te duiden, of de personen die hiervoor werkzaam zijn. Deze uitdrukkingen worden tevens gebruikt wanneer vermelding van de naam van (een) specifieke entiteit(en) achterwege kan worden gelaten. De uitdrukkingen “dochterondernemingen”, “Shell-dochterondernemingen” en “Shell-ondernemingen” in deze aankondiging verwijzen naar entiteiten waarover Royal Dutch Shell plc direct of indirect zeggenschap heeft. Entiteiten en regelingen zonder rechtspersoonlijkheid waarover Shell gezamenlijke zeggenschap heeft, worden over het algemeen “joint ventures” respectievelijk “joint operations” genoemd. Entiteiten waarop Shell aanmerkelijke invloed heeft maar geen (gezamenlijke) zeggenschap, worden “geassocieerde deelnemingen” genoemd. De term “Shell-belang” wordt gemakshalve gebruikt ter aanduiding van het eigendomsbelang dat Shell direct of indirect in een entiteit of een samenwerking zonder rechtspersoonlijkheid heeft, na aftrek van alle door derden gehouden belangen.
Deze aankondiging bevat de volgende op toekomst gerichte (“forward-looking”) niet-GAAP maatregel: Gecorrigeerde Winst. We kunnen deze op de toekomst gerichte niet-GAAP-maatregelen niet afstemmen op de meest vergelijkbare financiële GAAP-maatregelen, omdat bepaalde informatie die nodig is om die niet-GAAP-maatregelen in overeenstemming te brengen met de meest vergelijkbare financiële GAAP-maatregelen afhankelijk is van toekomstige gebeurtenissen, waarvan sommige buiten de controle van de onderneming liggen, zoals olie- en gasprijzen, rentetarieven en wisselkoersen. Bovendien is het schatten van dergelijke GAAP-maatregelen met de vereiste precisie die nodig is om een zinvolle afstemming te bieden buitengewoon moeilijk en zou niet zonder onredelijke inspanning kunnen worden bereikt. Niet-GAAP-maatregelen met betrekking tot toekomstige perioden die niet kunnen worden afgestemd op de meest vergelijkbare financiële maatregel volgens GAAP worden berekend op een manier die consistent is met de grondslagen voor financiële verslaggeving die worden toegepast op de geconsolideerde jaarrekening van Royal Dutch Shell plc.
Het operationele plan, de vooruitzichten en budgetten van Shell worden geraamd voor een periode van tien jaar en worden elk jaar geactualiseerd. Ze weerspiegelen de huidige economische omgeving en wat we redelijkerwijs kunnen verwachten in de komende tien jaar. De operationele plannen, vooruitzichten, budgetten en prijsaannames van Shell weerspiegelen dan ook niet onze doelstelling van netto nul emissies. In de toekomst, naarmate de samenleving steeds meer emissievrij wordt, verwachten we dat de operationele plannen, vooruitzichten, budgetten en prijsaannames van Shell deze ontwikkeling weerspiegelen.
Deze aankondiging bevat de op toekomst gerichte mededelingen (“forward-looking statements”, in de zin van de Amerikaanse Private Securities Litigation Reform Act uit 1995) over de financiële gesteldheid, bedrijfsresultaten en activiteiten van Royal Dutch Shell. Alle mededelingen anders dan die over historische feiten zijn of kunnen worden gezien als op de toekomst gerichte mededelingen. Op de toekomst gerichte mededelingen geven verwachtingen weer die zijn gebaseerd op de huidige verwachtingen en aannames van het management. Ze zijn onderhevig aan bekende en niet-bekende risico’s en onzekerheden waardoor de feitelijke resultaten, prestaties of gebeurtenissen wezenlijk kunnen afwijken van die welke in deze mededelingen worden vermeld of geïmpliceerd. Tot op de toekomst gerichte mededelingen horen onder meer mededelingen ten aanzien van de potentiële blootstelling van Royal Dutch Shell aan marktrisico’s en mededelingen waarin verwachtingen, overtuigingen, ramingen, voorspellingen, projecties en aannames van het management tot uitdrukking komen. Deze op de toekomst gerichte mededelingen zijn te herkennen aan het gebruik van termen en uitdrukkingen als “streven”, “ambitie”, “anticiperen”, “denken”, “zou kunnen”, “schatting”, “verwachten”, “doelen”, “van plan zijn”, “zou”, “doelstellingen”, “vooruitzicht”, “plan”, “waarschijnlijk”, “raming”, “risico’s”, “schema”, “zoeken”, “zouden”, “ten doel stellen”, “zullen” en soortgelijke termen en uitdrukkingen. Er zijn verschillende factoren die van invloed kunnen zijn op de toekomstige bedrijfsactiviteiten van Royal Dutch Shell en waardoor resultaten wezenlijk kunnen afwijken van hetgeen in de op de toekomst gerichte mededelingen in deze aankondiging tot uitdrukking komt, waaronder (maar niet beperkt tot): (a) prijsschommelingen voor ruwe olie en aardgas; (b) wijzigingen in de vraag naar producten van Shell; (c) valutakoersschommelingen; (d) boor- en productieresultaten; (e) reserveramingen; (f) verlies van marktaandeel en concurrentie binnen de bedrijfstak; (g) milieurisico’s en fysieke risico’s; (h) risico’s in verband met het vaststellen van passende potentiële overnamedoelen en de succesvolle onderhandeling over en afronding van dergelijke transacties; (i) ondernemingsrisico’s in ontwikkelingslanden en landen waarop internationale sancties van toepassing zijn; (j) wettelijke, fiscale en administratiefrechtelijke ontwikkelingen waaronder maatregelen met betrekking tot klimaatverandering; (k) economische en financiële marktomstandigheden in diverse landen en gebieden; (l) politieke risico’s, waaronder de risico’s van onteigening en heronderhandeling van contractvoorwaarden met regeringsinstanties, vertraging of versnelling bij de goedkeuring van projecten en vertragingen in de vergoeding van gedeelde kosten; (m) risico’s gerelateerd aan de invloed van pandemieën, zoals de uitbraak van COVID-19 (coronavirus); en (n) wijzigingen in handelsomstandigheden. Er worden geen garanties gegeven dat toekomstige dividenduitkeringen eerdere dividenduitkeringen zullen evenaren of overtreffen. Het voorbehoud dat in deze aankondiging wordt gemaakt of waarnaar wordt verwezen, is onverkort van toepassing op alle in dit gedeelte opgenomen, op de toekomst gerichte mededelingen. De lezer dient geen ongerechtvaardigd vertrouwen aan dergelijke op de toekomst gerichte mededelingen te ontlenen. Bijkomende risicofactoren die toekomstige resultaten kunnen beïnvloeden, staan in Formulier 20-F van Royal Dutch Shell voor het jaar dat is geëindigd op 31 december 2020 (beschikbaar via www.shell.com/investors en www.sec.gov). Ook deze risicofactoren zijn onverkort van toepassing op de op de toekomst gerichte mededelingen in deze aankondiging en moeten door de lezer in aanmerking worden genomen. Iedere op de toekomst gerichte mededeling geldt pas vanaf de datum van deze aankondiging, 16 september 2021. Royal Dutch Shell plc noch haar dochterondernemingen nemen enige verplichting op zich om enige op de toekomst gerichte mededeling publiekelijk bij te werken of te herzien naar aanleiding van nieuwe informatie, toekomstige gebeurtenissen of andere informatie. Gezien deze risico’s kunnen de feitelijke resultaten wezenlijk afwijken van hetgeen in deze aankondiging opgenomen op de toekomst gerichte mededelingen is vermeld of geïmpliceerd of daaruit opgemaakt kan worden.
Biobrandstoffen uit afval
Biobrandstoffen kunnen de komende decennia een waardevolle rol spelen bij het verlagen van de CO2-uitstoot van de transportsector. Daarom investeert Shell in Pernis in een fabriek waar we duurzame vliegtuigbrandstof en hernieuwbare diesel produceren uit afval. Denk daarbij aan frituurvet en plantenresten.
